Your search within this document for 'factor,pusha' resulted in six matching pages.
1

“...e balansen afgedrukt vindt. Het gebruik dezer tafels vereischt eenige kennis van verzekeringswiskunde (zie § 18). Het salarisver loop wordt weergegeven in eveneens leeftijdsgewijze analoog bepaalde verhoogingsgetallen. Naast de genoemde grootheden worden nog eenige andere bij de berekeningen gebruikt, waarvan hier nog vermeld worden de verhouding, die bij pensionneering het pensioen tot den pensioengrondslag heeft en de kans op gehuwd zijn, ook weer voor eiken leeftijd. * §16. Rentevoet. Een factor van geheel anderen aard, die een zeer belangrijke rol speelt bij de berekeningen, is de intrest, die men verwacht op het belegde kapitaal te zullen maken. Met een eenvoudig voorbeeld kan haar werking verduidelijkt worden. Om over een jaar f 1 000 te kunnen betalen, behoeft men thans nog niet over het volle bedrag te beschikken, maar kan men met zooveel minder volstaan als het geld, in dien tijd rentegevend belegd, aan rente opbrengt. Met de rente samen heeft men dan aan het eind van het jaar...”
2

“...bepaald worden. Door deze bedragen te vermenigvuldigen met de sommen der pensioengrondslagen van eiken leeftijd en deze uitkomsten op te tellen, krijgt men de c.w. der toekomstige pensioenen. c. toekomstige weduwen- en weezenpensioenen, toe te kennen na overlijden van de deelgenooten, die op den balansdatum in dienst zijn. Dit overlijden kan in dienst plaats vinden of later, na pensionneering. De c.w. dezer pensioenen wordt op gelijke wijze gevonden als die der eigen pensioenen, waarbij, in den factor, die de c.w. per eenheid van pensioengrondslag uitdrukt, reeds rekening is gehouden met al dan niet gehuwd zijn. d. toekomstige weduwen- en weezenpensioenen, toe te kennen na overlijden van op den balansdatum reeds gepensionneerden. De c.w. dezer pensioenen is gevonden door vermenigvuldiging van de indi- vidueel berekende bedragen der eventueel toe te kennen weduwenpensioenen met de waarde van een lijfrente op het leven van de vrouw, ingaande na den dood van haar man (overlevingsrente). De v...”
3

“...y de verschoven leeftijd (zie § 28) van zijn vrouw genomen. Een nauwkeurige berekening van de pensioenlasten van de kinderen der deel- oenooten, die onder de pensioenverordening van 1899 vallen, zou zeer omslachtig zijn, omdat tijdelijke renten, ingaande na het overlijden van beide ouders, bepaald zouden moeten worden. In verband met de betrekkelijk geringe lasten dezer wee- zenpensioenen is een globale rekenwijze gevolgd en de overlevingsrente voor het weduwenpensioen vermenigvuldigd met een factor, afhankelijk van den leeftijd van het jongste kind. Immers tot diens meerderjarigheid moet het pensioen uitgekeerd worden. Zoo is bijv. met 1,020 vermenigvuldigd, indien het jongste kind 3, met 1,009, indien het 9 en met 1,001, indien het 15 jaar was. De last der weezenpensioenen voor de onder de verordening van 1938 vallende gepensionneerden kon echter zonder veel bezwaar wel met tijdelijke renten bij overlijden bepaald worden. Voor elk kind afzonderlijk is het pensioen, waarop het in geval...”
4

