Your search within this document for 'bes,en,kuando' resulted in 108 matching pages.
 
1

“...3?- BESCHRIJVING VA N HET EILAND CURACAO EN ONDERHOORIGE EILANDEN. UIT ONDERSCHEIDENE STUKKEN, BIJDRAGEN EN OPMERKINGEN OPGEMAAKT, DOOR EEN BEWONER VAN DAT EILAND.. T HAARLEM, BIJ de erven FRANQOIS BO.HN, M DC CC XIX....”
2

“...VOO RB deden den Jare 1779 is er geene de minfte befchrijving van Curasao in het licht geko- men, en deze nog is vrij gebrekkig. De Schrijver van dit Stukje, op dat Ei* land wonende, meent dus zijnen Landgenooten in Nederland geenen ondienst te doen met deze befchrijving, welke hij aan alle liefheb- bers des Vaderlands toewijdt. Curasao, as- -dprii 1 £ 18. IN- i...”
3

“...7 , \ INHOUD. 4 Algemeene Befcbrijving en Gefcbledenis. BI. t Ligging en Luchtsgefteldheid . . . 6 Verdeeling des Eilands . . . 4 Voortbrengfelen der Natuur . . . ap Voortbrengfeien voor den Koophandel , 69 Taal, Zeden en Regering . . 71 Bonaire, Aroba enz. . 7 \ 'tl; BE- I 1 ' |f...”
4

“...B ESCHRIJVING VAN HET EILAND C u R A 9 A O. ALGEMEENE BESCHRIJVING EN GESCHIEDENIS Cutagao is een eiland, gelegen ter zijde van # den mond der Golf van Venezuela, ongeveer ia mijlen van de kust van Terra Firma. Deze nabijheid heeft doen gisfen, dat dit eiland, met de daarbij behoorende, weleer aan de vaste kust heeft behoord, en een gedeelte der bergketen uitmaakt, welke door de pro- vintie Venezuela loopt, en aan de zeekust, juist tegen over dit eiland, eindigt. Men meent dus, dat de tusfchenruimte van den la- gen grond, of der minder hooge gebergten, door den Oceaan verzwolgen zijnde, tot zee is geworden, waardoor Hechts de uitftekende A hoog*...”
5

“...2 BESCHRIJVING VAN hoogten overblijvende, deze eilanden Curagao, Bonaire en Oroba zouden zijn gevormd. Hoe dit zij, en fchoon deze gisfing veel waarfchijnlijkheid heeft, dit weten wij, dat Curasao N. W. en Z. O. op omtrent twin- tig, en deszelfs grootfte breedte, op ongeveer vijf uren wordt berekend; zijnde het echter, om deszelfs komkommerachtige gedaante in het midden, of op de fmalfte zijde, naauwe- lijks J uur gaans breed. De lengte wordt be- rekend aan de Oostpunt op 308 40,, en aan de Westpunt op 308 2' lengte van de Piek van TenerifFe. Het ligt op 120 30' of 33' Noorderbreedte. Men kan geenszins met zekerheid den naams- oorfprong van dit eiland bepalen. De oud- fte naam was Quiragao. De gewoonlijkfte is Kurasfau, of beter, zoo als nu gebruike- lijk is, Curagao. Gelijk het met bijna alle Westindifche eilan- den is, zoo is het ook hier. De eerfte be- woners waren Indianen, en wel zulke, die onder den naam van Karibes, Kannibalen of Karribanen bekend zijn. Men zegt, dat zij hunne...”
6

“...HET EILAND CURASAO. 3 der leefden, en aan een goed en kwaad be- ginfel geloofden. Zij waren trouw in woord, en eerlijk maar voor het overige vadzig en lui. De Spanjaarden, die in de 16. eeuw alles in het Nieuwe Werelddeel doorfnuffelden en veroverden, ontdekten hetzelve in 1527 en nanien er bezit van, zonder daarvan gebruik te maken, als brengende goud noch zilver voort. In 1634, den 25* Juni], namen de {laten der Vtreenigde Nederlanden het met eene kleine vloot, geleid door zekeren jan jansz. otzen, aan wien dit eiland, door zijne langdurige zoutvaart in de West- Indie, be- kend was, onder bevel van den Heer jan van walbeek, Oud Raad van Brazil, terwijl aan eenen pirre le grand die weleer als voor- naam officier in Brazil tegen de Portugeezen gediend had, het gezag over de Soldaten werd opgedragen. De West Indifche Compagnie nam het ver- volgens in bezit, en behield het tot den jare 1789, wanneer het aan de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden werd o verge- dragen. Reeds, in den...”
7

