1 |
 |
“...vergadering van den Kolonialen Raad voor het
zittingjaar 1920/1921, rede u9 1.15.
Zendt in:
19 ontwerp-verordeningen. Zie onder Verordeningen.
29 ontwerp-keuren. Zie onder Keuren.
39 machtigingen op hoofdambtenaren om de beraadslagin-
gen bij te wonen en een raadgevende stern uit te brengen
u9 2.1; n9 5.1; n9 8.1; n9 9.2; ii9 12.2; n9 17.1.
49 depches en beschikkingen:
depche van 21 Mei 1920, N9 1527, naar aanleiding van
s Raads schrijven van 15 Augustus 1919, N9 41, meldende
dat de Gouverneur, na kennisneming van het advies van den
Gezaghebber van Aruba en dat van den Raad van Politie al-
daar, geen aanleiding kan vinden om terug te komen van de
beslissing op het verzoek van de wed. C. H. Eman, genomen
bij G. B. dd. 30 April 1919 N9 538, n9 3.1;
depche van 1 Juni 1920, N9 1857, verzoekende advies
over financieele decentralisatie en verkiezing voor den Kolo-
nialen Raad ii9 3.1;
depche van 2 Juni 1920, N9 1890, waarbij een van den
Minister van Kolonin ontvangen telegram ter kennis van...”
|
|
2 |
 |
“...voorzitter van den Raad n? 19.2.
Benoemt een commissie om den Gouverneur bij de opening
der vergadering voor het zittingjaar 1920/1921 in en uit te ge-
leiden n? 20.2.
Bedankt namens den Gouverneur den leden voor hetgeen zij
in het afgeloopen zittingjaar hebben verricht n? 20.2.
Sluit namens den Gouverneur de vergadering van den Ko-
lonialen Raad voor hot zittingjaar 1920/1921 n? 20.2.
Volksbetooging- Zie onder Buitengewone inkomstenbe-
lasting.
Waterleiding Aruba- Mededeeling dat de Gouverneur,
na kennisneming van het advies van den Gezaghebbei' van
Aruba en dat van den Raad van politie aldaar, geen aanlei-
ding kan vinden om terug te komen van de beslissing op het
verzoek van de wed. C. H. Eman, genomen bij G. B. dd. 30
April 1919, N9 538 n? 3.1.
Wees- onbeheerde en desolate boedelkamer. Zie ouder
Verordeningen sub 109
Winkel (F. W. P.), lid van den Raad.
Spreekt bij de beraadslagingen over de ontwerp-verorde-
ning tot verklaring van de wenschelijkheid om de definitief
vastgestelde koloniale...”
|
|
3 |
 |
“...reglement voor de Cnrajaosche Bank,
zooals sedert aangevuld en gewijzigd, laatstelijk bij de veror-
dening van den 30n. September 1919 (P. B. N9 66), aan te
vullen;
Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad,
vastgesteld onderstaande verordening.
Artikel 1.
Aan § 2 in Afdeeling 3 van artikel 1 der Verordening van
den 30n. Mei 1907 (P. B. N9 9), tot vaststelling van een
nieuw reglement voor de Cura5aosche Bank, zooals sedert
aangevuld en gewijzigd, laatstelijk bij de verordening van
den 30n. September 1919 (P. B. N9 66), wordt een nieuw lid
toegevoegd, luidende als volgt :
.,De directie is bevoegd in bijzondere omstandigheden het
bankbiljetten-kapitaal te verhoogen, mits voor dit hoogere
bedrag volledige dekking in munt of muntmateriaal aanwezig
is.
Artikel 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van den
dag na dien harer afkondiging.
Gegeven te Willemstad, den...”
|
|
4 |
 |
“...vastgestelde koloniale huishoudelijke
begrooting van Curasao voor het dienstjaar
W20 te verhoogen.
ONTWERP.
N9 1.
IN NAAM DER KONINGIN!
DE GOUVERNEUE van Curagao,
In overweging genomen hebbende, dat het noodig is zoo
spoedig mogelijk maatregelen te nemen ter verkrijging van
eenige kredieten, die in de definitief vastgestelde koloniale
huishoudelijke begrooting van Curagao voor het dienstjaar
1920 of tot een onvoldoend bedrag, of in het geheel niet zijn
toegestaan:
Heeft, den Raad van Bestuur gehoord, na verkregen goed-
keuring van den Kolonialen Raad, voorloopig vastgesteld
onderstaande verordening.
Eenig artikel.
