|
|
|
1 |
|
“...352
ORKANEN.
In Julij, Augustus en September, ja men wil lelfs
wel 7.eggen tot aan de ee'rste volle maan in October,
worden de Antilische eilanden somtijds door orkanen
beiocht. Een plotseling sterk dalen van den baro-
meter die anders in dez,e streken zeer weinig veran-
dering ondergaat; eene gepakte, broeiende lucht, welke
lich naar het toppunt uitzet; eene onrustige zee, ofschoon
het op dat oogenblik dood stil zij; eene sterke ontlading
van electriciteit, zonder onweer maar met harden regen;
ziedaar eenige kenteekenen voor het naderen van den or-
kaan waarby zich, als men zich op eene reede bevindt,
nog voegt zware branding op banken en baren in de
havens of baaijen, alsmede het hoog oprollen van de zee
op het strand, vergezeld van eene kokende branding, die
een brommend geluid voortbrengt: zulks alles onaangezien
zich nog geen wind hoegenaamd doet gevoelen; en einde-
lijk, het angstig rondvliegen der vogelen, die, door na-
tuurlijk voorgevoel en vrees gedreven, eene schuilplaats
tegen...”
|
|
|