|
|
Your search within this document for 'mantenshon,kas' resulted in one matching pages.
|
1 |
|
“...Haven aange'
daan, door Britfche Onderdaanen, gefegt te xyn
rebellie tegen hun Vorft, geremitteert en uiigewilt
fal worden door eenvoudig hun te verpligten den
eed te vernieuwen die fy eens verbrooken hebben *
en dientt te neemen op fijne Scheepen van Oorlog.
Ik beklaag met U Excellencie de verlydende thans
omfwervende geelldryvery en enthufiamus; dog kan
aan beweegreedenen felfs van dien ferieufen aard,
de grondreguls der geregtigheid en bevoegelykheid
niet opofiferen, en moet derhalven van myn kas*
voortgaan met de Proceduures foo als de Wetten
vereiflchen; aan den Raad het overlaatende, om d£
rigueur der Juftitie door de gevoelens der barmherJ
tigheid te temperem
Ik heb de eer te fcyn
Myn Heer j
U Excellenties gehoorfaamft
en onderdanige Dienaar.
Num. 53.
Aan de Edele Abraham
\well Esq., refideerende op het Et*
land Tortofa.
St. Eufiatius den 2,9 July 1777.
Myn Heer,
IV/TEt het gröottte leedweefen vinde ik my in &
i-Vl noodfaakelykheid gebragt Uw Ed kennis £
moeten geeven, dat het Brigantyp...”
|
|
|