Your search within this document for 'bentana,ku,rampi,glas' resulted in two matching pages.
1

“...74 HET REIZEN IN EEN PALANKIJN. tras, met zijde overtrokken dekens, zijden jassen, zooge- naamde chamberloucs, aan het voeteneinde een karaf met een glas, om onder weg te kunnen drinken, benevens eenige andere kleine geriefelijkheden; voorts hadden wij bij ons eenige boeken, papier tot het houden van aanteekeningen, onze wapenen, enz. Gewoonlijk lagen wij in de palankein, gehuld in onze jassen. Van de vier petarras waren er twee gevuld met brood, boter, koud vleesch, vooral humps, dat is de bult van den Bengaalschen os, een heerlijk, eten, en voorraad van thee, koffij, en het benoodigde gereedschap om die te zetten; de twee anderen bevatteden bordeaux van de beste kwaliteit, en zoete melk. Naar ik meen waren zoo- wel de melk als de wijn uit Bordeaux aangevoerd, maar dit is zeker, dat de wijn overheerlijk was; op de melk of room viel niet minder te roemen. Wanneer onze levensmidde- len begonnen te verminderen, werd een der dragers, zoodra wij halt hielden of een europeschen resident passeerden...”
2

“...vertrekkende, by allen een blijvenden indruk achterliet. Den derden Augustus liep het eskader in zee, voerende De Rijn den standert- aan den grooten top. In zee was het meestal s Princen gewoonte om behalven zijn Adjudant en den Eersten Officier, een drietal Officieren van het Etat-Major s middags by beurte aan den disch te noodigen. Hy-zelf was dan steeds de leider van het gesprek,, dat zich kenmerkte door nautische en andere wetenschap- pelijke zaken. Des Zondags werd daarby door hem meteen glas champagne altoos den vasten toost gedronken: Het welzijn onzer absente betrekkingen! Dat waren immer gezellige uren aan boord, waarop door de Officieren grooten prijs werd gesteld. Overigends kenmerkte de Zondag zich ook door zijne viering. Aan boord werd telken Zondage om elf ure godsdienst- oefening gehouden. Doorgaans bestaat deze in een gebed en het voorlezen uit een stichtelyk boek, met dit doel aan de ' Jhr. de Vaynes van Brakell....”