|
|
Your search within this document for 'sobra,4' resulted in five matching pages.
|
1 |
|
“...beschikt, het Plaatselijk Hoofd van Politie gehoord.
Artiikel 3.
1. Een besluit tot verlening der vergunning houdt in een
omschrijving van de plaats, waar de voorstellingen zullen wor-
den gehouden.
2. De vergunning geldt voor de rechtverkrijgenden van
de vergunninghouder, indien zij het bedrijf voortzetten, gedu-
rende drie maanden nadat het recht is overgegaan of indien zij
binnen die tijd vergunning hebben aangevraagd, tot dat de be-
schikking op hun aanvraag onherroepelijk ïs geworden.
Artikel 4.
De vergunning kan worden geweigerd:...”
|
|
2 |
|
“...5
—• 4 —
met de goede zeden of de openbare orde;
c. dat geen andere afbeeldingen ter reclame voor films
worden vertoond dan die, welke vooraf door de com-
missie, bedoeld in artikel 13, zijn toegelaten;
d. dat de schriftèlijke vergunning, benevens alle beschei-
den betrekking hebbende op de nader in deze eilands-
verordening genoemde keuring der voor openbare ver-
toning bestemde films, op aanvraag worden vertoond
aan elk der ambtenaren, bedoeld in artikel 26, en dat
deze ambtenaren alle door hen gewenste inlichtingen
betreffende de vertoning der films worden gegeven.
Artikel 7.
Ter bestrijding van de kosten van administratie en toezicht
betaalt de houder der vergunning ten bate van het eilandgebied
terzake van de hem verleende schriftelijke vergunning bij de
uitreiking daarvan en vervolgens in de eerste maand van elk
volgend kalenderjaar een recht, waarvan het bedrag door het
Bestuurscollege wordt vastgesteld.
Artikel 8.
Indien de ondervinding de noodzaak daartoe aantoont, kun-
nen de...”
|
|
3 |
|
“...5
— 6 —
nadat de houder der vergunning in de gelegenheid is gesteld
om door of vanwege het Bestuurscollege te worden gehoord.
4. Het Bestuurscollege kan in dringende gevallen het be-
sluit tot intrekking bij voorraad uitvoerbaar verklaren.
Artikel 12.
1. Een besluit tot schorsing of intrekking van de vergun-
ning vermeldt de gronden, waarop de schorsing of intrekking
berust.
2. Tegen de schorsing of intrekking kan de belangheb-
bende binnen een maand na de dagtekening van het besluit van
het Bestuurscollege bij de Eilandsraad in beroep komen. De
Eilandsraad beslist binnen twee maanden na de dagtekening
van het beroepschrift bij met redenen omkleed besluit.
3. Alvorens op het ingesteld beroep te beslissen, kan de
Eilandsraad de uitvoerbaar-verklaring bij voorraad van het
besluit van het Bestuurscollege tot schorsing of intrekking der
vergunning buiten werking stellen.
KEURING EN HERKEURING VAN FILMS
Artikel 13.
1. Door het Bestuurscollege wordt voor de keuring van
films een commissie van...”
|
|
4 |
|
“...— 7 —
5
4. Het Bestuurscollege is bevoegd om aan de voorzitter,
de leden, de plaatsvervangende leden en de secretaris der com-
missie een vergoeding toe te kennen.
5. De commissie keurt met tenminste drie en ten hoogste
vijf leden, waaronder de voorzitter of plaatsvervangend voor-
zitter.
Artikel 14.
1. Het is de houder ener vergunning als bedoeld in arti-
kel 1, eerste lid, verboden in het openbaar films te vertonen,
tenzij deze door de keuringscommissie, als niet in strijd met de
goede zeden of de openbare orde, voor openbare vertoning zijn
toegelaten. Tegelijk met de films worden de titellijsten en het
materiaal tot aankondiging en reclame van de films gekeurd.
2. Bij openbare bioscoopvoorstellingen, toegankelijk voor
of bijgewoond door kinderen, te wfier aanzien niet voldoende
aannemelijk is, dat zij de leeftijd van twaalf jaren hebben be-
reikt, worden geen films vertoond dan indien en voor zover de
keuringscommissie die voor het vertonen aan kinderen, jonger
dan twaalf jaren, toelaatbaar...”
|
|
5 |
|
“...Met het toezicht op de naleving der bepalingen van en
het opsporen van de feiten strafbaar gesteld hij of krachtens
deze eilandsverordening zijn belast de ambtenaren, genoemd in
artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering voor Curasao.
2. Zij hebben te allen tijde vrije toegan*» tot alle plaatsen,
waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat openbare film-
voorstellingen worden gegeven.
3. Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij
zich die met zo nodig met inroeping van de sterke arm.
4. Is de plaats tevens een wonling of alleen door een wo-
ning toegankelijk, dan treden zij deze tegen de wil van de be-
woner niet binnen dan op algemene of bijzondere schriftelijke
last van de Officier van Justitie of op een bijzondere schrifte-
lijke last van de Gezaghebber. Van dit binnentreden wordt door
hen proces-verbaal opgemaakt en binnen twee maal vier en
twintig uren aan degene, wiens woning is binnengetreden, in
afschrift medegedeeld.
SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 27.
1. Nadere...”
|
|
|