Het is wensohelijk, dat in de Wet van den 26n. Februari
1920 (Staatsblad N? 90) (P. B. 1920, N9 20) houdende vast-
stelling van de koloniale huishoudelijke begrooting van Cura-
gao voor het dienstjaar 1920:
19 de volgende onderartikelen van artikel I verhoogd wor-
den met de daarachter vermelde bedragen:
a. onderartikel 17 met........................ f 1 200,_____
b. onderartikel 18...”
|
|
5 |
 |
“...Zoowel Pastoor Lamers als cle leider voornoerad zullen elk
jaar in Januari rekening en vei'antwoording moeten afleggen
van de door hen in voorschot ontvangen bedragen.
Geldelijk verlies is geheel uitgesloten en de verleende voor-
schotten zullen geleidelijk moeten worden afbetaald.
29 sii b. (onderartikel 76bis.) Aan het Jongensweeshuis in
1888 te Santa Posa geopend, werd oumiddellijk na de stich-
ting een inrichting tot onderwijs in verschillende vakken en
bedrijven verbonden. De oprichter was overtuigd van de
noodzakelijkheid de weezen o. m. door degelijke vakoplei-
ding te vormen tot nuttige leden van de! maatschappij. Het
ouderwijs omvatte: snijkunst, schilderen, meubelmaken, tim-
meren, wagenmaken, smeden, schoenen- en kleermaken.
Vele goede ambachtslieden zijn in den loop der jaren afgele-
verd. Door de tijdsomstandigheden kon aan deze inrichting
voor ambachtsonderwijs niet die uitbreiding gegeven worden
die zoowel met het oog op de betere leerwijzen als met het
oog op de praktijk...”
|
|
6 |
 |
“...meer dan nu op de
plantages werk kunnen vinden.
Ondergeteekende maakt zich geenszins de illusie, dat met
een beter productief maken van de plantages en andere daar-
voor in aanmerking komende gronden iets waarvan in de
toekomst nog veel te verwachten is landbouw en veeteelt
ooit aan alle handen onder de buitenbevolking werk zullen
kunnen verschaffen. Daartoe is trouwmns zelfs bet handels-
en havenverkeer evenmin in staat gebleken, getuige het feit,
dat de groote verlevendiging van het havenbedrijf na het
einde van den wereldoorlog de emigratie niet heeft kunnen
stuiten.
Maar wel acht hij zich verplicht om met alle macht naar
die verbeteringen te streven, waarvan n voor het oogenblik
n voor de toekomst baat voor groote groepen der bevolking
te verwachten is.
Anderzijds gevoelt ondergeteekende zwaar de plicht op
hem rusten om te zorgen, dat de gelden, die voor verbetering
van den economischen toestand zullen worden uitgegeven,
geheel aan de bestemden doeleinden ten goede zullen komen.
Hij geeft...”
|
|
7 |
 |
“...weg, dien men in te
slaan heeft, teekent zich steeds duidelijker at.
Trouwens, zoolang er een zekere sleur in een bedrijf be-
staat, wat met de veeteelt in de kolonie ongetwijfeld het ge-
val was, kost het ontzaggelijk veel inspanning om eenige ver-
betering door te voeren. Nu de omstandigheden dwingen om
met die sleur te breken is het welslagen van de plannen in
hoogere mate verzekerd dan zulks bij vroegere gelegenheden
het geval kon zijn.
Wat de verschafhng van molens en putten aan den kleinen
man, die, zooals den Kolonialen Raad bekend is, van ooft-
en groenteteelt zijn werk maakt, betreft, heeft ondergetee-
kende vooral het oog op het productief maken van velegrond-
jes, waaruit de huurders thans, met den besten wil,_^ niet ha-
len kunnen, wat ervan te trekken valt, omdat zij of een put
f, wat vaker voorkomt, een windmolen missen. Ook hier
zal ondergeteekende zich spiegelen aan de vroeger gemaakte
fouten en waarborgen treffen, dat van de verschatte middelen
werkelijk het gebruik gemaakt...”
|
|
8 |
 |
“...er op deze eilanden,
onder de tegenwoordige omstandigheden veel voor die verbe-
tering zal kunnen worden gedaan. De aandacht van hot Be-
stuur blijft echter ook op deze belangen gevestigd.
