1 |
|
“...verstek verleenen in het geval be-
doeld bij artikel 79, 1ste lid, van het Curagaosch Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering, tenzij in rechten blijkt, dat hij
de oproeping om te verschijnen heeft ontvangen.
Indien ingevolge het voorgaande lid geen verstek wordt
verleend, zal de rechter zoodanige nadere oproepingen van ge-
daagde bevelen als noodig zullen blijken om in rechten vast te
stellen, dat de oproeping om te verschijnen is ontvangen.
Bij ontvangst van een schriftuur van antwoord, nadat ver-
stek is verleend en zoolang ten profijte daarvan het vonnis nog
niet gewezen is, wordt dat verstek geacht te zijn gezuiverd;
daardoor vervallen de gevolgen van het verleende verstek, mede
ten aanzien van de daardoor veroorzaakte kosten.
Artikel 3.
Tegen den in artikel 2 bedoelden gedaagde zal ten profijte
van een verleend verstek geen toewijzend vonnis worden uitge-
sproken dan ten minste drie maanden na het tijdstip der in-
trekking dezer landsverordening, tenzij nader blijkt, dat de vor-
dering gaaf...”
|
|