|
|
|
1 |
|
“...dat kunnen zij met geen mogelijkheid zeg-
gen en Kistemaker dat is nog veel barbaarser voor hen, dan is
het altijd Padre tchiquitu (de kleine priester). Gij moest mij daar
eens met dat zwarte volkje hooren discusseeren, ik heb alle hunne
eigen aardige termen en spreekwoorden al pront geleerd, ik praat
over hun mas, pindas en de gansche planterij en daar hebben zij
schik in, spreekwoorden die hebben zij in menigte zoo hoorde ik
eenigen tijd geleden twee negers bezig die ruzie hadden, de eene ;
Bestia quico bo ta carda, fer di unda bo a vini Ladron, Luango !
(beest wat denk je, waar ben je van daan gekomen, dief Luango)
Luango een plaats in Africa waar de slechtste negers van daan
kwamen die hier verkocht werden en altijd in verachting waren
bij de andere) en dadelijk antwoordde den anderen terwijl hij zijn
gespierde vuist omhoog stak, si bo no ta tapa bo boca un bez, lo
mi dael bo un bosta, qui bo ta weita Culu pa un pompoena) als je
naauw niet dadelijk je smoel houdt, dan zal ik je een opstopper...”
|
|
|