Your search within this document for 'ke' OR 'tal' resulted in eight matching pages.

You can restrict your results by searching for ke AND tal.
1

“...oevers bewonen, komt men aan de vijf eilandjes, die bedekt met de schoonste boomen, de sierlijkste planten, met kleurenrijke bloemen er als miniatuur-para- diisjes uitzien. Daar gaan de jonggehuwden uit Trinidad de witte- broodsweken doorbrengen, en blijven daar totdat het vlammend zwaard in den vorm van werkzaamheden hen de wereld weer injaagt. Weldra ligt de boot voor de stad Port of Spain ten anker. Op geruimen afstand echter, want de reede is ondiep. In een oogen- blik is het schip omringd met tal van booten en het dek krioelt van negers, die bijna handtastelijk worden in hunne pogingen, om u over te halen vruchten of snuisterijen te koopen of om in hun boot aan wal te gaan. Dank zij de groote concurrentie is voor over-vragen geen gelegenheid. Van alle West-Indische eilanden vereenigt Trinidad, zooals al- gemeen erkend wordt, het meeste wat natuurschoon betreft en wat industrie en landbouw en algemeenen toestand van bloei en vooruitgang aangaat en van de West-Indische steden is Port of Spain...”
2

“...suiker, waarin geen mieren! ’t Is intusschen verwonderlijk hoe spoedig men gewend aan al die voor een Europeaan ongewone gezelligheid, die nog verhoogd wordt door sjikas, patatten-beestjes, chinesies enz. enz., terwijl éen enkel exemplaar van elk dier soorten bij ons menig- een reeds diep ongelukkig zou maken. ’t Eenigste waar men’ niet aan gewent, zijn de muskieten, maar in de stad is die plaag nog zeer dragelijk. Achter de huizen, die aan de straat liggen, bevindt zich een erf, waarop gewoonlijk tal van kleine gebouwen staan door een negerbevolking bewoond. Daar ook bevinden zich de keuken en andere minder aanzienlijke vertrekken. Daar krioelt het dooreen van kippen, geiten, varkens, honden, katten en neger-kinder- tjes met potsierlijke dikke buikjes (i), die ze hoogst deftig voor zich uit dragen. Daar ook komen soms zeer levendige woorden- wisselingen voor, die echter zelden tot dadelijkheden overgaan en bepaald vermakelijk zouden zijn voor den toehoorder, als ze niet zóo ongemeen luid waren...”
3

“...3° In dat opzicht ook is er een groot verschil met de zuster- kolonie Curacao. Daar loopen maandelijks, behalve de schoe- ners van de kust, tal van stoombooten binnen en maken vreem- delingen een groot deel van de vlottende populatie uit. In het Hotel del Commercio waar wij daar onzen intrek namen en op de allerhoogste verdieping kamer no. x bewoonden, gemeubleerd met twee veldezels, twee stoelen en een tocht, die waarschijnlijk alle overige meubels verwijderd had, zaten wij meer dan eens met een 25 tal vreemdelingen aan tafel. Het ge- zelschap bestond bijna uitsluitend uit generaals, die Vene- zuela ontweken waren en eenige Portugeesche commis-voya- geurs. Iets dat meer op een rooversbende gelijkt kan men zich moeilijk voorstellen. En het lawaai dat aan tafel gemaakt werd! En de liefelijkheden die men elkaar toevoegde! Van het oogenblik af dat de Papiëmentsche schoone met een flinke sigaar in de mond, de groote schotel met soep aandroeg, tot op het tijdstip dat de heeren, die allen in...”
4

“...ruw van schil. De kleur is geel als ze tot rijpheid komt of bij de Caracas-cacao, de beste soort, rood. De bloesems, de onrijpe en de rijpe vruchten vertoonen zich het gansche jaar door te gelijk aan den boom. Toch zijn er twee perioden van grooten en kleinen pluk — November en December en n.f. omstreeks April — wanneer er een bepaalde oogst wordt ingezameld. De vrucht wordt met den houwer of, waar ze hoog hangt, met een aan een stok bevestigde sikkel afgestooten, daarna open- gehakt en het 40-tal boonen ter groote van een flinke amandel,...”
5