“...Indien de bijdragen blijvend door het Gouvernement verdubbeld zouden wor- den is de toeneming van het jaarlijksche tekort door renteverlies f 582 000 en tenge- volge van de nieuwe toetredingen f 422 800, of tezamen rond 1 millioen gulden. Beschouwt men de wetenschappelijke balans, die berekend is met de benoo- digde bijdragepercentages, dan vloeit uit de nieuwe toetredingen geen toeneming van het tekort voort, zooals in de vorige paragraaf is uiteengezet. Het renteverlies blijft echter wel een factor, waardoor het tekort verhoogd wordt, en wel met 0,03 X f 10 198 000 f 306 000 in het eerste jaar. § 60. Gaat men de ontwikkeling van het fonds in 1945 na, dan ziet men, dat de volgende bedragen aan subsidie ontvangen zijn : Er is geen rekening gehouden met het koersverschil tusschen den Nederland- schen en den Curagaoschen gulden. Immers de aanvulling der in Nederland betaal- bare pensioenen tot Curagaosch courant zal nog betaald en ontvangen worden. Deze nog te ontvangen subsidie is hierbij...”
5

“...56 STAAT V. Benoodigd bijdragepercentage voor eigen pensioen MANNEN Leeftijd in volle jaren y Aantal toetredingen Aangenomen pensioengrond- slag bij toe- treding per man Pensioen- factor Contante waarde eigen pensioenen [2] X [3] X [4] Bijdrage- factor Contante waarde v/e bijdrage v. 1 % over pen- sioengrondslag [2} X [3] X [6] X 0,01 rn |2| [31 m [51 (61 [71 18 1 f 1 055 5,17', f 5 400 34,33 f 360 19 20 1 1 281 5,52 7 100 34,64 440 21 1 1 394 5,66 7 900 34,46 480 22 1 1 546 5,60 17 300 33,12 1 020 23 1 1 696 5,51 28 000 31,59 1 600 24 3 1 848 5,41 30 000 30,01 1 660 25 3 2 000 5,30 31 800 28,44 1 710 26 3 2 188 5,11 33 500 26,44 1 740 27 3 2 340 5,03 35 300 25,13 1 760 28 3 2 530 4,89 37 100 23,34 1 770 29 2 2 720 4,78 26 000 21,81 1 190 30 .2 2 909 4,69 27 300 20,42 1 190 31 2 3 100 4,61 28 600 19,12 1 180 32 2 3 253 4,60 29 900 18,11 1 180 33 2 3 442 4,55 31 400 16,93 1 160 34 2 3 593 4,55 32 600 15,99 1 150 35 1 3 782 4,51 17 000 14,92 560 36 1 3 931 4,52 17 800 14,03 550 37 1...”
6

“...57 STAAT V (Vervolg). Benoodigd bijdragepercentage voor eigen pensioen VROUWEN Leeftijd in volle jaren y M Aantal toetredingen 181 Aangenomen pensioengrond- slag bij toe- treding per vrouw f91 Pensioen factor HOI Contante waarde eigen pensioenen [8] X [9] X [10] mi Bijdrage- factor 1121 Contante waarde v/e bijdrage v. 1 % over pen- sioengrondslag [8] X [9] X [12] xo.01 ri3i 18 0,8 f 1 078 0,78 f 670 10,15 f 90 19 1,0 1 138 0,86 980 10,22 120 20 1.2 1 198 0,96 1 390 10,32 150 21 1,3 1 258 1,08 1 760 10.46 170 22 1,4 1 319 1,20 2 220 10,65 200 23 1,4 1 380 1,35 2 610 10,88 210 24 1,3 1 440 1,52 2 840 11,16 210 25 1,2 1 500 1,70 3 070 11,49 210 26 1,1 1 561 1,92 3 290 11,87 200 27 1,0 1 623 2,16 3 510 12,32 200 28 0,9 1 685 2,44 3 700 12,85 190 . 29 0,8 1 748 2,72 3 890 13,33 190 30' 0,7 1 811 3,01 3 820 13,73 170 31 0,6 1 875 3,29 3 710 14,04 160 32 0,5 1 939 3,57 3 460 14,24 140 33 0,4 2 003 3,83 3 070 14,33 110 34 0,3 2 067 4,07 2 520 14,30 90 35 0,2 2 131 4,28 1 820 14,13 60 36 0,2 2 195...”