Your search within this document for 'poli-insaturá' resulted in five matching pages.
1

“...Pag. 80 menen, dat bijvoorbeeld dc Cura9aosche nationalisten en tiek^dSken^ opzichten eikaars poli' lek dekken. Pit komt d ordat tussen de eilanden onderli ig tegenst 1- lingen bestaan, maar bovendien doordat de politieke partijen hier in Ier?anr"darzifb"'"" """ verschillen met de politieke p^??ijeri^Iie- om^ekeerde dus van personen dan op programma' ssteunen. Het Toch zoS het LTu^st^. i ^ ^ partijprogramma de h .ofdrol speelt gedL^wordt^ S de conclusie te trekken (wat wel eens Tet partijen hier programma-loos zouden zijn^ want ook hP+ Si politieke leven ontwikkelt zich ook het partijwezen en dat gaat in een temp;, dat veel hoger is dan men zich veelal realiseert, al gebeurt het dan ook geruisloos? Cara£^o_^ereite_J^ m .llioen Antilliaanse guldens. VyiblHMoTAD, 21 Pebruari.- Als bewijs van het feit, dat n )g steed- irNedeSand^mSrLTdr S van gelden voor het Rampenfonds i^dl mee? Pebruari j.1. voor Curasao alleen dank zii een gift Ant.courant bijeen was gebracht, Aruba, mede aanm zij een...”
2

“...Pag.go. zeer populaire dialogen, waarin sociale misstanden worden gehekeld. Het zijn vaak min of meer sterk gepeperde twistgesprekken, de laatste jaren niet zelden met een politieke achtergrond of strekking. Wij mogen tot de volksliteratuur ook rekenen de populaire songs, die sedert de film vrij sterk in zwang zijn gekomen. Het literaire talent vindt ook uiting in feestelijke toespraken, politieke redevoeringen en'stichtelijke ser- moenen. Het zou met name de moeite lonen om de redevoeringen op poli- tieke vergaderingen met een literair oor te 'beluisteren. Men zou dan inderdaad moeten toegeven dat de demagogische grofheden niet altijd achterwege blijven, maar men z)u evenzeer tot de verrassende slotsom ktmen^ dat vele eenvoudige Antillianen van een grotere verfijning blijk geven dan men zou hebben verwacht. De bloei van de volksliteratuur moet men zoeken in de tijd van voor de emancipatie van 1863. Dit hangt allicht samen met de ontwikkeling van onze geschiedenis, dewelke in twee perioden...”
3

“...om de aanpassing van de Ca- raibische Commissie aan de nieuwe verhoudingen in de Nederlandse An- tillen te bevorderen. De Nederlandse deskundige, die ten behoeve van de plannen voor de welyaartszorg overgekomen is en inmiddels weer is vertrokken z.'l adviseren omtrent een sociologisch onderzoek. De deviezencontrole en het politiecorps krijgen beide aandacht in de memorie. Vi/at de deviczencontrole betreft bepleit de regering het concentreren hiervan bij de Cura^aosche Bank. Ten aanzien van de poli- tie deelt de Regering de mening der Staten, dat het opnemen van lands- kinderen in de hogere rangen zeer gewenst is. De opleiding tot politie- officier kan het beste geschieden aan het Rijksinstituut tot opleiding van hogere politie-beambten te Hilversum. Voorlopig bleek slechte r landskind in staat, de cursus te volgen. Ook wat betreft de arbeidsmarkt is het streven van de regering erop gericht, slechts dan niet-landskinderen een functie of ambt te doen bekleden, wanneer vaststaat dat het te...”
4

“...toegekend reeds in Februari 195Q werd aan de regeringen van Suriname en van de Nederlandse Antillen een schets aangeboden, van een Statuu t, inhoudende de grond- slagen voor de samenwerking der drie Rijksdelen in het Koninkrijk,^ ' Inmiddels was door de souvereiniteitsoverdracht aan Indonesi de weg vrij voor een definitieve regeling met Suriname en de Nederlandse Antillen, doch plaatselijke omstandigheden, herhaalde locale politieke spanningen, werkten een vlot verloop tegen. Nu eens was het een poli- tieke strijd in Suriname, dan een in de Nederlandse Antillen waardoor b.v. de Interimregeling pas een vol jaar later dan in Suriname in werking kon treden -, of wel een langdurige Kabinetscrisis hier te lande, welke noodzaakte de onderhandelingen op te schorten. Achtereenvolgens waren bij de onderhandelingen in Suriname betrokken 5 Statencolleges, 3 Gou- verneurs en traden sinds 19^8 4 regeringscolleges op; in de Nederlandse...”
5

“...willen t.^rugkeren, dan dat Antillianen hun geboortegrond zouden willen verlaten. De gouverneur acht de mogelijkheid niet groot, dat de federatie der Engelse Caribische gebieden, waarmede thans een eerste begin is gemaakt, van veel invloed zal zijn op de An- tillen en Suriname. Inderdaad zou, als men in de Nederlandse rijksdelen het gevoel zou krijgen, dat in politiek Ot^zicht de Engelse federatie verder zou gaan dan de Nederlandse staat- kundige organisatie binnen h^t koninkrijk, dit mogelijk poli- tieke aspiraties kunnen wakken. Maar het tot stand komen van de federatie der Engelse gebieden zal nog op vele moeilijkheden stuiten door de insulaire instelling, die eilanden in het al- gemeen van nature nu eenmaal hebben op het stuk van samenv^er- king, hetgeen trouwens ook in de Ned.Antillen aan de dag ge- treden is.. Gouverneur Struycken wees ten slotte nog op het belang van continuteit en stabiliteit in de bestuursvoering, juist thans in de overgangsperiode op staatkundig gv^bied. Dit geldt...”