|
|
|
1 |
|
“...— 61 —
21
De dagvaarding vindt bij monde of bij geschrift plaats; bij
monde door aanzegging bij het voorloopig onderzoek en af-
gifte aan den betrokken persoon van een biljet, waarop tijd
en plaats vermeld zijn van de terechtzitting, waarvoor hij is
gedagvaard, en, zoo het betreft beklaagden, een opgaaf van het
feit, dat wordt ten laste gelegd, met vermelding omstreeks
welken tijd en waar ter plaatse het begaan zou zijn. ^
—dat drvb^lrlhnjTrlt^ frAtvzij hij wn^dt tor ?.akp
van een misdrijf, op hetwelk geen andere straf is gesteld daèf
gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden yof
geldboete van ten hoogste duizend gulden, ook dan wanneer
wegens samenloop van dergelijke misdrijven, wegens bërha- -ff
ling van zoodanig misdrijf of wegens ambtelijke hoedanigheid ^ /yseS
van dengene, die het misdrijf begaan heeft, afzonderlijk of o *
gezamenlijk voorkomende, eene zwaardere straf kauworden ^ °é/
opgelegd, of van een der misdrijven, omschreven iy( de artike-
len 186, 263 eerste lid...”
|
|
|