Hoeveel al de voorgenomen maatregelen en verbeteringen
zullen kosten valt, zooals van zelf spreekt, niet met zekerheid
te zeggen. Verwacht wordt echter, dat met een bedrag van
f 573 000, voldoende zal kunnen worden gedaan. Dit be-
drag, dat voor een belangrijk deel aan voorschotten zal wor-
den uitgegeven, zal na verloop van eenige jaren weder gedeel-
telijk worden terugontvangen, terwijl tegenover dat deel der
te doene uitgaven, dat niet terugontvangen wordt, bijv. die
voor uitbreiding van het domein tot het verkrijgen van wo-
ningterreinen en weidegronden en voor het graven van put-
ten, op gouvernementsgronden, behalve de opbrengst we-
gens het verhuren van die terreinen, in verband met de ver-
betering van den algerneenen economischen toestand, die van
deze maatregelen verwacht wordt, vele indirecte...”
|
|
9 |
 |
“...15
St. Elizabeths gasthuis, ofschoon in eigen inrichting wer-
kende, toch ook de onvermogende gouverneuientspatiiiteu
en die zijn verre in de meerderheid verplegen, dus in
zekeren zin het gouvernement dieiien. (*)
Het ligt in de bedoeling, als algmeene regel, geen verpleeg-
sters in aanmerking te laten komen voor verlof, tenzij na
minstens lOjarigen arbeid in de kolonie. Het bestuur der
Congregatie heeft toegezegd bij eventueele afkeuring in Ne-
derland van een met verlof zijnde zuster, een nieuwe kracht
naar de kolonie te zullen zenden in de plaats van de in Ne-
derland achtergehoudene.
(*) Op 1 Juni 1930 waren in het Gasthuis aanwezig 8 eerste klasse,
1-1 tweede klasse, 4 derde klasse, 6 vierde klasse en 135 onver-
mogenden.
29 sub h. (onderartikel 139&ts). In de Paardenbaai op Aru-
ba moet eenig baggerwerk worden verricht om schepen van
iets grooteren diepgang te veroorloven langs den steiger te
gaan liggen of deze althans dichter te naderen. Om de zand-
afzetting aan den mond van...”
|
|
10 |
 |
“...
Dit lid zou gaarne willen weten hoeveel men ongeveer schat
dat de gemiddelde melkopbrengst per koe meer zal bedragen
bij verandering van voedsel op de beschreven methode.
Datzelfde lid vroeg hoeveel arbeiders men denkt, dat ge-
middeld voor een plantage benoodigd zal zijn voor het inten-
sieve bedrijf als in de toelichting op bladz. 10 aangegeven en
hoeveel de arbeiders gemiddeld zullen komen te verdienen.
Naar aanleiding van de plannen tot verschaffing van mo-
lens en putten aan den kleinen man, die van ooft- en groen-
teteelt zijn werk maakt, verzocht het lid aan het woord de
overlegging van het Keglement van de Landbouwleenbank...”
|
|
11 |
 |
“...5
alhier, zoomede het laatste verslag en de balans van genoem-
de bank. Hij stelde hierbij verder de vraag of het gebleken
is, dat de menscheu, die gelden van die Bank geleend hebben
uitsluitend door hun bedrijf vooruit gegaan zijn.
Deze laatste vraag werd gedaan naar aanleiding van het al-
gemeen uitgesproken oordeel, dat juist die kleine man, slechts
dan vooruit kan gaan, wanneer hij onder voortdurende stren-
ge contrle staat.
Gevraagd werd (steeds nog hetzelfde lid) of er voldoende
afzetgebied is voor de alo van Aruba.
Wat verdient de arbeider gemiddeld daar aan dit bedrijf?
AVordt er nog gebruik gemaakt van de kookoveus welke
indertijd op advies van den Districtmeester Beaujon besteld
zijn? Zoo ja, voldoen ze?
Ofschoon met groote ingenomenheid, ziet men toch
waar vroeger door een andere handelwijze een gevoelige klap
aan eigenaren van groote plantages is toegebracht door het
onrechtmatig ontnemen van weidegronden met verwonde-
ring, dat er nu zoo angstvallig voor gewaakt wordt de...”
|
|
12 |
 |
“... alwaar de geneeskundi-
ge dienstdoet' Dr. Hopkins wordt waargenomen, wonen onge-
veer 5000 menschen. Ondergeteekende blijft den aanleg van
deze telefoonverbinding urgent, achten.
Aanleg van een nieuwen steiger op de reede van Kralendijk.
