Your search within this document for 'te,ku' resulted in 341 matching pages.
 
1

“...defelve het falut foude weederom gegeeven hebben aan de Americaanfche Zeevlag door de Fortres van fijn Gouvernement. /• i~n heb*jen vervolgens gemelde Commandeur gelaft op de voor- te dcSn P°inten eene lchriFelyke gedetailleerde verantwoording „„jp1 te^ens bebo°rIyke Informatie te geeven van al het geen geauurende fijn Commandement op het Eyland St. Euftatius met reaue tot de Americaanfche Colonien en der felver Scheepen p6 rP" gePaffeert, en ter fijner kennifle gekomen, melde Commandeur heeft dienvolgens daar aan voldaan, en * pn e handen overgeleevert fijne Dedudie dien aangaande, de- f.e Ke d00,r ons met alle naauwkeurigheid is gexamineerr, en voor 00 verre net ons is voorgekomen bevonden te zyn allefints vol- oende, en wel foodanig, dat wy daar by niets weeten te voegen, • n alleenlykü Hoog Mog. onder het oog te brengen, dat uit de louLn°,emde Dedudie en bygevoegde Bewyfen , eerder klagten fchp p”unncn ptorlueeren tegens het gehoude gedrag der Engel- j Pperhootden omtrent U Hoog Mog. B...”
2

“...favorable vooï ^ draagen, met twyfïelende of ü Hoog Mogende fullen rneede, leéjuie en examinatie van voorfz Deduftie en Bylaagen, van het onichuldig en behoorlyk gedrag van den felven Commandeur vol! komen geconvingeert zyn, en dienvolgens fijn gehoüdene condm'tf» met hoogrt der felver approbatie vereeren , en voorts loo als bdh^rln MOg‘ “ der WVe h°°ge WyShdd MenTrmeln» ïe Boot Mognde Ban», wy deefe befluitende, God AlmaLiTwd- den, U Hoog Mog. Illufire Perfoonen en loffelyke Regeerin<*e meer en meer te willen zeegenen en voorfpoedig ^akenT^ inmiddels met hehoorlyk refpetf. 6 * yven Onder Itond* U Hoog Mogende feer dienftwillige en onderdanige Dienaaren, De Repraefentant van fijn Door- lugtige Hoogheid en Bewind- hebberen van de geoflroyeerde % n j W eltindifche Compagnie ter den“"t Pr®ddia!e^Kamer ^Amücrdam. *779- J- Bicker. T. Warm. m ¥)E~...”
3

“...[elver Scheepen is gepajjeert en ter fijner ken- niffe gekomen. Edele en Groot Agtbarè Heer en! QElyk de Ondergetekende, die in den Poft, met wel» ken hy bekleed is, altoos met allen emit getragr heeft “8 te bevlytigen, om de goede verftandhouding, welke tuftchen hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal en net Hof van Groot-Brittannien plaats hadde * te doen bé» ltendig blyveti en daarentegen te voorkomen alles, wat de- lelve rnaar eenigfints foude kunnen ftremmen, ten hoogften gelurpreneert was, wanneer hy uit feekere IVliffivej herti door den rrdïftdent van het Eyland Sr. Chriftop’ners, mee naame Craifter Greathead, in dato 17 December 1776 toe- gefonden, en ten deefen annex onder Num. 4, Vernam, dat defelve daar by voorwende fig verpligt té vinden , om aan den Ondergeteekenden vertogen te doen tegen de her» »n bekende aanmoediging en befcherming; welke ae lebelleerende Noord-Americaanfche Coloniften in het openbaar fouden hebben ontfangen en nog quafi daagelyks genooten in het Eyland , waar...”
4

