|
|
Your search within this document for 'un,beter' resulted in eight matching pages.
|
1 |
|
“...deszelfs grootfte breedte, op ongeveer
vijf uren wordt berekend; zijnde het echter,
om deszelfs komkommerachtige gedaante in
het midden, of op de fmalfte zijde, naauwe-
lijks J uur gaans breed. De lengte wordt be-
rekend aan de Oostpunt op 308 40,, en aan
de Westpunt op 308 2' lengte van de Piek
van TenerifFe. Het ligt op 120 30' of 33'
Noorderbreedte.
Men kan geenszins met zekerheid den naams-
oorfprong van dit eiland bepalen. De oud-
fte naam was Quiragao. De gewoonlijkfte
is Kurasfau, of beter, zoo als nu gebruike-
lijk is, Curagao.
Gelijk het met bijna alle Westindifche eilan-
den is, zoo is het ook hier. De eerfte be-
woners waren Indianen, en wel zulke, die
onder den naam van Karibes, Kannibalen of
Karribanen bekend zijn. Men zegt, dat zij
hunne vijandige naburen opaten; geene andere
opperhoofden dan de oudften of ftamvaders
der familin erkenden; vreedzaam met elkan-
der...”
|
|
2 |
|
“...nooit. Hun vleesch
is fmakelijk, beter dan in Holland, en tevens
gezonder. De melk wordt veel gebruikt,
en onder de koeijen melk vermengd. Op
fommige plantaadjen, vindt men tot 1000
fcjiapen.
Talrijker nog dan de fchapen zijn de gei-
ten of cabricen, die hier grooter, ftouter en
fraaijer dan in Europa zijn, maar anders van
de gewone foort. Zij dragen groote hoornen,
zoo wel de bok als de geit; geven goede
melk, en het vleesch, mits van jonge cabri-
ten, is bijna zoo goed als fchapenvleesch. Op
Bonaire en Oroba zijn zij het talrijkst. Der-
zelver huid geeft een goed leder.
De varkens alleen lchijnen aan dit eiland
en aan Zuid-Amerika eigen te zijn; dezelve
zijn zeer klein, meestal zwart of grijs en geel
gefpikkeld. Fijner gevormd, zijn zij geens-
zins zoo walgelijk als in het moederland. Der-
zelver vleesch is vrij goed, maar kan niet in-
gezouten of gerookt worden.
Honden en katten zijn er in groot aantal en
van
de fchapen gefchoren werden, de wol beter zouden
zijn. Doch van dit eenvoudig...”
|
|
3 |
|
“...36 BESCHRIJVING VAN
£
ulterfte fchakel tusfchen de vogelen en de
gevleugelde infekcen vormt, leeft van het fap
der bloemen en van kleine infekten.
Paauwen en kalkoenen, zelfs in eenen half
wilden ftaat, parelhoenders, gewone hoenders,
tamme duiven en tortels zijn op dit eiland
vrij talrijk, en zelfs beter koop dan in Europa.
Onder de watervogelen, vindt men de groot-
te Amerikaanfche en de gewone eend en
gans.
Langs de ftranden, ziet men verfcheidene
foorten van meeuwen. De Ideine foort, tot
de fregatvogels behoorende, en hier Jirandloo-
pers genaamd, kan, jong zijnde, tam gemaakt
worden, wanneer zij in huis zeer nuttig is
om kakkerlakken en ander ongedierten te ver-1
drijven. Deze vogels leren zelfs alles eten,
en gehoorzamen aan den item hunnes mees-
ters. Deze dieren zijn iets grooter dan een
duif, hebben eenen zwarten bek en gevliesde
pooten; de vleugels zijn fraai loodkleurig, de
ftaart is gevorkt en iets donkerder, en de borst
en buik wit.
Op klein Curasao en de eilanden Roe ai
Aves...”
|
|
4 |
|
“...HET EILAND CURASAO. 39
De verdere fpinnen zijn niet gevaarlijk, be-
halve de kleine oranjefpin, die zich onder het
gras, fomtijds ook onder de jamaicaboomen,
verbergt. Hare beet veroorzaakt eenen on*,
leschbaren dorst; voldoet de lijder daaraan,
dan is hij doorgaans fpoedig een lijk. De
paarden en koeijett, ongelukkig zulk een dier-
tje inzwelgende, moeten het dikwijls met den
dood bekoopen.
Jegen de beet der oranjefpin, die zich on-
der het gras verbergt, is niets beter, dan den
lijder fpoedig tabakswater in te geven, zijnde het
eenigfte tegengift, om fpoedig het vergift uit
te braken, wanneer men doorgaans binnen wei-
nige dagen herfteld is. Aan de koeijen,
paarden enz., doet men limoenfap ingeven,
waardoor zij, bij fpoedige hulp, gered worden.