“...4 beschrijving van field, en even zoo in 1713 In den En- % gelfchen oorlog van 178183,_werdhet wel bedreigd, doch vruchteloos, en ftrekte het tot wijkplaats voor Franfche, Spaanfche en Ame- rikaan fche fchepen. In 1800 namen de Engelfchen Curacao on- der hunne befcherming, nadat de Guadeloup- fche troepen Negers en Kleurlingen het eene maand lang deerlijk geteisterd hadden. Bij den vrede van Amiens aan het moederhand terug gegeven, werd het bij de fpoedige uit- barsting des krijgs, na eenen zoo verderfelij- ker], vrede, in 1805, aangetast door zekeren Brit Murray welke aldaar landde en eenige posten vermeesterde. Hij verbrandde baldadig eenige plantaadjes aan de west- of beneden- zode, maar werdt eindelijk genoodzaakt, met verlies af te deinzen. Hij flierf gedurende deze ze onderneming, en werd te Klein Curagao be- graven. Zoo (*) Zie hier omtrent de befchrijving van Curagao, Amftcrdam 1779. De kaart echter deugt niet,, even min als die van van keulen, waaruit de groote Engelfche kaart...”
8

“...HET EILAND CURASAO- 5 Zoo fcheen dit eiland, ondanks alle tegen- fpoeden en de pogingen der Britten, aan het moederland te zullen verblijven; maar onvoor- zigtigheid en wanorde waren het, die het den Britten deed gelukken, met vier fregatten, dit eiland, in den vroegen morgenftond van den 1. Januarij 1807, bij verrasfing, na eeni- gen magteloozen tegenftand, te vermeesteren. De Engelfchen, gelijk men weet,' bleven in het bezit van hetzelve, tot dat het aan Z. Mi den Koning der Nederlanden op den 4. Maart 1816, plegtig werd overgegeven, na- dat Z. M. troepen en beambten aldaar den ij. Januarij bevorens met het liniefchip de Prins van Oranje en den fchooner de Haai waren aangekomen. * A 3 LIG-...”
9

“...omgeven, welke meerendeels uit gips, puimfteen, ruwen, rooden en gelen oker en kleine lagen klei en potaarde beftaan. Op de meeste groeit Hechts een weinig hei- degras en fchrale doornachtige heesters; fom- mige zijn geheel naakt. Op verfeheidene plaatfen, zijn deze klipbergen door den tijd en bet water uitgehold, en vormen vreesfelijk fchoone, fchilderachtige grotten. Somtijds ftort een gedeelte ter neder, en maakt eene nieuwe klip of een nieuw eilandje. Hier en daar liggen in de helling der rotfen vervaarlijke fteenbrokken, met ruigte begroeid, fomtijds van 5 tot 6 ja tot io en meer roeden dia- meter, ter nedergeftort. In het kort, deze rotfen bewijzen voor den geringften kenner de hooge oudheid der aarde. Zeer hooge bergen, gereekend naar die der Andes, zijn er niet. De hoogde zijn: de Tafelberg bij de Oostpunt, om deszelfs hel- lende platheid, van 400 roeden in diameter, dien naam verdienende, zijnde ongeveer 1900 LIGGING EN LUCHTSGESTELDHEID. an alle kanten, is het eiland door vrij...”
10

“...EILAND CURASAO. ? voeten boven de oppervlakte der zee. De St. Chrisftofel, bijna aan de Westpunt, ke- gelvormig van gedaante en ongeveer 2000 voeten hoog. De overige bergen in het land, gelijk de zwarte Berg, de drie Gebroe- ders, de ronde Klip, de groene Berg, de gr 00- te en kleine Berg (het fmalfte gedeelte des eilands uitmakende) zijn allen middelma- tig, allen uit rotfen beftaande, met eene dun- ne laag aarde bedekt. Hier en daar vindt men iets, dat naar mineralen zou zweemen, en de Schrijver twijfelt niet, of er zijn hier en daar in de bergen, vooral in het Ooster middeldeel, koper en zilver aderen, maar van weinig belang. De rotfen op zich zelven vormen een prach- tig tooneel ,-*en van zelve fmalle valleijen, die met derzelver heuvels redelijk vruchtbaar zijn. Aan defile of hollewegen, ontbreekt het hier niet, even min als aan heideachtige vlakten of Savannas en aan zoutvlakten. Op Hato is eene zonderlinge grot, waarvan ftraks nader. Het klimaat is heet; de hitte Hijgt fomtijds tot...”
11