“...rt en immediate te rug geroepen. Dan, hoe feer deefe aanklagten, offchoon ongegrond en van alle waarheid ontbloot, niet konden nalaaten op het gemoed van den Ondergeteekenden eenen diepen indruk en aandoening te veroorlaaken, infonderheid daar defelven wierden ingebragt door den Repraefentant van eenen Ko- ninglyken Meefter; i00 wierd nogtans deefe aandoening niet weinig gematigt, foo ras de Ondergeteekende fig te binnen bragt, dat hy het geluk hadde Onderdaan te zyn van eene Regeering, die niet gewoon is Uitfpraak te doen dan na behoorlyk onderfoek, veel min nog eenen Befchul- digden te veroordeelen op lofle vertellingen, fonder dat van de waarheid der befchuldiging den Regter voldoende coniteert. En hier van wierd de Ondergetekende ook ten deefen geconvinfeert, nadien hem van uwegens hun Hoog' Mog., lijne Meefters, geleegenheid gegeeven wierd om de dooritralende illiquiditeit en volftrekte onwaarheid van die ten fijnen laite aangeroerde klagten in een klaar dagligt te flellen, terwyl...”
5

“...aan hun Hoog Mog. rapport te doen, en om voorts den ön* dergeteekenden te requireeren, om ten fpoediglten en fon- der dilay herwaarts over te komen, om behoorlyke infor- matie te geeven van al het geen geduurende lijn Gomman* mandement op het Eyland St. Euttadus, met relatie tot de Americaanfche Colonien en der fel ver Scheepen 1'oude mo- gen zyn gepaffeert en ter fijner kenniife gekomen, en fijn gehouden gedrag voor hun Hoog Mog. open te leggen. Ter voldoeninge aan die Aanfchryvinge van hun Hoog Mog., welke aan den Ondergeteekenden per U Wel-Edele Groot Agtb. Miffive, in dato 2? Maart 1777 is meedege- deeld, is dan ook den Ondergeteekende, na dat hy de no- dige ordres hadde getteld op fijn Commandement , her- waards overgekomen; en hem zyn vervolgens, met en be- neevens Copien der Bylaagen* welken aan de Memorie van klagten van den Heer Ridder York zyn gevoegt ge- weelt en in fig fouden moeten bevatten die foogenaamde autentuqde berigten , waar op lig de hier voorengemelden PJ3elident...”
6

“...Juny 1777 (tot welken beiden met der felver Bylaagen hy kortheids,halven de vryheid gebruik fig te ré- fereeren, met onderdanig verfoek, dat U Edele Gr. Agt- baare defelven gelieven te recolligeerpn, en aan de atten- tie van hunne Hoog Mog. op nieuws aan te beveelen) te vooren reeds aan U Edele Gr. Agrbaare heeft opgegeeven foodanige gronden, als hy vermeende genoegfaam te zyn ten betooge van de ongefundeertheid der tegen hem door de Britfche Bevelhebberen ingebragte klagten, mitsgaders tot jufiificatie van lijn Ondergeteekendens gehoudene ge- drag, en hoe feer hy vertrouwt, dat daar uit reeds aan U Edele Groot Agtbaare gebleeken fal zyn, dat de Onderge- teekende gantfch iqualyk en ten onregte door den Heer Ridder Yorke is befchuldigt geworden 5 nogtans weeder- om, ter requifitie van U Edele Groot Agtbaare, de vr>heid gebruiken, om by deele DeduéHe en Memorie van infor- mation wat meer van naby te befchouwen, in de eerjie plaats de fpeciale pointen van beklag > hier vooren opgegee- ven, en...”
7

“...(gelyk onder anderen te fien is uit fijne Mifiive ten fieefen annex fub Nurn. i. en in dato 17 December 1776) fi>e Pragfident felve fig daar by beroept op publique gerug- ten (dan aan welke hy te gelyk fchryft ongeneegen te iyn geloof te Üaan) mitsgaders op herigten 3 die hy gelieft te Roemen de authenticqile; trouwens die fijne provocatie Op fie publique gerugten 3 en dat renvoy tot die Joogenaamdë aMhenticqfle berigten toonen ten klaarden aan, dat de Prae- r erl ^ve oxprellelyk advoueert, dat niet fijne Brieven, op fig filven befchouwt, de preuves van de waarheid fijner Aagten in fig felven behelfchen, maar dat defelve van el- Srs ■> en wel uit de publique gerugten uit de berigten j ' °°ra^s ^ authenticqjle opgegeeven (dan van welker invaliditeit llraks nader blyken lal) gehaalt fullen moeten Wot den. Dog dat ook in die authenticqjle berivten geene probatie gevonden word van die den Ondergeteekenden aangewreeven conniventie in het equipeeren of uitruften van ocheepen op St. Eultatius...”
8

