Your search within this document for 'Dal,slepchi' resulted in two matching pages.
1

“...II. In het groene, rijkbevolkte, tusschen boschrijke heuvelen ingesloten dal der Alzette, ligt, zes mijlen van de stad Luxem- burg, het groothertooglyk lustslot Walferdingen, in de naby- heid van het dorp van dien naam, en in 1840 tot een Vor- stelyk verblijf ingericht. Het was in t byzonder daar, dat de echtelingen by voor- keur hun verblijf hielden, niettegenstaande het schoone en schilderachtig gelegen kasteel Berg door aankoop s Princen persoonlyk eigendom geworden was. Het lustslot bestaat uit een groot hoofdgebouw met twee lagere vleugels, ter wederzijde van welke laatsten rechthoe- kig een daaraan niet verbonden gebouw naar voren springt, zoodat daardoor een voorplein gevormd wordt een frisch grasperk, met eenige oranjeboomen beplant dat aan de vierde zijde door een ijzeren hek wordt omperkt en afgesloten. Twee hoofd-ingangen, aan iedere zijde van het midden- gebouw, naast de vleugels, geven toegang tot vestibules, waar de deuren der benedenkamers op uitkomen, en waar de trappen...”
2

“... werden bewoond door de Princes. Op de tweede verdieping hielden de dames van het gevolg verblijf, en heeft men eenige logeerkamers. Ook in den lin- kervleugel zijn vertrekken, bestemd voor Vorstelyke bezoe- kers, terwijl in den rechter zich nog de woningen der min- dere bedienden bevinden, en vervolgends ook het telegraaf- bureel is geplaatst. Uit de kamers op de beide verdiepingen van het hoofd- gebouw heeft men een zeer schoon vergezicht op-de boom- rijke heuvelrij aan de westzijde van het dal. Vooral in het najaar, wanneer de levendige herfsttinten de wouden kleu- ren, is het gezicht verrukkelyk. Achter het paleis strekt zich een klein park uit, geheel als bloemtuin ingericht, maar tevens prijkende met hoog geboomte, vele uitheemsche gewassen, en een schoone ver- zameling van de zoo te recht beroemde Luxemburgsche rozen. Voor wandelingen is het echter te klein. Om dezen te vin- den moet men aan. weerszijden van .de valei de heuvelen beklimmen. Men wordt dan ook voor de moeite ruim be-...”