|
|
|
1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/07/87/00001/NL-0200050000_UBL10_00461_0034thm.jpg) |
“...allerhande rigtingen over en weder varen,
levert geen onaardig fchouwfpel op, vooral van
een verheven ftandpunt,
Sommige dier pontjes kunnen 12 tot 16
perfonen bevatten; eenige hebben kleine zei-
len, en gaan vrij goed bij en voor den wind,
De allrgrootfte worden tot waterhalen gebe-
zigd. De visfchers bezigen kleine kanos
voor x, 2 tot 4 man gefchikt, en wagen zich
met deze ranke vaartuigen zelfs in zee, wel-
ke doorgaans vrij kalm is. De Spanjaards noe-
men die doorgaans Mare del Norte of Mare
di Venezuela.
De huizen zijn meestal uitwendig in den-
zelfden fmaak als die in Holland, met fchuin-
fche daken en gevels. Allen zijn van fteen
gebouwd, het zij van Hollandfehe klinkers of
van klipfteen, doorgaans, vooral in het laatfte
geval, met dikke muren. De huizen, van
klipfteen gebouwd, zijn echter niet zeer fterk,
om...”
|
|
2 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/07/87/00001/NL-0200050000_UBL10_00461_0035thm.jpg) |
“...HET EILAND CURASAO. *3
om de ongelijkheid der fteenen en het za-
menvoegen met enkel zand en kalk- Voor,
en veelal ook op zijde der huizen, vindt men
opene galerijen, om de doorftraling van lucht
en wind te bevorderen; dezelve zijn van on-
deren met fteenen of houten pilaren geftut.
Men woont meest op de eerfte verdieping,
wordende het ondergedeelte tot pakhuizen en
winkels gebezigd. Van het inwendige der
huizen, valt weinig te zeggen; de venders
zijn van jaloefien of fafinetten, zelden van glas-
ruiten, voorzien. De kamers zijn doorgaans
wel ruim, maar weinig of geene boven, dan
alleen onder het dak befchotene flaapkamer-
tjes. De muren zijn allen met witte of ge-
geelde kalk bepleisterd ; van behangfels of
vloertapijten, weet men niet, zijnde zulks ook
in dit klimaat onnoodzaklijk ja nadeelig.
Van buiten zijn de meeste huizen wit bepleis-
terd, hetwelk voor de oogen zeer nadeelig
is. Intusfchen worden thans, op voorbeeld
van het Gouvernement, vele huizen geel be-
ftreken, ook wel donker...”
|
|
3 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/07/87/00001/NL-0200050000_UBL10_00461_0045thm.jpg) |
“...EILAND CRA£A. 33
tot vier voeten lang hebbende aan het dikHe van
het ligchaam eenen omtrek van acht of twaalf
duim. Het hoofd is klein, in de hoogte ge-
wipt en een weinig langwerpig uitloopenden
Tusfchen de oogen, loopt eene breede* diepe
groef, geheel met eelt bedekt. De oogeh
zijn middelmatig groot, aan iedere zijde van
het hoofd flaande, en naar voren gekeerd. De
kaken zijn, gelijk de hals, kort en dun. Boven
op den kop, heeft het eene beweegbare kroon
of eenen kam met verfcheidene punten di
tot digt bij den Haart voortloopen. *** De
kleur is vuil graauw, aan den buik vuil
wit. De Haart, bijna veel langer dan het
lijf, is zenuwachtig en met een aantal gele-
dingen voorzien, met knobbels bezet, en in
eene fcherpe punt uitloopende. De pooten Zijn
kort, de klaauwen van voren met vijf vingers
en nagels voorzien die eenigen zweem van
een kinderhand hebben. De achterpooten heb-
ben vier vingers en nagels. Dit in den eer-
den opQag affchuwelijk dier leeft in het kreu*
pelbosch, en bij de...”
|
|
4 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/07/87/00001/NL-0200050000_UBL10_00461_0092thm.jpg) |
“...8o BESCHRIJVING VAN
hebben zich duizenderlei kunstbehoeften aan-
gewend, die de geringe man niet kent. Zij-
ne tafel moet van visch, vleesch, gevogelte
en fchildpad, van de hier dure groenten en vati
wijn of anderen drank wel voorzien zijn. Het
huisraad moet prachtig van mafif mahonij* en
van ander keurig hout, err de pronkbuffetten
van keur van glas, zilverwerk, de kamer van
fchilderijen, lusters, glaslantarens en fpiegels,
ook van fraai porcelein enz. voorzien zijn,
hetwelk alles, gevoegd bij de duurte-der huis-
huren, zeer aanmerkelijke uitgaven vordert.
Vooral heeft dit plaats bij de Beau monde, die
door over en weder gegevene bals en con-
certen veel geld belleden. Over het alge-
meen toch zijn de Creolen en Creolinnen over-
gegevene beminnaars van het danfen, en fchoon
hunne danfen voor Europefche kenners alle
afwisfelende bekoorlijkheid verliezen, weten,
vooral de vrouwen, dit gemis, door bevallige
houding en aanhoudend danfen, eenigzins te
vergoeden.
Veel werks bedeed de midden-...”
|
|
|