“...equipeeren en uitruilen Joo daagelyks en openbaar gefchied, en die ge- pretendeerde ad fitten tie aan de Noord-Americaanenyëtf&wr- blykelyk ware als hy voorwend, daar van feer ligtelyk van elders bewyfen foude hebben kunnen inwinnen en te voor- fchyn brengen) dat dit pratens uitrujien van Scheepen3 doof de Americaanen op St. Euftatius foo wel, als het ttuk van de quafi dagelyksche onbepaalde Commercie tuilchen de Noord-Americaanen en St. Euftatius een louter figment, gedettitueert van alle liquide en voldoende bewys, en al- leenlyk beruftende op het voorgeeven van den eenen of anderen ten reguarde van den Ondergeteekenden qualyk Geintentioneerden; en de Ondergeteekende vermeent te mogen vaftftellen, dat al was ’er niet anders ter fijner ver- deediging te allegeeren dan deefe fchriftelyke erkentenis van den Praefident Greathead, even daar door de illiquidi- teit der befchuldiging van den Heer Ridder York op dit fubjeft voldongen foude zyn. Ja, Edele Groot Agtbaare Heeren, Wat kan ’er tterker...”
9

“...Byjaagen van den Heer gen 10ude kunnen geëlicieert worden, ter toetfe te bren- eauinLeenigj dai?’ dat tcn befooge van deèfe uitrufting of tins P Cnng der Scheepen door Americaanen op St. Êulta- NoórHniVan de voorgev*ende onbepaalde Commercie met de te hakv •encahnen uit de Byl-aagen van den Heer York van Wo 1S’ ^ou gevonden moeten worden in de Depofitie fen kcien Jongebug, genaamt John Trottman, ten dee- j~) ^ex onder Num. 7, verkBefl^r°ngeling’ oud Zeventien jaaren of daar omtrent, town ï inlVooraf gel'egd te hebben, dat hy te Prince- met eén^r r0VIeè,ie ?n New-Jerfay School lag) dat hy hdelnhf flJ?er Schoolmakkers op feekeren avond in Phi- de gaan vvandelen, door eenige Perfoonen in gedwonaenS?,te^her l7?6 W'erd gePreü’ en door defelve ruft door h T t B?°Ad te gaan van etn Rrigantyn, uitge- gecomm Fa Loulres •> genaamt de Andrew \Dor ias lag op de R?” dte G,oceBer, omtrent vyf mylen ónder zeyl gonl’degemdde Brigantyn kort...”
10

“...( 10 ) Klee ding en andere Noodwendigheeden in te koop en tot ge- bruik van de Americaanlche Land- Armét. Siet daar nu het eenige bewys tot juftificatie van dit uitruften der Schoepen van Americaanen op St. Euftatius; fiet daar de preuve ten betoog van de den Ondergeteekenden te lade gelegde con- niventie, ten dien opfigte; lie daar de probatie van de dagclykfche onbepaalde Commercie tuflcben de Noord-Ameri- caanen en St. Euftatius. Dan het zy den ordergeteekende gepermitteert tJ Wel- Edele Gr. Achtbaare daar omtrent te doen remarqueeren, dat Cgelyk by deefe verklaaring felve gefegt word, dat dit Brigantyn Schip, wel verre van te St. Euftatius te zyn geëquipeert, integendeel door het Land-Congres was mtge- ruft en in Noord-America wierd bemand3 en gelyk deefe verklaaring, foo fe al iets bewyfen konde, wel verre van eene daagelykfche en onbepaalde Commercie tulTchen de Noord-Americanen en St. Euftatius te kunnen aantoo- nen, flegts gewag maakt van één van weegens de Noord- Americanen vo...”
11

