Your search within this document for 'di,pinda' resulted in three matching pages.
1

“...allerhande rigtingen over en weder varen, levert geen onaardig fchouwfpel op, vooral van een verheven ftandpunt, Sommige dier pontjes kunnen 12 tot 16 perfonen bevatten; eenige hebben kleine zei- len, en gaan vrij goed bij en voor den wind, De allrgrootfte worden tot waterhalen gebe- zigd. De visfchers bezigen kleine kanos voor x, 2 tot 4 man gefchikt, en wagen zich met deze ranke vaartuigen zelfs in zee, wel- ke doorgaans vrij kalm is. De Spanjaards noe- men die doorgaans Mare del Norte of Mare di Venezuela. De huizen zijn meestal uitwendig in den- zelfden fmaak als die in Holland, met fchuin- fche daken en gevels. Allen zijn van fteen gebouwd, het zij van Hollandfehe klinkers of van klipfteen, doorgaans, vooral in het laatfte geval, met dikke muren. De huizen, van klipfteen gebouwd, zijn echter niet zeer fterk, om...”
2

“...EILAND CRA£A. 33 tot vier voeten lang hebbende aan het dikHe van het ligchaam eenen omtrek van acht of twaalf duim. Het hoofd is klein, in de hoogte ge- wipt en een weinig langwerpig uitloopenden Tusfchen de oogen, loopt eene breede* diepe groef, geheel met eelt bedekt. De oogeh zijn middelmatig groot, aan iedere zijde van het hoofd flaande, en naar voren gekeerd. De kaken zijn, gelijk de hals, kort en dun. Boven op den kop, heeft het eene beweegbare kroon of eenen kam met verfcheidene punten di tot digt bij den Haart voortloopen. *** De kleur is vuil graauw, aan den buik vuil wit. De Haart, bijna veel langer dan het lijf, is zenuwachtig en met een aantal gele- dingen voorzien, met knobbels bezet, en in eene fcherpe punt uitloopende. De pooten Zijn kort, de klaauwen van voren met vijf vingers en nagels voorzien die eenigen zweem van een kinderhand hebben. De achterpooten heb- ben vier vingers en nagels. Dit in den eer- den opQag affchuwelijk dier leeft in het kreu* pelbosch, en bij de...”
3

“...wordt gegeten, en eene zekere foort van roodachtige boonen, die den zonderlingen naam van oude wijven dragen. Jong en versch gegeten, zijn dezelve goed, maar oud en droog moeijelijk om te ver- teren. Zoo gezonden welfmakend de Jamaica-boo- nen vooral groen gegeten, zijn, zoo vergiftig is de fchil de fchapen flerven daarvan als zij dezelve eten. Eene andere kleine peulvrucht, naar eene platte erwt gelijkende, noemt men Boontje Manteca of fmeerboontje. Eene andere zeer gewone aardvrucht is de Pinda, ter grootte van eenen kleinen aker, met eene harde brosfe fchil. De vrucht daar- van wordt versch gekookt, doch meest droog gebraden gegeten. Dezelve zijn aangenaam van fmaak, omtrent als zoete hazelnoten, en leveren eene goedkoope en gezonde verfnape- ring op. Europefche groenten, een weinig falade uijen,...”