“...eiland waaijen. In het na- en voorjaar zijn dezelve fotntijds zeer hevig, vooral de O. N. O. en N. W. winden; als dan kan men zelfs, het klimaat in aanmerking genomen, vooral des avonds, zeggen: het is zeer koud. Zware orkanen zijn echter niet menigvuldig. Sedert die van 17. October 1807, welke aan de gebouwen zeer veel fchade deed, heeft men er geenen gevoeld. Zuid-Westen en Zuidewinden, heeft men doorgaans bij regen. De lucht is hier droog, en de dampkring. fchijnt met fcherpe zoutzure deeltjes ver* mengd, echter niet zoodanig, dat dit der ge- zondheid nadeelig zij. Veeleer fchijnt deze gefteldheid des dampkrings toe te brengen tot de gezondheid dezes eilstnds, en hetzelve te be^ hoeden tegen die aanftekende en verwoestende ziekten, anders in de West-Indifche eilanden zoo gemeen. Van daar, dat zelfs voor nieu- welings aangekomene Europeanen, bij eene eenigzins geregelde levenswijze, weinig gevaar is. De geringe fterfte onder de troepen, in 1816 aangekomen, en het getal eener ge* wone...”
12

“...zeer ligt ont- vlambare ftoffen. De groorfte moeite, heeft men, om droog hout, houtskolen, enz.' voor het keukenvuur aan den brand te houden. De vlam en gloed worden telkens verdoofd. Van daar, dat brand en brandftichtin'g hier bijna onbekende woorden zijn, omdat het met allen opzet hijna onmogelijk is, een huis, ja een ftroohut, in brand te krijgen. Ge- lukkig waarlijk, want de bewoners, vooral de Negers, zijn zoo weinig behoedzaam met vuur, dat zij het achteloos op houten vloeren latsn vallen, of wel houtskolen vuren in een pot tegen de houten fteilen der galerijen leggen, zonder nadeelig gevolgiets, hetwelk elders de akeligfte uitwerkfelen zoude na zich flpen. Dat het den oproerigen Negers, en aan bligh en Murray, gelukt is, eenige buitenhui- zen te verbranden, kwam van daar, dat zij de geplunderde gebouwen met droog maisftroo vulden, en, die aangeftoken hebbende, de vlam zorgvuldig onderhielden, zoodat dezelve noodzakelijk van binnen moesten uitbranden; die echter geheel te vernielen...”
13

“...nier. ~ De Lutherfche kerk alleen, door eenen gloeijenden kogel aan- geftoken, brandde van binnen geheel uit en het dak ftortte in. Deze zoutzuurachtige luchtsgefteldheid is zeer vijandig tegen het ijzer en ftaal, hetwelk ligtelijk, ondanks alle voorzorg, verroest en verteerd wordt. Van hier het gemakkelijk winnen en de overvloed van keurig zeezout. Rivieren en meren, eenige kleine plasfen, die ligt opdroogen, uitgezonderd, heeft men hier niet, maar wel verfcheidene diepinloopende baaijen. De voomaamfte is de St. Anna- baai aan den Z. Z. O. kant van het eiland, waar dan ook de IVillemflad, het fort Am- sterdam enz. gelegen zijn. Zij heeft eenen naauwen doch diepen ingang tusfchen twee riffen; vervolgens vormt zich verwijdende de prachtige en fchoone haven van Curasao, wel- ke met regt voor de beste in de TVestindie gehouden wordt, zijnde dezelve voor alle win- den gedekt, en zoo veilig, dat een oorlog- fchip van den eerften rang bijna tegen den wal, zonder gjevaar, voor een paar kabels...”
14

