Your search within this document for 'di,span' resulted in three matching pages.
1

“...allerhande rigtingen over en weder varen, levert geen onaardig fchouwfpel op, vooral van een verheven ftandpunt, Sommige dier pontjes kunnen 12 tot 16 perfonen bevatten; eenige hebben kleine zei- len, en gaan vrij goed bij en voor den wind, De allrgrootfte worden tot waterhalen gebe- zigd. De visfchers bezigen kleine kanos voor x, 2 tot 4 man gefchikt, en wagen zich met deze ranke vaartuigen zelfs in zee, wel- ke doorgaans vrij kalm is. De Spanjaards noe- men die doorgaans Mare del Norte of Mare di Venezuela. De huizen zijn meestal uitwendig in den- zelfden fmaak als die in Holland, met fchuin- fche daken en gevels. Allen zijn van fteen gebouwd, het zij van Hollandfehe klinkers of van klipfteen, doorgaans, vooral in het laatfte geval, met dikke muren. De huizen, van klipfteen gebouwd, zijn echter niet zeer fterk, om...”
2

“...katten, zijn er geene. De andere tamme viervoetige dieren, zijn allen van Europefche of Barbarijfche afkomst. De eerfte plaats onder dezen, bekleeden de paarden, die meestal van Spaansch en Bar- barijsch ras zijn, klein, veelal bruin, doch vlug en taai, zoodat zij zonder voeder en wa- ter of rust verfcheidene uren kunnen afleggen. Veelal worden zij op een zachten tel of pas gang geleerd, hetwelk voor den rijder zeer gemakkelijk is. De prijs der paarden is ma- tig, maar het onderhoud zeer duur. Span- paarden heeft men weinig, ook dulden de ftei- le bergwegen geene verre togten met rijdtuig te doen, van daar, dat weinigen chaifen hou- den. Voor vervoer van goederen, bezigt men osfen, zelfs koeijen. * Dit...”
3

“...EILAND CRA£A. 33 tot vier voeten lang hebbende aan het dikHe van het ligchaam eenen omtrek van acht of twaalf duim. Het hoofd is klein, in de hoogte ge- wipt en een weinig langwerpig uitloopenden Tusfchen de oogen, loopt eene breede* diepe groef, geheel met eelt bedekt. De oogeh zijn middelmatig groot, aan iedere zijde van het hoofd flaande, en naar voren gekeerd. De kaken zijn, gelijk de hals, kort en dun. Boven op den kop, heeft het eene beweegbare kroon of eenen kam met verfcheidene punten di tot digt bij den Haart voortloopen. *** De kleur is vuil graauw, aan den buik vuil wit. De Haart, bijna veel langer dan het lijf, is zenuwachtig en met een aantal gele- dingen voorzien, met knobbels bezet, en in eene fcherpe punt uitloopende. De pooten Zijn kort, de klaauwen van voren met vijf vingers en nagels voorzien die eenigen zweem van een kinderhand hebben. De achterpooten heb- ben vier vingers en nagels. Dit in den eer- den opQag affchuwelijk dier leeft in het kreu* pelbosch, en bij de...”