“...Buskruit fn andere Oorlogsbehoeftens en Provifien te Sr* Sufiatius 111 te neemen tot gebruik van de Americaanfche Armee) Wel verre van te heruiten op de authenttcqfte berigten, tet contrarie gepraetexeert is fonder eenig het minde bewys, cn dat het derhalven eene aller ingratieulte en honende lae- *je is» wanneer die Praelident licentieus genoeg is» om by de Midive te fchryven, dat bet tot fehendtfig van alle pu- bltcque trouw en nationaal1: eer 3 voor eene Hollandfche Co- lonie foude zyn over gebit even j om de geadvoueerde Meede- Jtanders te zyn van verraderye en Bevorderaars van de Zee- rover ye der Americanen. net daat dan, foo de ondergeteekende vertrouwt valt* dit Poinét van bd'chuldiging is onbeweefen; dan het y hem daarenboven nog, hoe feer ongehouden, egter ten overvloede gepermitteert U Wel-Edele Gr. Agtbaare te demondreeren, dat deefe accufatie is voidrekt onwaar en vallch. Ten dien einde gelieven U Wel Edele Gr. Agtbaare te remarqueeren, dat, offchoon de klagten van den Heer...”
12

“...Euftatius, Johannes Godet, nadien hy daar by verklaart, dat de Bark Baltimore Hero, Schipper Thomas Water- fon, aldaar op den n November 1776 is ingeklaard en op den xo dito weeder naar St. Thomas is uitgeklaard, fonder iets te hebben aangegeeveh, of iets in- of uitgeb ragt te heb- ben. En vrat kan ’er van de onwaarheid der uitrufting van het gedagte Schip op St. Euftatius fterker preuve gegee- ven worden, dan die te vinden is in de Antwoorden on- der eede gegeeven door neegen Getuigen op de Interro- gatorien, hun van weegens den Ondergeteekenden voor- gelleld, fub Num. 8. i-ix. infonderheid als men daar by reguardeert, dat defelven niet alleen fpecialyk gedaan zyn ten opfigte van Abram van Bibber, die verdagt gehouden wierd van deelgenootfchap te hebben of geintereftëert te zyn in de gemelde Bark ; maar ook ingenere ten opfigte van alle Inwooners van St. Euftatius fonder onderfcheid? Terwyl nogtans uit alle de refpeéiive Antwoorden eon- fteeren fal, dat, evengelyk hun onbewuft was, dat Abram...”
13

“...Sloep op St. Euftatius ofte van de conniventie van en ^pdergeteekenden ten dien refpetfte te haaien foude q0’ foo fy het genoeg op dit getemoigneerde van dien eorge Scott te remarqueeren, dat defelve is een Menfch, e , bet fchynt, fijn fait maakt om de Engelfchen te rnpiaceeren, ai waare het felve ten koffen der Waarheids tnmers uit de Bylaagen, ten deefen annex fub Num. 9. n. !°:> blykt by eene beëedigde Verklaaringe van Michiet ■uykers in dato u December 1776, dat de gemelde Geor- |e eenigen tyd re voren gekomen zynde in het vakhuis van hem Dykers,en aldaar vindende den Capitein fe'v CePaquetboot van Engeland naar Jamaica, tegen den *!n «adde gefegt: Myn Heer, hier zyn in dit Land eené fi™te rneenJgte Vyanden van fijn Groot- Brittannifche Maie- jteity?n de Verklaaring van JVilliam Tatterfon, in dato 10 December en beëedigt December 1776, toont aan, v .rd!e o • (jeorge Scott des daags na het neemen der ei tche Brigantyn door de Americaanfche Bark, the Bal* \vZ°rej Hero,_ v°orgaf, dat niet alleen...”
14