Rupfen en kapellen zijn hier niet zeer tal-
rijk noch fraai, alleen de groote Oleander rups
uitgezonderd, die fomtijds 6 duim lang, 1
duim in den omtrek en zes en dertig geledin-
gen heeft, beurtelings oranjewit en koren-
blaauw; de rug en huid...”
|
|
5 |
|
“...heester, welks vrucht
klein en niet zeer fmakelijk is. Van de fchil,
kan men inkt maken, die echter ligtelijk ros
en geel wordt.
Behalve de Spaanfche jasmin, eenige lelien
enz., vindt men hier weinig bloemen, en die
van Eqropefche afkomst gelukken ilecht. De
Oleander, een zachte melkachtige* doch ver-
bazend groote heester, geeft rozenroode zeer
welriekende bloemen tweemaal s jaars.
Geneeskrachtige planten en kruiden zijn er
op Curagao niet weinig, en waarlijk vele
ziekten worden door dezelve beter dan door
Europefche geneesmiddelen genezen.
De Carpata olie (Oleum Brisjini, Eng.
Castor oil) (Palma Christi') wordt uit de
koffijachtige boon van eene plant getrokken,
die donker groene naar moerbezin gelijkende
bladen en eene vleeschkleurige kelkbloem heeft.
De nuttigheid dezer olie is genoeg bekend.
Het zaad van den kleinen wilden Gardutts bene-
dictus, hier patrys zaad genaamd, wordt-fbin-
tijds...”
|
|
6 |
|
“...de feestdagen, be-
hoeven zij niet te werken, en doen zij zulks,
dan is het om hun altoos toegeftane (tukje
gronds te bewerken; zoo de eigenaar hunnen
arbeid behoeft, dan worden zij daar voor be-
taald.
Nog dragelijker is het lot der huisbedien-
den, van beider gedacht, die, even als Euro-
pefche dienstboden, het huis-, kook- en naai-
werk verrigten. Deze worden doorgaans goed
gevoed en gekleed, en zijn er, als zij zich
wel gedragen, en de gunst hunner meesters
of meesteresfen weten te winnen, beter aan
dan menige dienstboden in het Vaderland. Ver-
huurd wordende Negers en Negerinnen kun-
nen, indien zij hunne huurpenningen geregeld
opbrengen, bijna als vrije lieden worden aan-
gemerkt. Buitendien gebeurt het dikwijls, dac
zij door gunst der meesters of door eigene
vlijt, na een zeker verloop van jaren, vrij
verklaard worden. Een groot, ja te groot
ge-...”
|
|
7 |
|
“...?8 BESCHRIJVING VAN
dienst. Is dan derzelver toefland zoo ramp-
zalig? Hebben zij het niet beter dan de ge-
ringe handwerksman en daglooner, die voor
vrouw en kinderen ellendig moet zwoegen en
flaven voor eenige Huivers dagloon; die iij
den winter van kommer en gebrek bijna ver-
gaat, en oud en gebrekkig geworden, vaak
een voorwerp der diepfle ellende is! Een
oude flaaf of flavin, die niet meer kan wer-
ken krijgt den kost om niet. Ten bewijze
verder der goede behandeling dient, dat on-
danks de belette invoer van vreemde flaven,
het getal derzelve op Curagao meer toe dan
afneemt.
De Negers en gekleurden, zoo vrijen als
flaven, en men kan het bijna algemeen van
den geringen Hand der blanke Creolen zeg-
gen hebben veel minder behoeften dan wij
verfijnde Europeanen.
In Europa, zegt de Heer van eekhout
te regt, moeten de menfehen des zomers
voor den winter zprgen, en des winters ver-
teren, wat zij des zomers yan hunne winsten
opleggen; maar hier en elders in warme lan-
den, weet men niet...”
|
|
8 |
|
“...of
25 leden beftaande, is er nieuwelings in 1817
opgerigt, en ftaat onder de befcberming van
den Gouverneur.
Wekelijks komt er eene Courant uit in
het Engelsch en Hollandsch; het verdere nieuws
moet men in de pakhuizen of aan de waag,
of van inkomende vaartuigen vernemen, zoo
wel als de kleine gebeurtenisfen van den dag.
Deze laatften leveren wel het meeste gefprek
I op; de Cura^aonaars zijn van babbelzucht niet
i vrij te fpreken: dit gebrek heerscht hier, ge-
I }ijk elders en bij mangel van beter onderhoud,
fpreekt men kwaad.
Op de viering van den zondag, valt niet
veel te roemen. Men koopt en verkoopt er
dan als op iederen anderen dag. Des fatur-
dags kan men weinig bekomen, om de me-
nigte en grooten invloed der Joden alhier.
De...”
|
|
|