|
|
Your search within this document for 'bo,plan' resulted in 16 matching pages.
|
1 |
 |
“...Houd op barbaar I met mijn* bedroefden geest te drukken,
,, Gij hebt mij opgevoed, Voor s werelds ongelukken!
bekwam men, van boven, tot antwoord,
,, Hoort gij wel ? fprak de Heer Sperwer, *
,, Wie van ons tween zal hier zwijgen
,, Als de jongen zoo een oogenhlik van geest-
,, drift heeft, dan is de fpanning gewoonlijk te
hoog om er hem zoo op eenmaal te doen
, uitfcheiden, r- Doch,,,, ik zal zelf eens
naar boven gaan, ***- Met nw verlof, mijne
,, Heeren
Terwijl de Heer Knuppelbusch ?ich naar bo*
ven begaf, en de Notaris intusfchen, tot verpoot
?ipg, zjjn een en twintigden kop thee aanfprak en
nog eene verfche pijp dopte, verfcheen te regter
tijd de lang verwachte hrommert, die bedeld was ,
om de Jufvrouwen Knuppelbusch naar den Front
fchtn tuin te brengen, alwaar deze avond eene
fchittercnde danspartij zoude plaats hebben. De
be*...”
|
|
2 |
 |
“...tot op de hoogte, waar hij zich thans bevond.
En daar was hij, niet langs flinkfche wegen en
bijpaden, maar door betamelijke middelen en op
eene eerlijke wijze gekomen. Hij genoot dan ook
zijn verworven rijkdom in ru.st en met zegen; en
ftreelde zich aangenaam met het uitzigt, dat hij
op zijn ouden dag het zijne nog eens in vrede zou
genieten.
Elk heeft zoo zijn ftokpaardje, Dat .van van
per Stap hield zich bij het walletje langs, zon-
der veel geruehts in de wereld te maken, s Mans
geliefkoosd plan was namelijk, om nog eens naar
het vaderland terug te keeren, en in zijne geboor-
teftad jhmficrdam, zijne dagen in ftilte ten einde
te brengen. Dadr wilde hij dan, in de nabijheid
van den Buitenkant of op het eiland Kattenburg,
zich een fraai en welingerigt huis koopen, waar
hij zoo dagelijks onder het roken van zijne pijp
en de zoete herinnering van vorige dagen, het
voor hem vermakelijk gezigt van het IJ genieten,
en onderhands zijn kieltje, dat telkens een dagje
ouder begon te worden, tot...”
|
|
3 |
 |
“...DE NEF VAN CURASAO. ??
What zu het zijn, Menheer von Meseritz !
bntvangt zijn Ed. tot antwoord. Het lhekt hier
begot, dhat het regenwather hiemand hin de
klheren drhoomt; de menfchen whorden zoo
nhat as de khatten !**
Het begint ook hier te lekken! roept eene
dem.
Hier fchijnt het met emmers te gelijk van bo-
ven te komen! luidt het berigt van eene andere
zijde.
Zet her dan photten bonder, om t whater
hop te fangen! gelast de voorzittende beduur-
der.
Ja wel, Mijnheer von Meseritz gij moogt
nog wel met potten aankomen. Het baat niet! de
fchroomelijke lekkaadje neemt hand over hand toe:
er is geen doppen aan. Het raadzaamst is maar, dat
de toefchouwers een weinig van plaats veranderen,
ten einde zich voor den indroomenden regen te
beveiligen.
Na eenige verpoozing neemt het derde of laatde
bedrijf eenen aanvang.
Bravo, bravo! z mag ik het hebben!roept
Kapitein van der Stap bij eiken trek, waarmede
Vanglenne, in de laatde tooneelen des derden be-
drijfs, Mijnheer en Mevrouw Dortigni...”
|
|
4 |
 |
“...i io DE NEEF VAN CURASAO.:
Maar hadden zij er mij ofe geerie teden-toe ge-.
,, geven? Af'zijne.'-dagend daar had men het
,j leven gaande fiet fpeet hen geweldig, dat.de
,'j" mijn dezen middag 'zoo lelijk was afgefprongen*
-Zij verzonnen" eohtfer weder eene andere list, en
,, fprakeh m;et elkander af, dat zij riiij den volgen-
den1 morgen -bij het ontbijt .in de:val zoude lok-.
i, ken; Huh plan was: namelijk om .mij, daar het
,, de nachts reeds tamelijk vroor,. voor ..het invrie.-.
,V;zn- bang te maken. Ja! daartoe hadden zij den
regtn in mij voor. Den volgenden ochtend,
aan het ontbijt zittende, hadden wij de grap.
