Your search within this document for 'mal-nutrí' resulted in three matching pages.
1

“...aller- lei ionises te laten zeggenDie vlegel! met zijn baas! 'baas ,, De karei zou een opulent fortuin bezitten, ,, a cc que Pon dit - J'cn ai oui dire, Puissant richc en weduwe^ naaf.... Comment P Ne pas mari? En naar men verzekert, opzettelijk gerepa- trierd om..., raad eens, Juliette! pour sc choisir une femme hollandaise / Fi done hollandaise 99 Aan wie ook anders dit grotesk figuur zoude , gevallen! Oh del! ce monstre mar in! Eh hien, ma steur! eh bien! Je Favoue, cs gens sant mal lchs, mais. de bons poux, traitables.... Oh / adorables !..,, Ma foi! ils ont de la bonhommie!.., Maar, gij gaat mij telkens in , den weg (laan, en belet mij in den fpiegel te zien. Recules done un peu! Mijn garnituur i$ geheel en dsordre, Vindt gij niet', dat dit bal-kostuum mij. lgant ftaat? Het kleedt u wel. Doch gij betaalt uwe blon- , des fchreeuwend duur. Madame perroquet is anders vrij civiel. Of- - fchoon zij uw krippen kleedje norm hoog heeft ge-...”
2

“...DE NEEF VAN CURASAO. '90 ' ',,*Wlnu, laat hooren! Ik dacht: onze Jan van der Stap moest ook eens voor den Neef van Guadeloupe gaan fpeten.. , Wordt gij nu gek, Barend? Ik,'op mijn ' ouden dag komdiefpeTn ?! Zij zouden tnee- nen, dat ik met molentjes ging loopen! . Wel!" dat zoude zoo mal niet bedacht zijn. Als gij mij maar regt verftaat.' Gij fpeelE, hij voorbeeld, dezelfde rol. Ha ha 1... Ik, oude, ftijve zeewinkelhaak, zal hier, in mijn Zesenvijftigfte jaar, te Am- Jlerdam komen 6'ra toneelrollen te ipelerff..", ,, Ha! ha! Hoe komt het in u op, Barend Gij verftaat mij nit, Jan Laat mij eerst uitpraten! Ik zal u met korte woorden zeggen, hoe ik dat eigenlijk meen. Welnu. ?.,. Ziel toen zij metde vertooning dkdr waren, waar de Neef van Guadeloupe bij dien h o vaar , digen Mijnheer kwam, die hem zoo onbarmhar- tig affcheepte; en daarna zich bij zijne nicht vervoegde, die het fber had, maar hem toch ' 'met opene armen ontving; toen dacht ik zoo: 5' Hale, de' henlter! dit...”
3

“...DE NEEP VAN CURASAO. 193 mijne moeder mij zeggen, dat Roelof Turken- schrik in de zijkamer eene muis nazit, en als een mal mensch ftoelen en tafels omverre fmijt. Ik moet naar beneden, en trachten den vreesfelijken Roelof tot bedaren te brengen, opdat hij mij gee- ne verwoesting onder het porfelein aanregte. Vaarwel, lieve Betje Geniet veel vermaak en keer in welftand terug. Na vele groetenisfen, zoo aan de vriendelijke Mevrouw Hoogbrand als aan Keetje en Antje van den Schout te Bertin- gen, en aan onze HenriStta blijve ik als altijd, met ware achting, Uwe opregte vriendin, J. Verschuil. NB. Hierbij gaat, be- nevens mijnen brief aan HENRiTTA, de hare in- gefloten terug. N Ja-...”