Your search within this document for 'bon' OR 'bala' resulted in two matching pages.

You can restrict your results by searching for bon AND bala.
1

“...wor- den te beginnen bg Alta Vela, Dit is een hoog, klein, rotsachlig eiland, met eene piek, welker top rond af is, even als eene bijenkorf. Van om de zuid komende ziet men gewoonlijk haren top, lang vr dat men de zuidkust van St. Domingo bespeurt, als in eenen nevel te voorschijn komen en altijd zal men haar zien alvorens men nog iets van het nabij gelegen land ontdekt. Het eilandje is steil en kan gerust genaderd worden. In het N.O. van Alta Vela, ligt nog een ander laag en boschrijk eilandje, Bala geheelen waarvan het hoogste land de zuidpunt is. Met uitzondering van den hoek Agujas of den Val- schen hoek, die hoog en steil is, is over het algemeen de kust van St. Domingo, achter deze eilandjes, niet hoog, maar vlak en ligt gekleurd. Meer noordoostwaarts op ziet men hoog binnenlaud met een duidelijk ziglbaar voorland, hetwelk in eenen steden hoek uitspringt. Deze hoek is de kaap Mongon. Vermits verder op, het land sterk inhogt en niet eerder dan bij den hoek Salines weder uilspringl, zoo...”
2

“...445 BON-AYRE. Het eiland Buon-Ayre heeft den vorm van eenen win- kelhaak strekkende het noordelijk gedeelte zich meesten- deels O. en W. en hel zuidelijk deel N. N. W. en Z. Z. O., zoodat die beide deelen gezamenlijk eene baai vormen, ten noorde en ooste door het land gedekt; terwijl de reede derzelve ten weste door een eilandje wordt bepaald. De noordkant is hoog, steil en schoon, en zou zeer na aangeloopen kunnen worden, indien dezelve niet meesten- tijds eenen lager wal opleverde. Weinig beoosten den westhoek staat een berg', welks rug den vorm heeft van een zadel, en daarom ook Zadelberg genaamd wordt. Op de noordwest zyde bevindt zich de hoogste en meest kenbare berg, Brandaris geheeten, die, door schepen uit het N. O. komende en zonder tydmeters varende, wel eens voor den St. Cliristoffel, op Curacaos N. W. zyde, is gehouden geworden en inderdaad met denzelven wel eenige overeenkomst heeft. Doch als men goed op de na- volgende onderscheidingen let, dan zal men zich, ook zonder tijdmeters...”