Ondergeteekende kan de meening van ,,enkele leden niet
deelen, dat het belang van dezen steiger de uitgaaf niet zou
billijken, omdat, naar hun oordeel, het meest kleine zeilsche-
pen zijn die Bonaire aaudoen. De bestaande steiger dateert
van omstreeks 1876 en na dien tijd, vooral in de laatste 20
jaar, zijn de handel en de scheepvaart op Bonaire toegeno-
men. In 1876 en 1919 zijn op Bonaire ingeklaard onderschei-
denlijk 414 en 527 schepen, onder welke laatste ook verschei-
dene groote schoeners, waarvan 7 aldaar thuis behooren, die
er dan ook geregeld aankomen om te lossen en te laden. Aan
den steiger kunnen hoogstens drie kleine kotters tegelijk aan-
leggen. Het gebeurt dan ook vaak, dat 4 en meer schepen
op denzelfden dag moeten lossen en laden en het...”
|
|
13 |
 |
“...gevlochten hoeden. Het voor-
schot wordt verleend aan Pastoor Lamers te Eincon, die zich
voor deze zaak interesseert en voor verzending naar het ge-
vonden afzetgebied zorg draagt. Pastoor Lamers laat door
tusschenkomst van andere geestelijken ook op Curasao hoe-
den opkoopen.
De uitzending van een persoon uit Nederland voor de rege-
ling der stroohoeden-vlechtnijverheid op coperatieven grond-
slag heeft van den beginne af de volle instemming van on-
dergeteekende gehad. Hij heeft, daarom dadelijk na zijn
optreden Mmderorn bij Z. E. den Minister van Kolonin aau-
gedrongen op eene spoedige uitzending van dien persoon, tot
dusver echter zonder resultaat.
2o. sub b. Het was ondergeteekende aangenaam te verne-
men, dat de Koloniale Eaad algemeen bereid is, aan dezen
post mede te werken.
Aan het bestuur van het jongensweeshuis zal de tegemoet-
koming slechts dan worden uitgekeerd, als de werktuigen...”
|
|
14 |
 |
“...moeilijkheden stui-
ten, daar het bestuur der inrichting reeds stappen in die rich-
ting heeft genomen.
Aan hem, die de inrichting verlaat, zal het stel werktuigen,
waarmede hij zijn ambacht heeft geleerd en dat voor hem dus
voor het verdienen van zijn levensonderhoud onontbeerlijk is
geworden, worden medegegeven.
Dit zal geheel of gedeeltelijk, al naar het geloerde ambacht,
de uitgaans- of spaarkas vormen, zoodat nog voor sommigen
een bedrag in geld beschikbaar blijft.
Het spreekt van zelf, dat na deze voor nmaal aangevraag-
de tegemoetkoming voor eerste aanschaffing, de inrichting zel-
ve voor vernieuwing en aanvulling zal moeten zorg dragen en
de uitgaven voor de spaar- en uitgaanskassen, in welken
vorm ook, nimmer onder de uitgaven vallen die in art. 88
van het ontwerp der onderwijs-verordening worden genoemd,
als uitmakende de kosten van een school of leergang voor
ambachtsonderwijs.
In het slot van de toelichting van dezen post is sprake van
de stichting van een ambachtsschool hetzij...”
|
|
15 |
 |
“...verordening van 26 April 1909 (P. B. N9 18), houden-
de bepalingen omtrent het bouwen en stellen van huizeu,
getimmerten, muren en afscheidingen in de stadsdistricten;
39 de verordening van 5 November 1915 (P. B. 1916 N9 4),
houdende nieuwe bepalingen tot wering van ontsiering en
belemmering der straten in de stadsdistricten dor verschil-
lende eilanden der kolonie;
zooals deze verordeningen laatstelijk gewijzigd zijn bij de
verordening van 22 Augustus 1917 (P. B. 1918 N9 6), te
wijzigen;
Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad,
vastgesteld onderstaande verordening.
Art. 1.
Waar in de verordening van den 26u. April 1909 (P. B.
N9 17), houdende bepalingen omtrent de verplichte herstel-
ling en de mogelijkheid tot het doen afbreken van gebouwen,
muren en trankeeren, die bouwvallig zijn, en omtrent het
onbewoonbaar verklaren van woningen, zooals laatstelijk ge-
wijzigd bij de verordening van den 22n. Augustus 1917 (P. B.
1918 N9 6), van ,,het Hoofd van Politie wordt gesproken...”
|
|
16 |
 |
“...3.
Waar in de verordening van den 5n. ISTovomber 1915 (P. B.
1916 N? 4), houdende nieuwe bepalingen tot wering van ont-
siering en belemmering der straten in do stadsdistricten der
verschillende eilanden der kolonie, zooals laatstelijk gewijzigd
bij de verordening van den 22n. Augustus 1917 (P. B. 1918
N9 6), van ,,de(n) Procureur-Generaal wordt gesproken,
wordt in de plaats daarvan gelezen ,,de(n) Directeur der
Openbare AVerken.
Art. 4.
