Your search within this document for 'plan,akshon' resulted in nine matching pages.
1

“...tot op de hoogte, waar hij zich thans bevond. En daar was hij, niet langs flinkfche wegen en bijpaden, maar door betamelijke middelen en op eene eerlijke wijze gekomen. Hij genoot dan ook zijn verworven rijkdom in ru.st en met zegen; en ftreelde zich aangenaam met het uitzigt, dat hij op zijn ouden dag het zijne nog eens in vrede zou genieten. Elk heeft zoo zijn ftokpaardje, Dat .van van per Stap hield zich bij het walletje langs, zon- der veel geruehts in de wereld te maken, s Mans geliefkoosd plan was namelijk, om nog eens naar het vaderland terug te keeren, en in zijne geboor- teftad jhmficrdam, zijne dagen in ftilte ten einde te brengen. Dadr wilde hij dan, in de nabijheid van den Buitenkant of op het eiland Kattenburg, zich een fraai en welingerigt huis koopen, waar hij zoo dagelijks onder het roken van zijne pijp en de zoete herinnering van vorige dagen, het voor hem vermakelijk gezigt van het IJ genieten, en onderhands zijn kieltje, dat telkens een dagje ouder begon te worden, tot...”
2

“...i io DE NEEF VAN CURASAO.: Maar hadden zij er mij ofe geerie teden-toe ge-. ,, geven? Af'zijne.'-dagend daar had men het ,j leven gaande fiet fpeet hen geweldig, dat.de ,'j" mijn dezen middag 'zoo lelijk was afgefprongen* -Zij verzonnen" eohtfer weder eene andere list, en ,, fprakeh m;et elkander af, dat zij riiij den volgen- den1 morgen -bij het ontbijt .in de:val zoude lok-. i, ken; Huh plan was: namelijk om .mij, daar het ,, de nachts reeds tamelijk vroor,. voor ..het invrie.-. ,V;zn- bang te maken. Ja! daartoe hadden zij den regtn in mij voor. Den volgenden ochtend, aan het ontbijt zittende, hadden wij de grap. ,, ,, De lucht Haat vrij helder; het zt- zich regt ,, ,] tot vriezenmerkte nerf, naar buiten kijken- d;''-aar|.v ,, i, Wat zegt gij daar-, Bodewjjn !: vroeg nicht, Wet zet zich 'tot. vriezen? .. .. Wel! het heeft ,v m -eehig nachten reeds < zo. fterk gevroren, II dat r drie dtiirah dik ijs in de floot ligt/ . "'J&! hernam nerf, Wij zijn reeds ver. j,, in October. ;Er...”
3

“...fcherlieden zijn, die met een opgezetten haai of zeekat te kijk, het land afloopen. Bravo! Laat ons daar eens op drinken! Uwe goede reis en behoudene terugkomst, Jan! Top! zegt van der Stap, den Stuurman befcheid doende. ,, Dat wij elkander in gezonde heid mogen wederzien ! Op den anderen morgen was de reis van Kapitein van der Stap naar Deventer bepaald. De dag verfcheen. De Kapitein had voorgenomen, de reis over Utrecht te nemen; en daarna over Har- derwijk terug te keeren. Gelijk het plan was vastgefield, wilde Kapitein van der Stap onder de vermomming van een armen zeeman reizen, en bij zijne maagfchap, die hij ging bezoeken, voor- geven dat hij zijn fchip en vermogen op zea ver- loren had, en thans genoodzaakt was, bij zijne vrienden in het vaderland hulp en onderfleuning te gaan zoeken. Hij en Robbij, die medeging, waren geheel overeenkomftig de te fpelene rpl uit- gedost; beide hadden zich in eene oude fcheeps- plun-...”
4

“...wij beleven hier wat met dat lange rol* paard! hij is acht en twintig jaren oud, en ftaat nog uren lang, met alle aandacht langs de ftraat naar Jan Klaasfen in de poppekas te kijken! ook kan hij aardige knipfeltjes maken; hij is zoo zachtaardig als een lam, en heet Roelof Tur- kenschrik <.. Is het niet om er kronijken van te dichten ?... Om nu op Henrictta*s komst terug te komen! Onze Noordhollandfche vrienden denken niet, dan over drie weken te vertrekken: want gij moet we- ten, zij zijn van plan, nog eerst een uitfiapje naar het Stichtfche te doen Zeist, Soestdijk en die omftreken te bezoeken; terwijl mijn va- der en ik dan met hen zullen gaan. Wij raken hen dus niet kwijt, dan met de helft van Mei. Hoe gaarne ik nu Jufvrouw Jetje eerder verwach- ten zou, want ik zou aan haar gczclfchap voor- zeker meer hebben, dan aan dat van mijne bejaar- de nichten en Roelof Turkenschrik ; zoo is het echter niet wel mogelijk haar Ed. voor den twintigften van Mei hier te ontvangen. Ik heb het daarom...”
5

