1 |
|
“...( > '
Mét Vöt het ZeWe einde by Reqüefte èan hür» ïdrtbg
Mg. 2óuden hebben geaddrelleert, en daar toe zoó
Veele redenen, waar van ook de Oodergeteekende
eenige hebben oVergenomen, hebben bygebragt; als
door welk addres ook deeze hebben getoond te be-
^rypen, dit zelfs het belang der GeinterelTeerden in
hunne Negotiatien, \fraar over fcy aan hun verant*
woordelyk zyh, het invoeren van zodanige fchikkin-
jgen abloluüt noodzakelyk, ten minden teer plaüfi-
bel, maakt.
Dat vervolgens dan Ook; met optigte,tot de wyze
bp Welke dezelve fchikkingen het belt zouden kun^
nen wotden geintroduceerti aan de Ondergetekende
in de iwèede plaats is voorgekomen,
Dat hun Hoog Mog., by een generaal Placaat,het
welk aan de refpeftive Hoven en Collegien van Ju*
llitie in de WeÜindifche Colonien van den itaat
Zoude behoren re Worden gezonden, met aanfchry-
ving om het alomrhe te publiceBren en te doen afïi-
geereh ter. plaatfe, alwaar men in dezelve Colonien
gewoon is publicatie en aflixie te doen, (na daar by...”
|
|