1 |
|
“...potaarde beftaan.
Op de meeste groeit Hechts een weinig hei-
degras en fchrale doornachtige heesters; fom-
mige zijn geheel naakt. Op verfeheidene
plaatfen, zijn deze klipbergen door den tijd en
bet water uitgehold, en vormen vreesfelijk
fchoone, fchilderachtige grotten. Somtijds ftort
een gedeelte ter neder, en maakt eene nieuwe
klip of een nieuw eilandje. Hier en daar
liggen in de helling der rotfen vervaarlijke
fteenbrokken, met ruigte begroeid, fomtijds
van 5 tot 6 ja tot io en meer roeden dia-
meter, ter nedergeftort. In het kort, deze
rotfen bewijzen voor den geringften kenner de
hooge oudheid der aarde.
Zeer hooge bergen, gereekend naar die der
Andes, zijn er niet. De hoogde zijn: de
Tafelberg bij de Oostpunt, om deszelfs hel-
lende platheid, van 400 roeden in diameter,
dien naam verdienende, zijnde ongeveer 1900
LIGGING EN LUCHTSGESTELDHEID.
an alle
kanten, is het eiland door vrij
voe-...”
|
|
2 |
|
“...allerhande rigtingen over en weder varen,
levert geen onaardig fchouwfpel op, vooral van
een verheven ftandpunt,
Sommige dier pontjes kunnen 12 tot 16
perfonen bevatten; eenige hebben kleine zei-
len, en gaan vrij goed bij en voor den wind,
De allrgrootfte worden tot waterhalen gebe-
zigd. De visfchers bezigen kleine kanos
voor x, 2 tot 4 man gefchikt, en wagen zich
met deze ranke vaartuigen zelfs in zee, wel-
ke doorgaans vrij kalm is. De Spanjaards noe-
men die doorgaans Mare del Norte of Mare
di Venezuela.
De huizen zijn meestal uitwendig in den-
zelfden fmaak als die in Holland, met fchuin-
fche daken en gevels. Allen zijn van fteen
gebouwd, het zij van Hollandfehe klinkers of
van klipfteen, doorgaans, vooral in het laatfte
geval, met dikke muren. De huizen, van
klipfteen gebouwd, zijn echter niet zeer fterk,
om...”
|
|
3 |
|
“...EILAND CRA£A. 33
tot vier voeten lang hebbende aan het dikHe van
het ligchaam eenen omtrek van acht of twaalf
duim. Het hoofd is klein, in de hoogte ge-
wipt en een weinig langwerpig uitloopenden
Tusfchen de oogen, loopt eene breede* diepe
groef, geheel met eelt bedekt. De oogeh
zijn middelmatig groot, aan iedere zijde van
het hoofd flaande, en naar voren gekeerd. De
kaken zijn, gelijk de hals, kort en dun. Boven
op den kop, heeft het eene beweegbare kroon
of eenen kam met verfcheidene punten di
tot digt bij den Haart voortloopen. *** De
kleur is vuil graauw, aan den buik vuil
wit. De Haart, bijna veel langer dan het
lijf, is zenuwachtig en met een aantal gele-
dingen voorzien, met knobbels bezet, en in
eene fcherpe punt uitloopende. De pooten Zijn
kort, de klaauwen van voren met vijf vingers
en nagels voorzien die eenigen zweem van
een kinderhand hebben. De achterpooten heb-
ben vier vingers en nagels. Dit in den eer-
den opQag affchuwelijk dier leeft in het kreu*
pelbosch, en bij de...”
|
|