“...tegenwoordige kastelein en zijne vrouw waren beide uit het Overmaasfche; en hadden mij dus niet ge- kend zoodat ik naar allen konde vragen, zonder herkend te worden. Verbeeld u mijne ontroering, toen'ik hoorde, dat de brave Domin Dalman en zijne vrouw beide, voor anderhalf jaar reeds over- heden waren, en hunne dochter finds het dorp had verlaten en zich bij eene:tante te beventer bevond. Hoe deerlijk was mijn wensch, om deze lieve fa- milie in welftand te ontmoeten, teleurgefteld; en mijn geliefkoosd plan, om haar door mijne onver- wachte terugkomst aangenaam te verrasfen, ver- O 4 ydeld!...”
6

“...Hen- RiTTA incognito een bezoek te geven, en de huishouding daar bij Mevrouw Palonnier eens in oogenfchouw te nemen? Welaan! bedenk u niet lang; ik wil de gelegenheid daartoe ver fchaffen. Zij droomt niet dat gij hier zijt; in- tusfchen, ik ben bij Palonnier bekend; wij loopen derhalve, kwanswijs als in het voorbij- gaan, even bij haar aan ; wij maken er tegen het vallen van den avond te zijn; de fchemering, deze uniform, uwe veranderde gelaatstrek- ken, kortom, dit alles zal ons plan begun- ftigen en u niet door HenrktTa doen herken- nen. Willen wij deze grap eens hebben, Renberg? ... Pc aarzelde eene wijl; en dacht: zoude ik mij wel harentwege zoo veel moeite geven? Eensdeels had ik toch gelijk van zelven fpreekt alle achting voor het meisje dat zoo laag kon zinken , verloren, en was mijne vorige, hartelijke genegen- heid jegens haar, in gloeijende verontwaardiging overgegaan; maar aan den anderen kant, deed toch eene zekere nieuwsgierigheid of moet ik het een heimelijk...”
7

“...wezen, om van een zoo onfculdigen engel, als zij te voren plagt te zijn, tot de laagte eener openbare ligtekooi te geraken! Wat dacht ik zeggen eene goede opvoeding, wat ouderlijk yoorbeeld en ouderlij* ke lesfen; wat zeggen eene veelbelovende jeugd,-n de beminnelijkheid eens engels en de voortreffelijk- fte aanleg, wanneer onreine togten de ziel bezo&r deld hebben, en het heiligdom van het vrouwelijk hart, de onfchuld is verloren gegaan Tel- kens wilde ik terugkeeren en mijn avontuurlijk plan opgeven; maar telkens voerde eene geheime too verkracht mij longevoelig mede; en ik bleef Boone die zich inmiddels weinig aan mijne wijs* geerige overpeinzingen liet gelegen zijn, onwille- keurig volgen.- Eindelijk alsof het zoo gemikt ware, de fchemering viel merkbaar, toen wij de woning van Palonnier bereikt hadden. Zij bewoont een gedeelte van een bovenhuis. Gij zijt te Am ft er dam niet onbekend en weet derhalve hoe deze foort van woonvertrekken is ingerigt. Na- dat wij aangefcheld en,...”
8

“...*88 DE NEEF VAN CURASAO, drag en karakter aan ons mededeelde, maakte de deelneming en het medelijden van allen gaande. Toen de fchurk merkte, dat aller gemoederen gun- llig tot bereiking van zijn doel gedeind waren, maakte hij van dat oogenblik gebruik, om een plan van inteekening voor te (laan, waarin elk der le- den zou deelnemen, om aan de ongelukkige Offi- ciers-weduwe, uit de gezamenlijke bijdragen, een vast jaarlijksch inkomen te verfchafFen. Fachte had mijne ligtgeloovigheid dermate weten te verfchalken, dat ik een der ijverigde begunftigers van zijn voor- del werd. Ziedaar, waarom ik in mijnen vorigen zeide, dat Mevrouw Palonnier nog al eenige verpligting aan mij had. Toen ik Fachtes gewezen vriend over de zaak onderhouden had, gaf hij mij te kennen, dat deze guit ook hem dergelijke dreken had gefpceld, waarom hij alle betrekkingen met hem had afgefne- den; voorts bevestigde hij, dat Fachtes voorge- wende Officiers weduwe een flecht voorwerp was ; hij had dit finds lang geweten...”
9

“...DE NEEF VAN CURASAO. 33! jonge lieden zich voor de eerfte maal weder zou- den aantreffen, de verrasfing des te treffender, en het genot van dit fchouwfpel voor de aanwezigen - des te aangenamer mogt zijn. Jan die, gelijk wij zeiden, van zulk een grapje niet vreemd was, en dit aanzoek van de vriendelijke Mevrouw Swarthoven de weldoenfter van zijne nicht! niet van de hand kon wijzen, gaf haar trouwhar- tig zijn woord, en volgde in alles het plan, het- welk zij hem tot het voormelde einde mededeelde. Overeenkom (lig hetzelve moest hij tegen den vol- genden avond dien van heden eene kleine partij te zijnent geven, onder het voorwendfel van zulks op den gedanen aankoop van het huis te doen; en niet vergeten, daarop onder anderen de Heeren Renberg en Burnagel t noodigen: waarbij dan ook zij, Mevrouw Swarthoven, als de vorige eigenares van het gekochte huis, zoude verfchijnen, en met haar, eene der twee belang- rijkfte hoofdperfonen - Mejufvrouw Henrietta Dalman! Het kostte Jan van der Stap...”