Your search within this document for 'ten,' resulted in 251 matching pages.
 
1

“...■jBlSSCït- SEBïïi. isn®*1 j&lDE®; TT ff oog Mogende Heer en, F) tir ^°®54ödeur van de Eylanden van St. Euftatius, St.Mar- f en Saba > Johannes de Graaf, ter voldoening aan U rVr f«i °°n r ^eer gerefpeéfeerde Ordres , vervat by hoogft- deer rver “efolutien, van den zi Maarten 6 October 1777, fig na in T an”n hebbende begeeven, en alhier zvnde gearriveert 7 July des gepafleerden jaars 1778, ten einde, conform - & ,dei felver Beveelens, volleedige informatie te geevefi, om- 7Vnt,, waafheid der fayten, waar uit fchynen gerefulteert te ^yn ae klagten tegen gemelde Commandeur, vervat in de Me- rj°i\e van«l?en Heer Ridder Yorke, den zi February 1777 aan noog Mogende overgeleevert, als meede van al het geen ge- uurende fijn Commandement op het Eyland St. Euftatius , met e ane tot de Aroericaanfche Colonien , en der felver Scheepen oude nu)gen zyn gepafleert, en ter fijner kennifle gekomen, fijne omtrent: U ^draS v°or U Hoog Mog. open te leggen , en waar den «on D HooS Mog. hebben goedgevonden,...”
2

“...Eufiatius * fge. JoO in fpecie ten opfigte der klagten welken by feekece Memorie3 door den Heer Ridder Tork, extraordinarii Am* bajfadeur en Blompot ent iar is van fijne JViaiefteit den Koning van Groot- Brit- tannien j aan de Hoog Mogende He eren Staat en Generaal der vereenigde Neder- landen ^ 'overgeleevert in dato 21 Fe- bruary 1777 j tegen hem zyn ingebraot; als in genere van het gunt j geduurende zyn Commandement op het voonoemde Eyland St. Eftatius, met relatie tot de Slmericaanfchc Colonien en der [elver Scheepen is gepajjeert en ter fijner ken- niffe gekomen. Edele en Groot Agtbarè Heer en! QElyk de Ondergetekende, die in den Poft, met wel» ken hy bekleed is, altoos met allen emit getragr heeft “8 te bevlytigen, om de goede verftandhouding, welke tuftchen hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal en net Hof van Groot-Brittannien plaats hadde * te doen bé» ltendig blyveti en daarentegen te voorkomen alles, wat de- lelve rnaar eenigfints foude kunnen ftremmen, ten hoogften gelurpreneert was...”
3

“...nogtans deefe aandoening niet weinig gematigt, foo ras de Ondergeteekende fig te binnen bragt, dat hy het geluk hadde Onderdaan te zyn van eene Regeering, die niet gewoon is Uitfpraak te doen dan na behoorlyk onderfoek, veel min nog eenen Befchul- digden te veroordeelen op lofle vertellingen, fonder dat van de waarheid der befchuldiging den Regter voldoende coniteert. En hier van wierd de Ondergetekende ook ten deefen geconvinfeert, nadien hem van uwegens hun Hoog' Mog., lijne Meefters, geleegenheid gegeeven wierd om de dooritralende illiquiditeit en volftrekte onwaarheid van die ten fijnen laite aangeroerde klagten in een klaar dagligt te flellen, terwyl hoogfidefelve hun Hoog Mog. by Refolutie in dato zi Maart 1777 (onder anderen) geliefden goed te vinden en te verftaan, dat aan U Wel-Edele Groot Agtb. foude worden aangefchreeven, fig exadelyk te informeeren na de waarheid der faiten, waar uit fcheenen gerefulteert te zyn de klagten, vervat in de Memorie van den Heer Ridder York den 21...”
4

