|
|
Your search within this document for 'Bo,tin' resulted in three matching pages.
|
1 |
|
“...van allen,
van den Kleinenierg tot aan de Westpunt loo-
pende, is de grootfte van allen. Hier vindt
men, nevens verfcheidene grootere en kleinere
plantaadjen, den St. Christofelberg en den Gr00-
teberg, met een ileilen hollenweg. Op de
plantaadje Fontein, is een klein leopend wa-
tertje, met eene fpringende bron, en op Hati,
ten Noorden van het eiland, gelijk boven ge-
meld is, eene vrij merkwaardige zeer diepe
grot, waarin men langs fteile trappen, in den
rotswand uitgehouwen, af klimt. Op den bo-
dem, vindt men eene bron. Men zal ligt
begrijpen, dat men niet dan met toortslicht daar-
in kan treden. In deze Divifie en in de Oost-
divifie, vindt men verfcheidene veel opbren-
gende zoutpannen. Verder worden hier vele
beesten geweid, en er is goede visfcherij,
De bevolking der drie divifien is als volgt;
Middeldivifie. Mannen en Vrouwen 179 Oostdivijie. ... IP9 , Westdivifie. 5<
Kinderen 260 ... 281 . . 88
Tuinflaven 547 . /K769 . . 1000
Sjouwers ... 9 .
Ambachtslieden 12 . . 27 . ...”
|
|
2 |
|
“...88 BESCHRIJVING VAM
aan de Westzijde van Bonaire. De Zuidpunt
is met klippen en banken omringd, welke den
39. December 1817 voor den Hollandfchen
brik de Ceres zoo noodlottig zijn geweest.
De inwoners beflaan uit weinige blanken en
eenige Indiaanfche of van Indianen gefprotens
familien, onder het bevel van eenen Komman-
deur, die fomtijds eenige weinige foldaten bij
zich heeft.
De grond is hier dor, maar met hout als
bezaaid, waaruit, bijzonder van het. geel Bo-
naire hout, het Gouvernement vrij wat voor-
deel trekt. De inwoners generen zich met
het planten van mais, met het aankweeken
van vee, meest cabrieten, ook paarden en ezels *
en met de vischvangst en den kleinen handel.
Dit eiland levert brandhout aan het garnizoen
in overvloed^ dit wordt door een lands Go-
let afgehaald.
Het zout in de kunftelooze zoutpannen is
er overvloedig, en wordt voor het beste gerf
houden.
Te voren werd dit eiland aan den meestbie-
denden verhuurd of verpacht, doch thans heeft
zulks geene plaats meer.
Hier...”
|
|
3 |
|
“...HT EILAND CURASAO.
Sommigen rekenen, tot de aan Curasao on-
derhoorige eilanden, de onbewoonden, Roca,
Orchilla en Sola d'Aves, ten Oosten van Bo-
naire. Waarheid is hec, dat de Nederlander
bijkans de eenigen zijn, die deze eilanden be-
zoeken om daarvan droog gras., hout, en in
het voorjaar, een ontelbaar getal welfmakende
meeuwen eijeren, van de foort der grijze en
witte goilands, en de blaauwe mouette te ha-
len. Deze vogels worden fomtijds levend
gevangen en als eene aardigheid op dit eiland
op gek weekt. De Ooiland heeft vier nagels,
en drie vliezen aan de pooten, en gelijkt veel
naar de zee-eend.
Kleiner en bewesten Curagao op den af-
ftand van 7 of 8 mijlen, nabij de Spaanfch
kust, ligt Oruba, Orobo of Aroba. Hetzelve
dient tot gelijk oogmerk als Bonaire. Hier
vindt men ruim zoo veel Cabrieten, maar min-
der zout. De inwoners maken er zeer fraaije
hangmatten.
Een Kommandeur beftuurt hier de inwoners,
In vrede en kalme tijden, heeft men hier veel
handel op de Spaanfche kust.
Ten ...”
|
|
|