,, ,, De lucht Haat vrij helder; het zt- zich regt
,, ,] tot vriezenmerkte nerf, naar buiten kijken-
d;''-aar|.v
,, i, Wat zegt gij daar-, Bodewjjn !: vroeg nicht,
Wet zet zich 'tot. vriezen? .. .. Wel! het heeft
,v m -eehig nachten reeds < zo. fterk gevroren,
II dat r drie dtiirah dik ijs in de floot ligt/ .
"'J&! hernam nerf, Wij zijn reeds ver.
j,, in October. ;Er...”
|
|
5 |
 |
“...fcherlieden zijn, die met een opgezetten haai of
zeekat te kijk, het land afloopen.
Bravo! Laat ons daar eens op drinken!
Uwe goede reis en behoudene terugkomst,
Jan!
Top! zegt van der Stap, den Stuurman
befcheid doende. ,, Dat wij elkander in gezonde
heid mogen wederzien !
Op den anderen morgen was de reis van Kapitein
van der Stap naar Deventer bepaald. De dag
verfcheen. De Kapitein had voorgenomen, de
reis over Utrecht te nemen; en daarna over Har-
derwijk terug te keeren. Gelijk het plan was
vastgefield, wilde Kapitein van der Stap onder
de vermomming van een armen zeeman reizen, en
bij zijne maagfchap, die hij ging bezoeken, voor-
geven dat hij zijn fchip en vermogen op zea ver-
loren had, en thans genoodzaakt was, bij zijne
vrienden in het vaderland hulp en onderfleuning
te gaan zoeken. Hij en Robbij, die medeging,
waren geheel overeenkomftig de te fpelene rpl uit-
gedost; beide hadden zich in eene oude fcheeps-
plun-...”
|
|
6 |
 |
“...ren en Mejufvrouw! dat gij mij verdaan zult
hebben. Ik verzoek u, mij daarvan, door eeno
dadelijke bijdrage, wel het bewijs te willen ge-
ven?.,. Welaan! daat mij toe, u dezen hoed
ter inzameling te mogen aanbieden!... Daar
ligt mijn aandeel in denzelven!
De Jufvrouw, ter wier behoeve het voordel
plaats had, trachtte wel, naar het fcheen, zoo
veel mogelijk zich er van te verfchoonen, maar ha-
re tegenkanting was zoo flaauw, dat daaruit veel*
Cgr haar heimelijk welgevallen in de zaak bleek,
Bo*...”
|
|
7 |
 |
“...wij beleven hier wat met dat lange rol*
paard! hij is acht en twintig jaren oud, en
ftaat nog uren lang, met alle aandacht langs de
ftraat naar Jan Klaasfen in de poppekas te kijken!
ook kan hij aardige knipfeltjes maken; hij is zoo
zachtaardig als een lam, en heet Roelof Tur-
kenschrik <.. Is het niet om er kronijken van
te dichten ?...
Om nu op Henrictta*s komst terug te komen!
Onze Noordhollandfche vrienden denken niet, dan
over drie weken te vertrekken: want gij moet we-
ten, zij zijn van plan, nog eerst een uitfiapje
naar het Stichtfche te doen Zeist, Soestdijk
en die omftreken te bezoeken; terwijl mijn va-
der en ik dan met hen zullen gaan. Wij raken
hen dus niet kwijt, dan met de helft van Mei.
Hoe gaarne ik nu Jufvrouw Jetje eerder verwach-
ten zou, want ik zou aan haar gczclfchap voor-
zeker meer hebben, dan aan dat van mijne bejaar-
de nichten en Roelof Turkenschrik ; zoo
is het echter niet wel mogelijk haar Ed. voor den
twintigften van Mei hier te ontvangen. Ik heb het
daarom...”
|
|
8 |
 |
“...gewoond. In de
zijkamer VQor het geopende raam zat eene vrouw,
die, toen het rijtuig voorbij kwam, naar buiten
zag; het was hetzelfde plaatsje, alwaar mijne moe-
der gewoonlijk plagt te zitten; ik verbeeldde my
er baar nqg te zien.... Maurits !... vriend!
behoef ik u te zeggen, wat hierbij in mijne ziel
bmgtng! ik moest het oog afwenden, en zag on-
willekeurig naar boven; het duivenilag, dat wij als
jongens aan het dakvenfter maakten, en hetwelk er
£ich, bij mijn laatfte bezoek aan Ecrtingen nog
bo-...”
|
|
9 |
 |
“...tegenwoordige kastelein en zijne vrouw waren beide
uit het Overmaasfche; en hadden mij dus niet ge-
kend zoodat ik naar allen konde vragen, zonder
herkend te worden. Verbeeld u mijne ontroering,
toen'ik hoorde, dat de brave Domin Dalman en
zijne vrouw beide, voor anderhalf jaar reeds over-
heden waren, en hunne dochter finds het dorp had
verlaten en zich bij eene:tante te beventer bevond.