“... van St. Chriftophers by fijne Miffive, in dato 17 December 1776, beroept, en waar door de befchuldigin- gen ten latten van den Ondergeteekenden fouden behoo- ren te worden geverificeert, van weegens U Wel.-Edele Groot Agtb. ter handen geiteld de Pointen, waar over lig de Ridder York by fijne meer voornoemde Memorie in dato x\ February 1777, ten opligte van den Ondergetee- kende heeft beklaagt, en welken hier op uitkomen, te weer en: I» Dat de Ondergeteekende oogluikende Jonde hebben toegelaaten } dat de Amencaanen op St. Euftatiut Schoe- pen hebben uitgeruft. 11. 'Dat de Ondergeteekende foude hebben toegelaaten het neemen van een Engelfch Schip door eenen Ame- ricaanfchen Zeeroover, byna onder het Gejcbut van ftjn Eyland. UI. Dat de Ondergeteekende het Saint foude weedcrom gegeeven hebben aan de Americaanfche Vlag3 door de Fortres van ftjn Gouvernement. Hebbende U Wel-Edele Groot Agtb. daar by voorts nog te kennen gegeeven, dat hun Hoog Mog. requireer- den, IV. Dat de Ondergeteekende foude...”
5

“...gronden, als hy vermeende genoegfaam te zyn ten betooge van de ongefundeertheid der tegen hem door de Britfche Bevelhebberen ingebragte klagten, mitsgaders tot jufiificatie van lijn Ondergeteekendens gehoudene ge- drag, en hoe feer hy vertrouwt, dat daar uit reeds aan U Edele Groot Agtbaare gebleeken fal zyn, dat de Onderge- teekende gantfch iqualyk en ten onregte door den Heer Ridder Yorke is befchuldigt geworden 5 nogtans weeder- om, ter requifitie van U Edele Groot Agtbaare, de vr>heid gebruiken, om by deele DeduéHe en Memorie van infor- mation wat meer van naby te befchouwen, in de eerjie plaats de fpeciale pointen van beklag > hier vooren opgegee- ven, en by ieder der felven aantoonen, dar, gelyk fe zyn onbeweefen, en de Bylaagen, die quafi ten betooge der felven by de Memorie van den Heer Ridder York aan hun Hoog Mog. zyn overgeleevert geworden, zyn illiquide, onvoldoende en irrelevant, foo ook de onwaarheid van die refpeétive klagten ten overvloede confteert uit foodanige li- quide...”
6

“...examen foo van de jjrieven van den Prselident Greathead, als van de verdere «ylaagen, die de Heer Ridder York, ten betoge quaji\an fijn beklag, aan hun Hoog Mog. heeft ingeleevert* over- ru'gd ful’en zyn, dat nog in die Brieven 3 nog in de ver der è üylaagen eenige de mir.lte fchyn van bewys van dit eerlte point van beklag gevonden kan worden, en dat het felve enkel gegrond is op een voorgeeven van dien Praefident, vooitgefprooten of uit eene verregaande quaadwilligheid of uu. Verkeerde informatiem Immers de Brieven van den Praefident Greathead aan ?eP öndergeteekendén kunnen de bewyfen van de waar- heid deefer befchuldigingen niet opleeveren, als U VVel-Ed. Woot Agtbaare flegts gelieven in aanfchouw te neemen, oat (gelyk onder anderen te fien is uit fijne Mifiive ten fieefen annex fub Nurn. i. en in dato 17 December 1776) fi>e Pragfident felve fig daar by beroept op publique gerug- ten (dan aan welke hy te gelyk fchryft ongeneegen te iyn geloof te Üaan) mitsgaders op herigten 3 die hy gelieft...”
7

“...kan ’er tterker preuve worden geluppediteert ten betooge, dat de befchuldiging, (als of de Ondergetee- kende het uitruilen der Scheepen door de Americaanen op St. Euftatius foude hebben toegelaatenj en omtrent het equi- peeren der felven op dat Eiland conniventie foude hebben gepleegt) immers ten lafe van den Ondergeteekenden of het Gouvernementj van allen grond is gedettitueert; dafl het expres adveu van den Praefident Greathead felven, te vinden in deftelfs volgens fijn voorgeeven aan den Onder- geteekenden gelchreeven, dog by den Ondergeteekenden nimmer ontfangen Brief, gedateert z6 December 1776, van welken Copie door den Heer Ridder York als een Bylaa- ge by fijne Memorie van klagten aan hun Hoog Mog. is overgeleevert, en van welke Brief en deflelfs voorgewende noodlottige reife nader by de verhandelinge van bet vier- de of laatile Poindl fal worden gefprooken, en welke Mis- iive van den Praefident Greathead in dato z6 December 1776 ten replique, foo alsdan voorgegeeven word, op deS...”
8