“... Agtbaare ontwaar worden, dat, gèlyk hy daar by onder eede advoueert niet te weeten dat ’er eenig Ingezéeten van Sr. Euttatius direct of indirect eenig deel of portie heeft in eenig Vaartuig, met Com- milde van Noord-America vaarende; foo ook door heni met eede beveiligt word* dat hem onbekend isdat eenig Inwoonder van dat Eiland portie of deel had in de Baltimore Hero. En dus i's uit dit laatfte evident* dat hy George Scott ten uiterilen temerair gehandeld hadde, wanneer hy eeni- gen tyd te voren praetexeerde, dat ’er foodanige meenigté Vyanden van fijne Groot-Brittannifche Majelleit op hec voornoemde Eiland was, en dat Abram van Bibber, eert Ingezeeten van het felve, Eigenaar foude zyn van de ge- melde Bark; trouwens dit is geen wonder, als men re- guardeerr, dat deefe George Scott felve onder eede er- kent fig te meermaalen aan foodanige temerariteit en abu- live verhaalen lchuldig gemaakt te hebben, gelyk te fien is op Art. 4. dier felfde Interrogatorien , daar hy agnos- ceert, dat...”
15

“...antwoord daar omtrent fee- kerlyk leer gereed en voldoende foude zyn geweeft , te weeten, dat de neeming van het Ierlch Schip door den Americaan niet gefchied was Onder het dadelyk bereik van *set Geiehut van St. ChriÜophers (het Eiland, waar van *?en quafi de neeming had gefien) en dat hy defelve even aarom niet hadde kunnen‘beletten. Dan het zy den Ondergeteekenden gegünt; het bewys, het welk de Heer Ridder York by fijne Memorie in dato 11 February 1777 ter probaue van deefe prmtenfe neeming van het Engelfch Schip byna onder het bereik van het Ge- lchut van St. EuÜatius, aan hun Hoog Mog. heeft over- geleevert, wat meer van naby te befchouvven ên deüelfs opvoldoentheid by de Stikken aan te tponen. Het eenige ocument, daar tde dienende, is eene Verklaring van ee teren Matthews Murray 3 Gentleman van St. Chriüo- P * ,v°or Hen Schildknaap John Stanly aldaar gepafleert en beeedigr, in dato 9 December 1776, te vinden fub Num. 11. Daar by depofeert die Matthews Murray, dat hy op of omtrent...”
16

“...3 (3c. Dog U Wel-Edele Gr. Agtbaare gelieven te remarquee-' ren dat deefe Bylaagen lub Num. n. al Weederom niets opereéren kan ter probatie van dit tweede Poind van be- fchuldiging ten lafie van den Ondergeteekenden, als men in aanfchouw neemt. a. Dat deefe depofitïe al weederom niets anders in fig behellt dan een Verklaaring van één enkel Ge- tuigen, cujus teftimonium, vooral in een faak van dat gewigt, naar regten nulhus momenti is. b. Dat het felve getuigenis beruit op de vertelling Van een Vreemdeling; een Vreemdeling, die aan den Depofant was geheel onbekend > wiens naam hy niet wijl, naar wien men lig dus niet informeeren kon; cene Verklaaring dus» foo het fchynt, uitgedagc om de Vyanden van den Ondergeteekenden te amufee- ïen, en den Ondergeteekenden felven op eene be- dekte wyfe» terwyl men hem even daar door be- roofde van de geleegenheid tot het inwinnen van een contrarie getuigenis van dier praetenfen onbe- kenden Perfoon, fwart te maaken. c. Dat deefe Verklaaring in lig behelfcht...”
17

“...01i Seheimhouding van hunne naamen den On- tr 8eteekenden te beletten en te praevenieeren* om con- r ar,e. Prfuve re kunnen inwinnen en produceeren; ja dee- valsheid der Verklaaring van Murray, iiraalt in de twee- J plaats te helder door, als men infier de plaats daar dee- fC ^l0et(^r|ie Americaanfe Konftapel fijne toeroeping gedaatt made bebben* en den voorgewenden inhoud dier excla- plaats was de Rheede van St. Euftatius, tér plaatfe de Baltimore Hero ten Anker lag, en in gevolge dè exclamatie felve; hier in (onder anderen) beftaande* dat ,e<"e yl°ëp de Baltimore Hero het Irfche Brigantyn op ,le ■ hoogte , dat is, op de hoogte der Rheede van St. Ëü- 1 êenoomen ioude hebben; fou deefe neeming ge^ c .zVn op de hoogte der Rheede van St. Eu'tatiue. k *s bet niét alleen, foo de Ondergeteekende vertrouwtj en noogtten onwaarfchynelyk, dat de Baltimore Hero het gewaagt foude hebben om het Engelfch Schip de Brigan- lVn > aan je klampen en te rteemen op de h'oogte der Rheede an Euftatius ? en onder...”
18