“...HET EILAND CURASAO. i doordringende, wordt de bceedce der haven zeer aanmerkelijk en de diepte grooter. De- ze plaats noemt men het Schottegat. Hier plagten de Engelfche oorlogfchepen te lig- gen, die zich hier kwamen ververfchen of ge- ftationeerd waren, en het overfchot der Fran- fche vloot vond er, in 1796, na eenen onge- lukkigen zeeflag, eene veilige wijk. Er kun- nen daar, naar men rekent, ruim dertig groo- te oorlogfchepen liggen. De Binnenbaai, met verfcheidene rotlge eilandjes bezaaid, ftrekt zich voorts oost-, noord- en westwaarts in verfcheidene rigtingen landwaarts uit, en vormt zeer fchoone gezigten. Een andere arm der haven, heet het fVaaigat, en eindigt in het oostelijk binnenwater, dat aan het ein- de geheel waadbaar is. Beoosten St. Annabaai, ligt de Carracca's baai, mede vrij ruim en niet verre van de Tafelberg; aan en in dezelve ligt een fort, waarop eenig garnizoen met een Luitenant is. Dit fort zoude zeer fterk zijn, indien een achterwaartsch liggende berg hetzelve...”
15

“...naar Europa beftemd zijn, moeijelijk valt, tegen den ftroom op te werken; doch de Koloniale en Amerikaanfche fcherpzei- lende goletten barken enz. kunnen dit veel be- ter dan de Europefche fchepen doen, vooral de zoogenaamde Pilotboab. Voor of een wei- nig ten Oosten der haven, ligt een koraalrif even onder water. Westwaarts vindt men de baaijen Piscadero of Visfchersbaai ; St. Mie hi el, waar een ver- laten fort is; verder Porto Maria, St. Mar- tha St. Kruis enz. Benoorden liggen de Baaijen St. Joris, St. Pieter of Pedro en Hati; deze laatfte is merkwaardig, om eene onderaardfche grot of fpelonk, bij de plantaadje van dien naam, welke eene aanzienlijke ruimte heeft, en wttarin men met moeite nederdaalt. De bovengenoemde zeezoutzure gefteldheid der lucht, het gebrek aan groote bosfehen, nevens de fmalheid en al te groote nabijheid des eilands aan de vaste kust, maken de jaargetijden zeer ongeregeld, en den vruchtbaar makenden regen zeer ongplijk, ja veelal on- genoegzaam. Eigenlijke regentijd...”
16

“...Tegen over bl. 13- TAFEL ) VAN ZONS OP- EN ONDERGANG TE CURASAO, BEREKEND OP DE POOLSHOOGTE VAN ia0 3Q/ NOORDER BREEDTE. OPGANG. ondergang. Maanden. OPGANG. ONDERGANG. Maanden. OPGANG. ONDERGANG. Maanden. OPGANG. ON DERGANG. Maanden. dagen. uren. minuten. uren. j minuten. dagen. uren. minuten. uren. tninuten. dagen. I uren. j minuten. uren. j minuten. dagen, j uren. j minuten. uren. j minuten. Januarij I r 6 6 aif 21 5 5 3^ 39 April 1 5 5 5 55§ 55 6 6 4§ 5 Julij 1 5 5 5 381 39 6 6 2lf 21 October I 5 6 6 6 4i 5 5 5 55 55 r' J IO 6 2o| 5 39l 10 5 53 6 7 10 5 39i 6 2l| 10 7 5 53 I X 6 20 5 40 15 5 51 6 9 15 5 40 6 20 15 6 9 5 51 20 25 30 6 6 6 *9 17 16 5 5 5 41 43 4+ 20 25 3o 5 5 5 5 48 47 6 6 6 10 12 *3 20 25 3 5 5 5 41 42 43 6 6 6 19 i8 l7 20 25 3 6 5 6 10 48 13 5 6 5 5 12 47 February I 5 10 15 ao 25 a8 6 6 6 6 6 6 6 16 i5 13 11 10 8 7 5 5 5 5 5 5 5 44 45 47 49 5 52 53 Mei 1 5 10 15 20 25 31 5 5 5 5 5 5 5 46I 45 44 43 42 4i 40 6 6 6 6 6 6 6 13! 15 16 17 18 19...”
17