“...het idéé gevallen vanA3nj de beschuldiging van dien Praefident ten lade lioofn Dndergeteekenden, die immers als Gouverneur het dij!r VaU het naar des ten dicn conniventie ook tlhebbfn gebruikt, Dog de Ondeigeteekende fchroomt ver \let de Praetenle bewyfen deeler klagten, voor foo York JaaVvah eemge Rhyn uit de Byjaagen van den Heer gen 10ude kunnen geëlicieert worden, ter toetfe te bren- eauinLeenigj dai?’ dat tcn befooge van deèfe uitrufting of tins P Cnng der Scheepen door Americaanen op St. Êulta- NoórHniVan de voorgev*ende onbepaalde Commercie met de te hakv •encahnen uit de Byl-aagen van den Heer York van Wo 1S’ ^ou gevonden moeten worden in de Depofitie fen kcien Jongebug, genaamt John Trottman, ten dee- j~) ^ex onder Num. 7, verkBefl^r°ngeling’ oud Zeventien jaaren...”
9

“...fiet daar de preuve ten betoog van de den Ondergeteekenden te lade gelegde con- niventie, ten dien opfigte; lie daar de probatie van de dagclykfche onbepaalde Commercie tuflcben de Noord-Ameri- caanen en St. Euftatius. Dan het zy den ordergeteekende gepermitteert tJ Wel- Edele Gr. Achtbaare daar omtrent te doen remarqueeren, dat Cgelyk by deefe verklaaring felve gefegt word, dat dit Brigantyn Schip, wel verre van te St. Euftatius te zyn geëquipeert, integendeel door het Land-Congres was mtge- ruft en in Noord-America wierd bemand3 en gelyk deefe verklaaring, foo fe al iets bewyfen konde, wel verre van eene daagelykfche en onbepaalde Commercie tulTchen de Noord-Americanen en St. Euftatius te kunnen aantoo- nen, flegts gewag maakt van één van weegens de Noord- Americanen voorgenoomen inkoop van Kleeding en andert nood- wendigheeden ten gebruike van de Americaanfche Land- Armée) foo ook die de pofitie geenfints probeeren kan het eerjle ToinPt der klagten van den Heer York ten lalte van den on...”
10

“...vertrouwt valt* dit Poinét van bd'chuldiging is onbeweefen; dan het y hem daarenboven nog, hoe feer ongehouden, egter ten overvloede gepermitteert U Wel-Edele Gr. Agtbaare te demondreeren, dat deefe accufatie is voidrekt onwaar en vallch. Ten dien einde gelieven U Wel Edele Gr. Agtbaare te remarqueeren, dat, offchoon de klagten van den Heer Ambaiiadeur York, nopens het oogluikend toelaaten van et uitruilen van Scheepen der Americanen op St. Eulta- ïlus» is ingeleevert by hun Hoog Mogende, fonder daar oy cenig Schip of Scheepen te noemen, en die befchuldu 8lng ten lade van de ondergeteekenden alfoo in vago eti /onder eemge bcpaaling is ter nedergelteld \ het nogtans uit ae reipettjve Milfivens van den Praelident Greathead» de ®efde in dato 17 December 1776 gefonden aan den on- ^!S^teekenden, en de andere in dato 31 December 1776 fub AreeVen aan ^ord George Germain beide geannexeert o Num. 1. en ^ blykbaar is, dat die klagte haare fource heert uit het voorgeeven van dien Praelident met relatie...”
11

