Your search within this document for 'líkido,pa,tira,den,buraku,di' resulted in three matching pages.
1

“... aangevraagd voor een daarbij omschreven plaats. Bij de aanvrage kiest de belanghebbende woonplaats binnen het eilandgebied. 2. De aanvrager verstrekt zoveel mogelijk de van hem door of vanwege het Bestuurscollege gevraagde inlichtingen en be- scheiden. 3. Binnen twee maanden wordt op de aanvraag schrifte- lijk beschikt, het Plaatselijk Hoofd van Politie gehoord. Artiikel 3. 1. Een besluit tot verlening der vergunning houdt in een omschrijving van de plaats, waar de voorstellingen zullen wor- den gehouden. 2. De vergunning geldt voor de rechtverkrijgenden van de vergunninghouder, indien zij het bedrijf voortzetten, gedu- rende drie maanden nadat het recht is overgegaan of indien zij binnen die tijd vergunning hebben aangevraagd, tot dat de be- schikking op hun aanvraag onherroepelijk ïs geworden. Artikel 4. De vergunning kan worden geweigerd:...”
2

“...5 —• 4 — met de goede zeden of de openbare orde; c. dat geen andere afbeeldingen ter reclame voor films worden vertoond dan die, welke vooraf door de com- missie, bedoeld in artikel 13, zijn toegelaten; d. dat de schriftèlijke vergunning, benevens alle beschei- den betrekking hebbende op de nader in deze eilands- verordening genoemde keuring der voor openbare ver- toning bestemde films, op aanvraag worden vertoond aan elk der ambtenaren, bedoeld in artikel 26, en dat deze ambtenaren alle door hen gewenste inlichtingen betreffende de vertoning der films worden gegeven. Artikel 7. Ter bestrijding van de kosten van administratie en toezicht betaalt de houder der vergunning ten bate van het eilandgebied terzake van de hem verleende schriftelijke vergunning bij de uitreiking daarvan en vervolgens in de eerste maand van elk volgend kalenderjaar een recht, waarvan het bedrag door het Bestuurscollege wordt vastgesteld. Artikel 8. Indien de ondervinding de noodzaak daartoe aantoont, kun- nen de...”
3

“...twaalf jaren hebben be- reikt, worden geen films vertoond dan indien en voor zover de keuringscommissie die voor het vertonen aan kinderen, jonger dan twaalf jaren, toelaatbaar heeft bevonden. 3. Bij openbare bioscoopvoorstellingen, niet toegankelijk voor of bijgewoond door kinderen bened'en de twaalf jaren, doch toegankelijk voor of bijgewoond door personen van twaalf jaren of daarboven, te wier aanzien niet voldoende aanneme- lijk is, dat zij de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt, wor- den geen films vertoond, dan indien en voor zover de keurings- commissie die voor het vertonen aan personen tussen twaalf en achttien jaren toelaatbaar heeft bevonden. 4. In afwijking van de voorgaande bepalingen is de hou- der ener vergunning, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, naar door de keuringscommissie te stellen regelen, bevoegd in spoed- eisende gevallen films, die blijkens catalogus zijn goedgekeurd door.het „National Legion of Decency” te New York, te verto-...”