|
|
|
1 |
|
“.... J Ku%) , .
fiserit by den commandeerende Officier van de Kó»
ïiing myn Meefter af te leggen. Ik kan my niet
cverreeden dat deefe Perfoon waarlyk een Officier
geweeft is? of hy moeft geweeten hebben, dat lee-
kere agting verfehuldigt was aan den Commandee-
rende Officier, van welke Kroon of Staat het wee-
fen mogt, onder wiens Gebied hy aan Land quam;
en dat niet alleen de befchaaftheid maar fijn pligt
vorderde, dat hy fijne opwsgting quam maaken by
de Commandeerende Officier het ogenblicq dat hy
aan Land trad. Het gefond verftand moeit hem
hebben doen beprypen, dat ’er geen Eiland is fon-
der Commandeerend Officier. Deefe Perfoon gaf
moede voor» dat hy met Depeches van U Excellen-
tie voor de Admiraal belaft was. Ik befchryf hem
dus nauwkeurig, dat U Excellentie hem uit mag
vinden» en ik houde my verleekert, dat U Excel-
lentie hem inftrueeren fult, hoe hy fig in het ver-
volg moet gedraagen, en nooit lal gedoogen, dat
een Officier (foo hy foodanig was) koomende van
U Excellentie, fig...”
|
|
2 |
|
“...klaagende over
Tertillier, Godet en Litter; dat defeltfe, nafflelykj
een Bark, genaamt Chrittina, gevoert geweelt door
Joféph Wyeth van Noord-Carolina; alhier foude heb-
ben geëquipeerc en gearrneert: Ende het Antwoord
van den Heere Gouverneur, in dato 31 July iy77i
meede in den Raad geproduceerd is het i'elve Ant-
woord na behooren bevondeh: Als mèede hier. op
in de Vergaderinge gehoord John Letter, is hem
geordonbeert geworden (vermits 1'ulks uit eigen be-
vvinge offereerde) van het geen door hëm dies aan-
gaande wierd gerelateerd een beëedigde Declaratie
te geeven.
Onder ftond,
Accordeert met voorf>
Regitter.
Was geteekent,
Anth. Beaujoit i
Eertte Clercq.
Tranflaat.
Voor de Ed. Heeren Raa- Af
den Johannes Heiliger Qapi-
tein van de Burgery, en Oliver
Oyen j Esq.
TTEeden, zyride den 4 Augutty anno 1777, ter
requifitie van de Eds. Johannes de Graaf, Esq.,
Gouverneur over de Eylanden St. Eultatius, Saba
en St. Martins, R. O.* compareerde in perfoon Eli-
phalet Letter, een Burger en Inwoonder...”
|
|
3 |
|
“...Vergaderinge ver-
fcheenen voornoemde Jofeph Berry, en de Partyen
over en weeder aangehoord, cnde gelet op al het
gunt ter materie was dienende, en wel byfonder,
dat de Eygenaars of Geinterrefleerdens van gemelde
twee opgebragte en gecondemneerde Barken en Laa-
dingen, hunne Reclame, indien fy daar eenig regt
toe vermeende gehad te hebben, behoorlyk en op
fijn tyd in Antigua hadde moeten doen; ende ge-
confidereert fulks een faak is, die tot het Departe-
ment van deefe Regeeringe niet en behoord; is dies-
halven gerefolveert, den voornoemde Ëliphalet Les-
ter en den voornoemde Thomas Wallace, hun ge-
melde eifch tegen den voornoemde Jofeph Berry
te ontfeggen en van de hand te wyfen, als tot deefe
Jurisdidie niet behoorende.
Aldus gearrefteert by Gouverneur en Raaden in het
Fort Oranje op St. Euftatius den 17 November 1777.
Pra2fent alle de Heeren. —
Onder ftond,
Accordeert met voorfz
Regifter.
Was geteekent,
Anth. Beaujon3
Eerfte Clercq.
Iiii Wy
Num. 149....”
|
|
|