“...moetende de ondergeteekende buiten twyffel in dat lijn Declaratoir en Adfirmatie gelooft worden, daar ’er van het contrarie niets ter probatie onder de Bylaagen van den Heer York is overgelegt. En voor foo verre concerneert het Schip the Baltimore Heroj en het voorgeeven, dat het felve te Sr. Euftatius foude zyn uitgeruft; het tegendeel daar van fal ten klaar- fte confteeren hit diverfe beëedigde V'erklaaringen, ten deefen annex fub Num. 6, 7. & feqcj. Immers fien U WePEdele Gr. Agtbaare in de Verklaa- fing van Thomas Waters, Capitein van de gemelde Bark the Baltimore Hero, door hem, ter requifttie van den on- dergeteekenden, op den z December 1776, ten overhaul Van Raaden van het Eiland St. Euftatius gepaftëert en met folemneelen eede beveiligt, foo fal daar uit feeker zyn, dat hy door geene der Inwooners van het gemelde Eiland is uit geruft geweeft, en dat hy door niemand in het felve Ei- land dtreiï of indirect is geëigent geweeft, maar dat hy fijne Cömmiflie direB in Maryland uit handen van...”
12

“...woeden «et voorgeeven van George Scott by het prod, fub Nuim o- *• 1. Art. 3. als of namelyk William Aull hem gefegc ®ude hebben, dat Abram van Bibber aan hem (Wiliam f.u ^ een Portte geojfereert hadde in de Sloep, die de Yer- ene Brigantyn genomen hadde; want, ora niet te feggen at daar uit nog niets ten opfigte van de uitrufling vail elelve Sloep op St. Euftatius ofte van de conniventie van en ^pdergeteekenden ten dien refpetfte te haaien foude q0’ foo fy het genoeg op dit getemoigneerde van dien eorge Scott te remarqueeren, dat defelve is een Menfch, e , bet fchynt, fijn fait maakt om de Engelfchen te rnpiaceeren, ai waare het felve ten koffen der Waarheids tnmers uit de Bylaagen, ten deefen annex fub Num. 9. n. !°:> blykt by eene beëedigde Verklaaringe van Michiet ■uykers in dato u December 1776, dat de gemelde Geor- |e eenigen tyd re voren gekomen zynde in het vakhuis van hem Dykers,en aldaar vindende den Capitein fe'v CePaquetboot van Engeland naar Jamaica, tegen den *!n «adde gefegt:...”
13

“...Interrogatorien fub Mum. 8. i. I. en wel Art. i. en z. lullen U Wel-Kdele Gr. Agtbaare ontwaar worden, dat, gèlyk hy daar by onder eede advoueert niet te weeten dat ’er eenig Ingezéeten van Sr. Euttatius direct of indirect eenig deel of portie heeft in eenig Vaartuig, met Com- milde van Noord-America vaarende; foo ook door heni met eede beveiligt word* dat hem onbekend isdat eenig Inwoonder van dat Eiland portie of deel had in de Baltimore Hero. En dus i's uit dit laatfte evident* dat hy George Scott ten uiterilen temerair gehandeld hadde, wanneer hy eeni- gen tyd te voren praetexeerde, dat ’er foodanige meenigté Vyanden van fijne Groot-Brittannifche Majelleit op hec voornoemde Eiland was, en dat Abram van Bibber, eert Ingezeeten van het felve, Eigenaar foude zyn van de ge- melde Bark; trouwens dit is geen wonder, als men re- guardeerr, dat deefe George Scott felve onder eede er- kent fig te meermaalen aan foodanige temerariteit en abu- live verhaalen lchuldig gemaakt te hebben, gelyk te fien is...”
14