Hoe deerlijk was mijn wensch, om deze lieve fa-
milie in welftand te ontmoeten, teleurgefteld; en
mijn geliefkoosd plan, om haar door mijne onver-
wachte terugkomst aangenaam te verrasfen, ver-
O 4 ydeld!...”
|
|
10 |
 |
“...alles is flechts eene flaauwe
kopij van hetgeen ik u ga mededeelen. Luister
flechts!
Een dag of acht geleden moest ik bij Chrisje
Elzenrijk, mijne wollennaaifter zijn, wier zuster,
gelijk u bekend zal wezen, onlangs met den kan-
toorbediende van neef Dulen getrouwd is. Zij
woont op de Egelantiersgracht, op een fraai bo-
venhuis. Ik had juist dien morgen met Justine
Brenchs eene voormiddagwandeling gedaan en
haar, in de terugkomst, tot bij hare tante, die op
de Leliegracht woont, vergezeld; dus bevond ik
mij toch in de buurt en gingbij Chrisje aap.
Aan den floep komende, fchel ik aan; de deur gaat
open; is Jufvrouw Elzenrijk te huis? Neen,
Mejufvrouw! is het antwoord dat ik van bo-
ven bekom; ,, maar met uw verlof!.,, te gelijk
komt er eene Jufvrouw naar beneden; het was de
bewoonfter van het andere gedeelte van het boven-
huis, waar Chrisje woont, en dat in tween ver-
huurd wordt.
Als UEd. zoo lang boven gelieft te komen
zegt de onbekende op eenen zeer vriendelijken
toon. Jufvrouw Elzenrijk...”
|
|
11 |
 |
“...S4ft DB NEEF VAN CURASAO.
vc, om, niet dewijl het regende - te flaati
wachten, zonder te hebben aangefcheld naar bo-
ven. De kamers van Chrisje moet gij we-
ten, worden van die welke Mevrouw Palon-
imer bewoont, flechts door een gangportaal ge-
fcheiden; terwijl de gemeenfchappelijke ingang, die
naar boven geleidt, het bovenhuis in tween ver-
deelt. Ik bevond mij nog in het opgaan en op den
trap, toen jk eenig gerucht ontwaarde, dat mijne
opmerking wekte en duidelijker werd, naarmate ik
hooger, kwam; het was eene klagende vrouwedem ,
die mij niet geheel n bek end fcheente zijn. Dui-
delijk onderfcheidde ik, dat het gerucht bij Me-
vrouw Palonnier te huis behoorde; de nieuws-
gierigheid verdubbelde mijne aandacht; ik luisterde
met gefcherpte opmerkzaamheid, en liep zachtjes
de nog overige trappen op ; den adem inhoudende,
om des te beter, te kunnen hooren: want ik was
waarom zou ik dit verhelen? brandend nieuws-
gierig wat er gaande mogt wezen, en wel voor-
namelijk, dewijl mijne ...”
|
|
12 |
 |
“...Hen-
RiTTA incognito een bezoek te geven, en de
huishouding daar bij Mevrouw Palonnier eens
in oogenfchouw te nemen? Welaan! bedenk u
niet lang; ik wil de gelegenheid daartoe ver
fchaffen. Zij droomt niet dat gij hier zijt; in-
tusfchen, ik ben bij Palonnier bekend; wij
loopen derhalve, kwanswijs als in het voorbij-
gaan, even bij haar aan ; wij maken er tegen het
vallen van den avond te zijn; de fchemering,
deze uniform, uwe veranderde gelaatstrek-
ken, kortom, dit alles zal ons plan begun-
ftigen en u niet door HenrktTa doen herken-
nen. Willen wij deze grap eens hebben,
Renberg? ...
Pc aarzelde eene wijl; en dacht: zoude ik mij
wel harentwege zoo veel moeite geven? Eensdeels
had ik toch gelijk van zelven fpreekt alle
achting voor het meisje dat zoo laag kon zinken ,
verloren, en was mijne vorige, hartelijke genegen-
heid jegens haar, in gloeijende verontwaardiging
overgegaan; maar aan den anderen kant, deed toch
eene zekere nieuwsgierigheid of moet ik het
een heimelijk...”
