Your search within this document for 'toren,lego' resulted in three matching pages.
1

“...grappig. ouderhoiid; lumpey Fojsgenoo- ten gezellig, den, .rid verkortte* ,Kp;r men er aan dacht, was Voort huizen bereikt, en -r* toen men het dorp.achter den rug had, bereids de, helft van den Weg. afgelegd r Op der kvvinkilag. en Vrolijk ge- ipxek, reed :tnen. ongein erkt al voort en vpprt. - % Toen men het dorp Twcllo uit, e eene hoogte was:-opgereden, ligt de voerman zijne beestjes eene Wijl. zacht aandappen; en eer iemand het ver- moedde^ wees hij met zijne zweep in het ver- fchiet eenen toren aan,.en zeide; Als de Hee*> ren Deventer willen zien liggen!... Daar ziet ' I ft met...”
2

“...13* DE NEEF VAN CURASAO, ,, men den toren van de groote kerk! Binnen ,, een ftijf half uur zijn wij er.' Hu t fl.. Voort zeg ik, knollen! En nu ging het in eenen draf voorwaarts. Zonder dat het gezelfchap eenige ontmoeting van aanbelang of iets buitengewoon merkwaardigs was bejegend kwam men eindelijk behouden en wel binnen de ftad Deventer aan. Voor het ge- wone veerhuis (leeg men af. Maar onze Jan had zich te ongemeen wel vermaakt, om nog' zoo fpoedig van zijn gezelfchap te kunnen fcheiden hij was in dit opzigt als de kinderen, en zoude wel gewenscht hebben, dat de :pret' nog langer ge- duurd had; ook zat een der beide grappenmakers, toen zij de Duimpoort binnem reden, nog te mid- den van een verhaal; en dit wilde J-an nog uit- verteld hebben. Ik heb weergaloos veel pleizier gehad! dat ,, moet ik zeggen, betuigde hij onder hetafflij- gen van den wagen. ,, En als de Heeren mij ver- maak wilden doen; dan moesten wij te zamen in de herberg nog een: paar langhalzen knappen.' Wij zijn...”
3

“...DE NEEF VAN CURASAO. 185 worden; hij was... Maar, mijn nachtlicht gaat mij begeven. Ik moet, m aan u te fchrijven, een uurtje van mijne nachtrust uitwinnen-. Het is middernacht en alles ligt hier in diepe rust gedom- peld; alleen ik zit op mijn dakvlieringje nog aan u te fchrijven; gij moest eeris zin, he ik mij be- help een oud venfterluik op eene mand gelegd is mijne fchrijftafel!.... Ik moet eindigen. Dsir roept de fchildwacht aan de overzijde: afgelost! het flaat op den toren der groote kerk juist twaalf uren. Ik had mijnen brief, dien ik reeds eergiste- ren avond begonnen heb, wel op den ipden kun- nen dagteekenen. Vaarwel mijn lieve Betje ! Ik verzoek u, Mevrouw Hoogbrand van mij te groeten. Kus hare lieve, kinderen voor mij! Doe ook mijn hartelijken groet aan :Mijnheer. en Jufvrouw Breginck de familie- van. den Schout, van den Schoolmeester en alle die gij te Bertingen fpreekt. Schrijf mij fpoedig en vergeet niet Uwe getrouwe vriendin . Henrietta. M 5 Ja-...”