Your search within this document for 'di,mas' resulted in two matching pages.
1

“...hoogste. Aan de zuidpunt, Rasse terre genaamd, ligt een wit fort. Overigens ziet men er veel molens met zes wieken en eenige gebouwen, hier en daar verspreid, doch weinig geboomte, waardoor het eiland een bar aanzien heeft. Aan de oostzijde bevinden zich eene menigte reven en klippen doch de westkant is schoon. DE SAINTES. Nog op eenen verren afstand gezien, is het uitwendig voorkomen dezer eilanden-groep onvruchtbaar en klipach- tig en echter hebben de twee grootsten der eilanden, koffij, katoen en mas plantagieii. Op de westzijden van deze bevinden zich de voornaamste en meeste woningen. Op het zuidwester gedeelte van het oostelijkste der beide gezegde eilanden, bevindt zich een berg, Mont des Filles geheeten, welke zich boven al de andere gebergten ver- heft en waaraan dan ook deze groep kenbaar is. Het vaarwater, in de nabijheid dezer groep, is zonder gevaren, men kan dezelve veilig naderen. Op de kaart: vergroot bestek van de Caraihische eilan-...”
2

“...nachts moeijelijk te ont- dekken is, z dat men het somwijlen het eerst aan de branding ontwaart, daarbij veel onderhevig is aan zwaren mist, en dat de stroomen in deszelfs omstreken zeer on- geregeld en soms hard loopen, vooral de vloedslroom, die om de zuid trekt, zoo kan men in deszelfs nabijheid, des nachts, niet te voorzigtig zijn. Water is er in overvloed te bekomen, vooral aan de westzijde. Onder de hoogeren der Firginische eilanden, merkt men op Virgin Gorda, Tortola, St. Jan en St. Tho- mas, welk laatste wel het hoogste is. Virgin Gorda is daaraan kenbaar, dat het maar n tamelijk hoogen ronden berg heeft, die uit het midden des eilands oprijst. Het hoogste land van Tortola is piekvormig, met daar benoorden en bezuiden twee kleine uitstekende bergtop- pen, terwijl overigens, noordwaarts, het gebergte, met eene zacht afloopende vlakte, zonder uitstekende punten, naar de oppervlakte der zee neigt. Noch St. Jan, noch St. Thomas, hebben eenige bijzon- der uitstekende berglo[)pen en het...”