“...■gebragt, en al was fe der waarheid allefrnts conform, eg- ter niets ongepermitteerts, niets nadeeligs ten reguarde van den Ondergeteekenden in fig behelfcht. De belchuldiging, foodanig als fe by de Memorie van den Heer Ridder Yorkis ter needev geüeld, beÜaat hier in, dat de Ondergetcekende fóude hebben tocgelaaten de nee- muig van een Engelfch Schip door eenen Americaanfchen Zeerover {niet onder het Gefchut, mitar) presqjj'a La portée du Canon de fon Isle j het geen en na den aart der laaie, en na de verklaaring van hun Hoog Mog. fel ven by hoogll der felver Refolutie in dato it February 1777, niets anders kan te kennen geeven, dan dat deefe neeming gele hied was byna onder het bereik van het Gefchut van Jen Eilandj en dus niet onder het daadelyk bereik felve. En dan wil de Ondergeteekende wel eens geVraagc heb- ben, hoe en op welke wyfe hy met mogelykheid, daar men door de klagte en der felver Voorltel felve advoueerr, dat fijn Gefchut den Americaanfchen Zeerover niet foude nebben kunnen...”
15

“...Boofd informeerde, dat hy een Noord-Americaan was; &c. verklaafende die Mat- thews Murray verders, dat by hun aankomii op de Rhee» de van St. Eufiatius, en komende aan de zyde van een Sloep, aldaar ten Anker liggende, het Volk van gemelde Sloep quam toeloopen, en met den bovengemelde Vreem- deling fpraaken, welke daar op overluid aan den Depofant en fijne NB. twee Meede-Tajfagiers toeriep: Nu moogt gy allen weeten, wie ik ben. Ik ben Konfiapel van deefe Sloep > fy is een Amertcaanfche Kaper 3 genaamt de Baltimore He- ro> en is die geene, welke e enige daagen gelee den op deefe hoogte het lerfche Brigt genoomen heeft 3 (3c. Dog U Wel-Edele Gr. Agtbaare gelieven te remarquee-' ren dat deefe Bylaagen lub Num. n. al Weederom niets opereéren kan ter probatie van dit tweede Poind van be- fchuldiging ten lafie van den Ondergeteekenden, als men in aanfchouw neemt. a. Dat deefe depofitïe al weederom niets anders in fig behellt dan een Verklaaring van één enkel Ge- tuigen, cujus teftimonium, vooral...”
16

“...Baltimore Hero ten Anker lag, en in gevolge dè exclamatie felve; hier in (onder anderen) beftaande* dat ,e<"e yl°ëp de Baltimore Hero het Irfche Brigantyn op ,le ■ hoogte , dat is, op de hoogte der Rheede van St. Ëü- 1 êenoomen ioude hebben; fou deefe neeming ge^ c .zVn op de hoogte der Rheede van St. Eu'tatiue. k *s bet niét alleen, foo de Ondergeteekende vertrouwtj en noogtten onwaarfchynelyk, dat de Baltimore Hero het gewaagt foude hebben om het Engelfch Schip de Brigan- lVn > aan je klampen en te rteemen op de h'oogte der Rheede an Euftatius ? en onder het Geichüt van dat Eiland; maar fulks is volftrekt onwaaragtig, als men veronderftellen aS’ dat de Praefident Greathead de waarheid meld,wan- aan Lord George Germain by fijne Miiïive van rvn ccen)ber *776 fchryft, dat dé neeming van de Brigan- > van dat Eiland (te weeten van St. ChriftOphers) Was gesien, want confidereeren U Edele Groot Agtb. dat St; Lhrutophers van het Eiland St. Euftatius aflegt neegen tngellche mylen ten zuidoolten,...”
17

“...den avond. En dus moet uit dit alles weederom evident zyn, dat het voorgeeven van den Heer Ridder York ten deefen re- ipefle of wel de aan dien Heer gefuppediteerde informa- tien en het fchryven van den Praefident Greathead hg iel- ven e diametro contrarieeren, en dat het is abfutelyk bezy- den de waarheid, dat het Engelfch Schip door den Ame- ricaanfohen Zeerover genoomen foude zyn byna onder het bereik van het Gefchut van St. Eujïathis, en dat mitsdien de accufatie, op dat fubjeft tegen den Ondergeteekenden aangevoert, van allen fchyn, laat üaan dan grond, van waarheid is ontbloot. Ja hier van fullen U Wel-Edele Groot Agtb. ten vollen foo de Ondergeteekende vertrouwt, overtuigt moeten zyn, wanneer delelven fullen hebben nagegaan, de Inrerrogato- rien aan en beëedigde Antwoorden van George Scott, Wil- liam Aull, Thomas M. Earrel, Robert Ruyd, Wallis, Do- nahion, en William Patterfon, ten deefen annex jub Num. 8, 1. ij. iv, v. vj. vij. en vlij. Immers, daar uit fullen U Wel Ed. Groot Agtb...”
18