“...Vaartuigen aan de Zuidkull: of Zyde van het Eiland St. Euflatius. En hoe feer men mogelyk aan de zyde van de Engelfchen fouden mogen willen urgee- ren, dat uit dit niet fen dier Getuigen van de neeming van dat Brigantyn geen wettig argument foude te haaien zyn voor den Ondergeteekenden, om te betogen, dat die neeming niet gefchied is byna onder het bereik Van het Eiland St. Euflatius, nademaal het feer wel kan te faa- men gaan, dat de Americaanfche Kaper het Engelfche of Ierfche Schip op die hoogte kan hebben genomen, en dat egter die Getuigen, het zy ter faake van afweelent- heid of uit eenige andere oorfaake, die neeming niet heb- ben gefien; foo fy het den Ondergeteekenden, ter wegne- ming van dat raifonnement, gepermitteert daarentegen te remarqueeren, dat uit dit niet fen dier getuigen van de neeming van he.t gemelde Schip wei degelyk in cas fub- jeét foodanig door den Ondergeteekenden geargumenteerc kun en mag worden; in confideratie, dat ’er niet alleen van de zyde van den Heer Ridder...”
19

“...daarenboven, loo al niet feeker, im- mers aHerwaarfehynelykft is, dat, by aldien die neeming geichied waare byna onder het bereik van het Gefchut van dat Eiland, en dus in die nabyhcid en op foodanigen tyd en plaats, dat men defelve van dat Eiland foude hebben kun- nen beichouwen (het geen onderfteld moet worden mo- gelyk geweeft te zyn, indien men den Ondergeteekenden met eenigen fchyn befchuldigen wil) dan ook de een of ander dier getuigen wel iets van deefe neeming gefien fou- de hebben; dan het welk ter deefen geen plaats heeft ge- had en door hen allen onder eede word ontkend, felfs ook door die geenen, welken erkennen eenige Scheepen van de Wal gefien te hebben. En de waarheid en goede trouw van deefe onkentenis, foo wel als de volftrelue onwaarheid en quaade trouw van het voorgeeven, dat de Ondergeteekende fouden hebben toege!aaten, dat de Americaanfche Zeerover het Engelfch Schip foude hebben genomen byna onder het bereik van het Gcfihut van St. Euftatius word ten llerkften gec...”
20

“...( io ) Hoög Mog. en het Hof Van Groot-Brittar.nien fubfi(leer- de, te dremmen, en, foo mogelyk, te verbreeken. En hier tegen fal niets kunnen doen het i'chryven va® den Prafident Greathead aan Lord George Germain, in dato St. Chriftophers 31 December 1776, waar by hy të kennen geeft aan dien Lord, dat de neerning van de Bri- gantyn ‘dan het Eyland St. Chriftophers 'aas gefien ; want ( om niet flegts te remaaqueeren, dat dit fchryven alleenlyk be- ïuft op het voorgeeven van dien Heer Prsefident , fondet dat het felve door eenig het minde bewys is gecorrobeerr» en fonder dat men felfs de naamen, laat (laan dan de getui- genden der geenen, die foo fcherp frende geweed waaren, durft opgeven, foo dat om alle die reedenen op dat fchry- ven Van dien Praefident geen het minite reguard behoord te worden genomen) foo behoeft men geen Argus te zyn» om feer duidelyk te kunnen fien en ovenuigt te worden, dat al was de neerning van de Brigantyn van het Eyland St. Chriltophers gefien, het nogtans voor...”