1 |
 |
“...gewilliger werkkrachten dan de indianen. Deze laatsten, de beschermelingen van
den lateren bisschop van Chiapa, verdroegen den gedwongen arbeid niet, presteerden
niet genoeg, of waren niet talrijk genoeg.
De handel in „ébano negro” bestond reeds sedert het midden der 15e eeuw op het
Iberisch schiereiland; de Portugeezen brachten van hun tochten naar de Afrikaansche
kust zwarte gevangenen mede en slavenmarkten van geringen omvang ontstonden
te Lissabon en te Sevilla.
Reeds zeer kort na de ontdekking van Amerika — in 1503 en 1511 — zien wij Afrikaan-
sche negerslaven door den Portugeeschen handel, onder goedkeuring van Ferdinand V,
naar de nieuwe wereld overbrengen. De echtgenoote van dezen laatste, Isabella la
Católica, had het den conquistadores euvel geduid dat zij Amerikaansche inboorlingen
(op Columbus' tweede reis) als slaven naar het moederland hadden gezonden.
Toch zouden voorloopig de indianen in hun eigen werelddeel nog veel van de blanken
te lijden hebben. De kapitein Ampties,...”
|
|