|
|
|
1 |
|
“...t) l^EF VAIST CRAQAi
bloemteekenen; wist- n weinig van de aardrijks-
kunde en gefchiedenis, n befpeelde met gevoel d
piano: dies raadde ik haar, naar eene gelegenheid
om te zien, om als Secondante in eene kostfchool
voor meisjes, te worden geplaatst. Zij deed eeri
en andermaal aanzoek daartoe, doch zonder naar'
wensch te Hagen.
De eenige toevlugt, welke haar thains overbleef ,
was ne tante, de ftiefzuster harer overledene
moeder, die hier te Deventer woonde* Deze fchreef
haar brief op brief, eii beloofde gouden bergen,
indien zij als gezelfchaps-juffer en tevens om een
handje in de huishouding te leenn, tt haar wilde
komen* Henritta intusfhen, die haar bij ge-*
tucht zeer wel moet gekend hebben, had weinig
lust om haaf aanbod aan te nemen. Ook ik liep er'
juist niet hoog mede, daar ik hier wel eens ge-
ruchten aangaande deze vrouw' gehoord had, dief
mij geen zeef gunftig denkbedd van haar inboe-
zemden, maar Veel meer Voor het toekomftig lot
Van Henrietta bekommering baarden* Hare tante'...”
|
|
|