“...52 De vrucht van de bananen-plant, die 12 voet hoog wordt , groeit in eene groote tros bij elkaar aan een stengel, waaraan een 40 k 1 oo-tal bananen ter grootte van een kleine komkom- mer zich bevinden. Aan het eind van den stengel groeit een groote donker purperen bloem, de zoogenaamde navel. De bananen-cultuur was vroeger zeer lucratief en men beweert dat er in der tijd plantages waren, die soms alleen daarvan 30 a f 40.000 maakten. Maar een bos bananen die toen f 2,50 goldt, kan men thans voor 40 a 60 cent krijgen. Ook hier is de markt overvoerd en de consumptie sterk verminderd, daar de Britsch-Indische koelie liever’ rijst eet, die zeer goedkoop te krijgen is. Bij eiken planters-maaltijd verschijnt de vrucht gekookt en ook in de asch geroosterd en op het dessert de zoogenaamde rijpe banaan, die iets kleiner en geel in plaats van groen is. De smaak van die rijpe banaan heeft veel overeenkomst met die van een flauwe vijg. Tijdens mijn verblijf werden er dikwijls met de koloniale stoom-...”
6

“.../ als Jaspis, Porkhyr etc. Eyndelyck is hier noch een profitabele koopman-schap te weten Tobaeco welck nu in meest alle Landen seer begeert wordt uijt welcker plantingh in korten tijdt seer groote profyten konnen ghesamelt worden. De apparentie van seer rycke mijnen is daer/ dan en syn noch niet wel ondersocht by de gene die tot noch toe daer geweest zijn. Men ziet hoe van de allervroegste tijden af door de schrijvers over Suriname de buitengewone vruchtbaarheid van den bodem geroemd wordt en tal van producten worden opgenoemd die daar, tzij door kuituur, ’tzij eenvoudig door inzameling, kunnen ver- kregen worden. Ook in latere jaren en nog onlangs werd dat alles tot in de kleinste bijzonderheden opgesomd door hen, die voor de kolonie de pen opnamen, (i) Dit werd meermalen zoo uitvoerig en met zoo veel kennis van zaken beschreven dat het overbodig mag geacht daarvan nogmaals eene opsomming te geven. (i) Surinaamsche planten en cultuurgewassen, Westerouwen van Meeteren, bij J. H. de Bussy...”
7

“...haar niet. Wat ten onzent onder diennaam wordt voorgezet, kan daarbij geen oogenblik eene vergelijking doorstaan. Dat ook ten tijde onzer voorouders die vrucht op rechten prijs gesteld werd bewijst het volgende uit het werk van Herlein: l)ij is jo gdjoon en nan jo joet een reuk, kat men pnke j^ggert kat ke nature tn ?tfrte gunste tjeeft besteek altes mat jij alter jelk ja amst ®n allerkierbaarsi onker aite Ijare sdjaiten bewaarke. tjif Ijeefi juich een oerljeoen smaak, kat kegenen kte ijem Dolkonteliik Ijebben willen bescljrijnen cn kit utet konkenke koen, anker eenige gelijkenis t ontleent tjebben alles mat lekker roorkt genonken in ke blauwe pruim, iu ke aarkbejie, in ke muscaat en in ke renet-appel eit nakat jij kit alles tjakken gejegk, maren jij gekmongen te belijken kat ijij nog een bij jonkeren smaak ijeeft, kie niet iigteliik gejeik kan morken. Ja ’1 is een keftige orngt en seer Derfrissc^lenke!,, Ook de veeteelt werd tot nog toe in Suriname niet of bijna niet beoefend en toch is...”
8

“...elk Nederlandsch gemoed weerklank gevonden hebben? En had de minister het oude foliant voor zich gehad, waar- uit aan het hoofd dezes een citaat aangehaald is, dan had hij met de volgende woorden daaruit kunnen besluiten: ®nke 00 mogen mij oerirottroen i)ai ke Iflegeerkers nan S>iaet, keje kiensten nan ke Compagnie aliijis kanrke- iijrk suilen erkennen enke kif gljelegeniljegkt ie goeke genegJjeniljeiiett tmn ijare onkerhanen niet onkeloonkt laten/ neet min keselne uerlaten ofte ijaere scljaken niet naer nermogen te oerboeken. Alsoo' snier niet en souke kennen gesrljieken sonker blame nan greete onkauckkaerijegt Cnke etjnkelijrk kat Jjeuogije enke ieeglje, Ijierkoor sullen moeten kemeegljt merken (inkien niet milten keuonken merken ke mikkelen kie Cokt Ijaer aanmgst te ueractjten ofte oer- sngmen) ken kienst nan kese Compagnie noorker te ge- krnicken enke Ijaer mikkelen te nersrtjupn om in keselne kiensten onkeseljreumelijeken te kennen noort-naren....”