|
|
Your search within this document for 'dak,panchi' resulted in two matching pages.
|
1 |
|
“...IO BESCHRIJVING VAN
dagen lang volgehouden, deed daarom de ge-
wenschte uitwerking nier. ~ De Lutherfche
kerk alleen, door eenen gloeijenden kogel aan-
geftoken, brandde van binnen geheel uit en
het dak ftortte in.
Deze zoutzuurachtige luchtsgefteldheid is
zeer vijandig tegen het ijzer en ftaal, hetwelk
ligtelijk, ondanks alle voorzorg, verroest en
verteerd wordt. Van hier het gemakkelijk
winnen en de overvloed van keurig zeezout.
Rivieren en meren, eenige kleine plasfen, die
ligt opdroogen, uitgezonderd, heeft men hier
niet, maar wel verfcheidene diepinloopende
baaijen. De voomaamfte is de St. Anna-
baai aan den Z. Z. O. kant van het eiland,
waar dan ook de IVillemflad, het fort Am-
sterdam enz. gelegen zijn. Zij heeft eenen
naauwen doch diepen ingang tusfchen twee
riffen; vervolgens vormt zich verwijdende de
prachtige en fchoone haven van Curasao, wel-
ke met regt voor de beste in de TVestindie
gehouden wordt, zijnde dezelve voor alle win-
den gedekt, en zoo veilig, dat een oorlog-...”
|
|
2 |
|
“...en veelal ook op zijde der huizen, vindt men
opene galerijen, om de doorftraling van lucht
en wind te bevorderen; dezelve zijn van on-
deren met fteenen of houten pilaren geftut.
Men woont meest op de eerfte verdieping,
wordende het ondergedeelte tot pakhuizen en
winkels gebezigd. Van het inwendige der
huizen, valt weinig te zeggen; de venders
zijn van jaloefien of fafinetten, zelden van glas-
ruiten, voorzien. De kamers zijn doorgaans
wel ruim, maar weinig of geene boven, dan
alleen onder het dak befchotene flaapkamer-
tjes. De muren zijn allen met witte of ge-
geelde kalk bepleisterd ; van behangfels of
vloertapijten, weet men niet, zijnde zulks ook
in dit klimaat onnoodzaklijk ja nadeelig.
Van buiten zijn de meeste huizen wit bepleis-
terd, hetwelk voor de oogen zeer nadeelig
is. Intusfchen worden thans, op voorbeeld
van het Gouvernement, vele huizen geel be-
ftreken, ook wel donker graauw, hetwelk door
de bontkleurige daken en venders, aan de ftad,
van eene hoogte befchouwd, iets van...”
|
|
|