“...regen befproeid wordt, terwijl het andere gedeelte droog blijft. Zie daar de groote reden der onvruchtbaarheid. Indien men zijne gezondheid wil bewaren, moet men zich, vooral een vreemdeling, wach- ten in den regen te loopen. 7- Deze, en de dikwijls koude avondlucht, brengen vaak kou- de koortfen en buikloop te weeg. Zelden jdondert het, en nog zeldzamer doet zulks fchade. Indien het echter gebeurt, le- veren de, door de bergen driewerf teruggekaat- lte donderflagen een ontzagverwekkend tooneel. Zoo weinig verwisfelend de jaargetijden zijn, zoo gering is ook het verfchil van zons op- en ondergang. Steeds ziet men dat glansrijk licht even voor pf na zes uren fchijnbaar ver- rijzen en in de kimmen duiken. Ten blijke van het weinig verfchil .van zons op- en ondergang, dient de bijgevoegde tafel. VEH'...”
18

“...14 BESCHRIJVING VAN VER.DEELING DES EILAND S. Het Eiland wordt verdeeld in I. De ftad en het voorlieden. 2. De Middeldivifie. 3- De Oostdivifie, en 4- De Westdivifie. fort zelf met de i. De ftad, de Willemftad genaamd, en het fort Amfterdam, zijn op een rif van de baai, ten Zuidoosten gelegen, gebouwd, en vormen dus een fchiereiland, ten Zuiden en Zuidoosten de Zee en eene vlakte, ten Noor- den het Oostbinnenwater en ten Westen de ha- ven tot grenzen hebbende. Het fort Am- flerdam is een onregelmatige vijfhoek, naar de oude manier met fteenen muren gebouwd. Eene poort, naar de ftadszljd, die de waag in zich belluit, dekt den ingang. Boven de- zelve bij eene batterij, die de ftad en haven beftrijkt, ftaat een vlaggeftok, die tevens tot feinpaal dient, en waarvan de Nederlandfche vlag wappert. In het front voor de haven, is...”
19

“...HET EILAND CURASAO. 15 is weder eene poort, waaronder men de hoofd- wacht en eene gevangenis voor de foldaten heeft. Boven hetzelve is het Gouvernementshuis, een vrij aanzienlijk ruim gebouw, waar men bin- nen in, bordes gewijze, twee breede fteenen trappen vindt, die tot den voorgang leiden. Deze is met marmer bevloerd. In twee ruime zalen, vergaderen de Raads-Collegien, en verder is het de eigenlijke woning van den Gouverneur. Voor het gebouw is een bal- kon, van waar de publicatien en vonnisfen ge- lezen worden. Voor hetzelve, op het plein, worden de criminele regtsplegingen uitgevoerd. Het fort van binnen, aan de buitenzijde met hooge batterijen omgeven, levert een vierkant plein op, aan welks Oostzijde de gerefor- meerde kerk is, een klein net gebouw, met twee fteenen trappen, een goed orgel, maho- nijhouten predikftoel, geftoelten voor Gouver- neur en Raden, en banken en ftoelen van hetzelfde hout verfierd. Ook ziet men er een eenvoudig gedenkteeken ter eere van den voor- maligen...”
20

“... VAN Curagao den ai. October 1783. Het gebouw zelf is vrij luchtig, en de eigendom der Ge- reformeerde gemeente. Onder de kerk is een magazijn, gelijk ook onder het Gouvernementshuis aan beide zij- den van de poort, doch het kruidmagazijn is op het fort Rif. De Lutherfchen, federt het verbranden hun- ner kerk, houden daar hunne godsdienstoefe- ningen. De kerk is met eenen kleinen klok- kentoren en een uurwerk voorzien. Binnen hetzelfde fort wonen de meeste of- ficieren van het garnizoen; ook vindt men daar de woningen en bureaux van den Gou- vernements Secretaris, en van den Controlleur Generaal der Finantien, alsmede de bureaux van de verdere beambten. Aan de Zuidzij- de van het fort is een ander, met twee poor- ten voorzien, het Waterfort genaamd, en mee lage fteenen batterijen gewapend. Hier heefc men de barakken der foldaten, de bakkerij, prevoost en eenige weinige woningen voor eenen kapitein, twee luitenants en eenige onderofficieren. Te voren woonden hier de meeste beambten, doch...”