|
|
13 |
 |
“...wezen, om van
een zoo onfculdigen engel, als zij te voren plagt
te zijn, tot de laagte eener openbare ligtekooi te
geraken! Wat dacht ik zeggen eene goede
opvoeding, wat ouderlijk yoorbeeld en ouderlij*
ke lesfen; wat zeggen eene veelbelovende jeugd,-n
de beminnelijkheid eens engels en de voortreffelijk-
fte aanleg, wanneer onreine togten de ziel bezo&r
deld hebben, en het heiligdom van het vrouwelijk
hart, de onfchuld is verloren gegaan Tel-
kens wilde ik terugkeeren en mijn avontuurlijk
plan opgeven; maar telkens voerde eene geheime
too verkracht mij longevoelig mede; en ik bleef
Boone die zich inmiddels weinig aan mijne wijs*
geerige overpeinzingen liet gelegen zijn, onwille-
keurig volgen.- Eindelijk alsof het zoo gemikt
ware, de fchemering viel merkbaar, toen wij
de woning van Palonnier bereikt hadden. Zij
bewoont een gedeelte van een bovenhuis. Gij zijt
te Am ft er dam niet onbekend en weet derhalve hoe
deze foort van woonvertrekken is ingerigt. Na-
dat wij aangefcheld en,...”
|
|
14 |
 |
“...Jufvrouw Dalman hier
iemand van wege hare vriendin Verschuil aan de
fchuit zou gevonden hebben, die haar geleiden
mogt Maar | zij zeide. mij, dat hare vriendin van
den juisten tijd harer aankomst niet verwittigd was.
Nu hbben wij elkander, met zoo veel ge-
noegen, tot hiertoe vergezeld ;** fprak ik: mag
ik nu ook het vermaak hebben, mij tot uwen
leidsman aan te bieden naar het huis van den
Heer Verschuil?
O! met alle vermaak neem ik uw vriendelijk
aanbod aan, hervatte zij: Ik wilde mij bo-
vendien niet gaarne aan een vreemden wegwijzer
toevertrouwen; en zoude toch, zonder gids,
den weg, door Amfierdam niet kunneti vinden.
Nu wandelden wij dan, na de fchuit verlaten
en eene ververfching in de Beerenbijt genomen
te hebben, arm aan arm de Utrechtfche poort in
en de Had binnen, naar de Prinfengracht tot bij de
Westermarkt.
Waar woont hier ergens de Heer Verschuil ?*
vroeg ik aan eenen kruijer.
Verschuil zegt UEd. ? Dan moet UEd.
op dien hoogen ftoep zijn, waar die fpiegeltjes...”
|
|
15 |
 |
“...*88 DE NEEF VAN CURASAO,
drag en karakter aan ons mededeelde, maakte de
deelneming en het medelijden van allen gaande.
Toen de fchurk merkte, dat aller gemoederen gun-
llig tot bereiking van zijn doel gedeind waren,
maakte hij van dat oogenblik gebruik, om een plan
van inteekening voor te (laan, waarin elk der le-
den zou deelnemen, om aan de ongelukkige Offi-
ciers-weduwe, uit de gezamenlijke bijdragen, een
vast jaarlijksch inkomen te verfchafFen. Fachte had
mijne ligtgeloovigheid dermate weten te verfchalken,
dat ik een der ijverigde begunftigers van zijn voor-
del werd. Ziedaar, waarom ik in mijnen vorigen
zeide, dat Mevrouw Palonnier nog al eenige
verpligting aan mij had.
Toen ik Fachtes gewezen vriend over de zaak
onderhouden had, gaf hij mij te kennen, dat deze
guit ook hem dergelijke dreken had gefpceld,
waarom hij alle betrekkingen met hem had afgefne-
den; voorts bevestigde hij, dat Fachtes voorge-
wende Officiers weduwe een flecht voorwerp was ;
hij had dit finds lang geweten...”
|
|
16 |
 |
“...DE NEEF VAN CURASAO. 33!
jonge lieden zich voor de eerfte maal weder zou-
den aantreffen, de verrasfing des te treffender, en
het genot van dit fchouwfpel voor de aanwezigen
- des te aangenamer mogt zijn. Jan die, gelijk wij
zeiden, van zulk een grapje niet vreemd was,
en dit aanzoek van de vriendelijke Mevrouw
Swarthoven de weldoenfter van zijne nicht!
niet van de hand kon wijzen, gaf haar trouwhar-
tig zijn woord, en volgde in alles het plan, het-
welk zij hem tot het voormelde einde mededeelde.
Overeenkom (lig hetzelve moest hij tegen den vol-
genden avond dien van heden eene kleine
partij te zijnent geven, onder het voorwendfel van
zulks op den gedanen aankoop van het huis te
doen; en niet vergeten, daarop onder anderen de
Heeren Renberg en Burnagel t noodigen:
waarbij dan ook zij, Mevrouw Swarthoven, als
de vorige eigenares van het gekochte huis, zoude
verfchijnen, en met haar, eene der twee belang-
rijkfte hoofdperfonen - Mejufvrouw Henrietta
Dalman! Het kostte Jan van der Stap...”
|
|
|