Your search within this document for 'glas,biña' resulted in two matching pages.
1

“...HET EILAND CURASAO. *3 om de ongelijkheid der fteenen en het za- menvoegen met enkel zand en kalk- Voor, en veelal ook op zijde der huizen, vindt men opene galerijen, om de doorftraling van lucht en wind te bevorderen; dezelve zijn van on- deren met fteenen of houten pilaren geftut. Men woont meest op de eerfte verdieping, wordende het ondergedeelte tot pakhuizen en winkels gebezigd. Van het inwendige der huizen, valt weinig te zeggen; de venders zijn van jaloefien of fafinetten, zelden van glas- ruiten, voorzien. De kamers zijn doorgaans wel ruim, maar weinig of geene boven, dan alleen onder het dak befchotene flaapkamer- tjes. De muren zijn allen met witte of ge- geelde kalk bepleisterd ; van behangfels of vloertapijten, weet men niet, zijnde zulks ook in dit klimaat onnoodzaklijk ja nadeelig. Van buiten zijn de meeste huizen wit bepleis- terd, hetwelk voor de oogen zeer nadeelig is. Intusfchen worden thans, op voorbeeld van het Gouvernement, vele huizen geel be- ftreken, ook wel donker...”
2

“...8o BESCHRIJVING VAN hebben zich duizenderlei kunstbehoeften aan- gewend, die de geringe man niet kent. Zij- ne tafel moet van visch, vleesch, gevogelte en fchildpad, van de hier dure groenten en vati wijn of anderen drank wel voorzien zijn. Het huisraad moet prachtig van mafif mahonij* en van ander keurig hout, err de pronkbuffetten van keur van glas, zilverwerk, de kamer van fchilderijen, lusters, glaslantarens en fpiegels, ook van fraai porcelein enz. voorzien zijn, hetwelk alles, gevoegd bij de duurte-der huis- huren, zeer aanmerkelijke uitgaven vordert. Vooral heeft dit plaats bij de Beau monde, die door over en weder gegevene bals en con- certen veel geld belleden. Over het alge- meen toch zijn de Creolen en Creolinnen over- gegevene beminnaars van het danfen, en fchoon hunne danfen voor Europefche kenners alle afwisfelende bekoorlijkheid verliezen, weten, vooral de vrouwen, dit gemis, door bevallige houding en aanhoudend danfen, eenigzins te vergoeden. Veel werks bedeed de midden-...”