“...allen onder eede word ontkend, felfs ook door die geenen, welken erkennen eenige Scheepen van de Wal gefien te hebben. En de waarheid en goede trouw van deefe onkentenis, foo wel als de volftrelue onwaarheid en quaade trouw van het voorgeeven, dat de Ondergeteekende fouden hebben toege!aaten, dat de Americaanfche Zeerover het Engelfch Schip foude hebben genomen byna onder het bereik van het Gcfihut van St. Euftatius word ten llerkften geconfirmeerc door de beëedigde Verklaaring van Thomas Waters, Ca- pitein van de Bark the Baltimore Hero, in dato i De- cember 1776, ten deefen annex onder Num. 6> nademaal defelve daar by adtefteerr, dat hy het meergemelde Bri- gantyn, het geen door hem genomen en na Maryland op- gewonden was, ontmoet hadde op de hoogte van omtrent drié Engeljche mylen, meer of min, van het Eyland St. Chriftof- fel. Immers wanneer men in aanfchouw neemt, dat St. Euftatius en St. Chriftoffel van elkanderen zyn leggende een diftantie van drie Engelfche Leags of neegen Engelfche...”
19

“...het Kanon van St. Eudatius; En dus fal ook dat Voorgewende Jien van den Prsefident Greathead ten deefen geen argument tegen den Gndergeteekenden kun* nen opleeveren. Hier meede vertrouwende het tweèdn Point der klagte® van den Heer Ridder York te mogen houden voor afge- handeld, en Voldoende aangetoont te hebben, dat het fel* ve Is en onbeweefen, en onwaar; foo fal de Ondergetee- kénde overgaan tot de verhandeling en het onderfoek vari het derde door den voorgemelden Heer tegen hem inge* bragte Teint van klagten.. 3, Deefe klagte beftaat daar in, dat de Ondergetet- kende het Salut foude hebben weederom gegeeven aan de Americaanjche Vlag door de Fortres van fijti Gouvernement. De Ondergeteebende fal, ten einde ook fijn gedrag itl deefen te juftificeeren, en te doen fien, dat de klagte, ten dien opfiende door den Heer York tegen hem by hun Hoog Mog. ingeleevert, van geene de minde relevance» ten nadeele van hem Ondergeteekenden, zyn kan; de vry- heid gebruiken, om vooraf tc onderfoeken, hoe...”
20

“... dog by de Depolilie van u°hn Trottman „ die voorgeeft lelve aan Boord van dat Schip geweelt te zyn, word verklaard, dat het felve ge- tnonteert was met veertien dubbelde oefortificeerde vier Ton- tiers en veertien of fjütn ‘DraaybaJJen ; Her geen dus, ge- lyk het felve onderling variert, foo ook aantoonr, dat, of de eene of de andere der Getuigen de waaheid ten dien opiigte is voorby gegaan, of dat ten minüe hun getuigenis ls '’olllrekt onleeker. Even foodanig is het ook gefield met de begrooting der Equipagewaar meede men tal meede, loo het Ichynt, ten betoge, dat de Ondergeteeke datSchip loude hebben moeten kennen voor eene ten Oorloge uit ge- rn‘e Bark of Kaper) fegt, dat het felve Schip bemand loude zyn geweelt: want gaan Ü Wel-Edele Groot Agtb. na de Verklaaring van James frafen en fijn meede Getui- gen> daar by word door hun getemoigneert (edog fonder informateurs of grond van hun geloof op te geeven) dat fy naderhand geinformeert wier den s en dat fy geloovenj dat het le‘ve Schip...”