Deze verordening treedt in werking met ingang van den
dag na dien barer afkondiging.
Gegeven te Willemstad, den...”
|
|
17 |
 |
“...Koloiiiaie Kaad.
ZITTINGJAAR 19201921.5.
Verordening van den.........................
tot regeling van de brandiveer in het stads-
district op het eiland Curagao.
(De vroegere stukken zijn gedrukt onder N. til
van het Zittingjaar 19191920).
De Commissie van Rapporteurs, in overleg met de Voor-
zitters der Afdeelingeii, is, na kennis genomen te hebben van
de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over
deze ontwerp-verordening, van oordeel, dat door de gewissel-
de schrifturen de openbare beraadslaging over het ontwerp
genoegzaam is voorbereid.
Aldus vastgesteld op Curagao, den 26n. Augustus 1920.
De Rapporteurs,
II. STATIUS MULLER.
En. S. LANSBERG....”
|
|
18 |
 |
“...Koloniale Raad.
ZITTINGJAAR 19201921.6.
Verordening van den.......................^
tot verhooging van de Cura^aosehe pensioe-
nen.
ONTWERP.
N9 1.
IN NAAM DER KONINGIN!
DE GOUVERNEUR van Curasao,
In overweging genomen hebbende, dat het wenschelijk is
de pensioenen ten laste van de Koloniale kas te verhoogon;
Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad,
vastgesteld onderstaande verordening.
Artikel 1.
De ten laste van de Koloniale kas aan burgerlijke ambte-
naren eii aan hunne weduwen en weezen verleende, en niet
vervallen pensioenen, worden, gerekend van 1 Januari 1920
af, en die, welke na dien datum zijn of worden verleend, ge-
rekend van bet later tijdstip waarop zij zijn ingegaan of zul-
len ingaau, met veertig ten honderd verhoogd.
Artikel 2.
De krachtens deze verordening toe te kennen verhooging
doet het bedrag van het verhoogde ambtenarenpensioen niet
boven f 4 000, en dat van het verhoogde weduwen- en
weezenpensioen niet boven f 2 000, stijgen.
Artikel 3.
De op het tijdstip...”
|
|
19 |
 |
“...Koloniale Raad.
ZITTINGJAAR 19201921.7.
Verordening van den..........
tot regeling van het anmvezen.
ONTWERP.
1.
TN NAAm der KONINGIN!
DE GOUVERNEUR van Curagao,
In overweging genomen hebbende, dat het, ter uitvoering
van artikel 183, tweede lid, van het Reglement op het beleid
der Regeering in de kolonie Curasao, weuschelijk is het vol-
gende vast te stellen;
Heeft, na verkregen goedkeuring van den Kolonialen Raad,
vastgesteld onderstaande verordening.
Artikel 1.
1. Instellingen van weldadigheid in den zin van deze ver-
ordening zijn die, welke de Gouverneur heeft erkend als ar-
menverzorging, in of buiten gestichten, voortduren!! ten doel
hebbende.
2. Instellingen, welke tevens andere doeleinden nastreven,
worden als instellingen van weldadigheid beschouwd voor
zoover zij het in hot eerste lid omschreven doel beoogen.
Van de openbare armenkassen.
Artikel 2.
1. Er bestaat op elk eiland der kolonie een openbare ar-
menkas die als zoodanig rechtspersoonlijkheid bezit.
2. Het bestuur van...”
|
|
20 |
 |
“...ning uitgereikt en het toezicht op den ondersteunde gehouden
worden door n instelling.
Artikel 11.
1. Indien ondersteuning wordt geweigerd, met do kenne-
lijke bedoeling om armen van ondersteuning uit te sluiten op
gronden, die niet overeenkomen met de bestemming van de
armenkassen, kan de Gouverneur beslissen, dat, in welken
vorm, hoeveel en gedurende welk tijdvak de betrokken ar-
menkas tenminste ondersteuning moet uitkeeren. Voor wat
betreft de eilanden buiten Curagao geschiedt deze beslissing
na ingewonnen advies van den Raad van Politie op hot des-
betreffend eiland.
2. De betrokken armenkas is gehouden tot uitvoering van
die beslissing. Weigert de kas die uitvoering, dan zijn op
Curagao de administrateur van financin en op een der an-
dere eilanden de gezaghebber daartoe voor hare rekening ge-
houden.
Artikel 12.
De ondersteuning geschiedt ten laste van de armenkas,
baar verstrekt.
die
Van andere instellingen van weldadigheid.
Artikel 13.
1. Het bestuur van eene bij
verordening in wezen...”
|
|