Your search within this document for 'kas,di,kuido' resulted in nine matching pages.
1

“...obferveeren, dat my niemand bekent is voerende de narim van Tertellier, of eenige daar na lykende benaaming in dit Eiland; dat verfcheide de naam van Godet voerende, Inboorlingen en Burger5 van het felve zyn, en dat de aangevoerde Heef Letter een Burger is, die alhier feedert een langeI1 Num. 44. Aan Jijn Excellentie Wil- liam Matthew Burt Esq. 3 Ca- pitein Generaal 3 Gouverneur en Chef in en over alle fijne Groot- Brittannifche Majefteits Lee- ward Charibbée Eilanden, Can- celler , Vice-Admiraal en or di- nar is van de felve 3 &c. &c. &t‘ St. Eu/iatius den 31 July 1777. Myn Heer,...”
2

“...Haven aange' daan, door Britfche Onderdaanen, gefegt te xyn rebellie tegen hun Vorft, geremitteert en uiigewilt fal worden door eenvoudig hun te verpligten den eed te vernieuwen die fy eens verbrooken hebben * en dientt te neemen op fijne Scheepen van Oorlog. Ik beklaag met U Excellencie de verlydende thans omfwervende geelldryvery en enthufiamus; dog kan aan beweegreedenen felfs van dien ferieufen aard, de grondreguls der geregtigheid en bevoegelykheid niet opofiferen, en moet derhalven van myn kas* voortgaan met de Proceduures foo als de Wetten vereiflchen; aan den Raad het overlaatende, om d£ rigueur der Juftitie door de gevoelens der barmherJ tigheid te temperem Ik heb de eer te fcyn Myn Heer j U Excellenties gehoorfaamft en onderdanige Dienaar. Num. 53. Aan de Edele Abraham \well Esq., refideerende op het Et* land Tortofa. St. Eufiatius den 2,9 July 1777. Myn Heer, IV/TEt het gröottte leedweefen vinde ik my in & i-Vl noodfaakelykheid gebragt Uw Ed kennis £ moeten geeven, dat het Brigantyp...”
3

“...ondergaan heeft. Godet, verneem ik, is na Holland vertrok- ken; dog Uw Excellentie kan hem gemakkelyk uit- vinden. Ik heb de eer te zyn, Myn Heer j Onder ftond, Uw Excellenties gèhoorfaam- Antigua fte en onderdanig!! Die- den 18 Aug. naar, 1777. Geteekent; ÏVilliam Mattew Buft’ Num. 67* Aan Jijn Excellentie de Heer Johannes de Graafj te St. Eujlatius. Myn Heer, TÏC ben geinformeert dat Uw Excellentie een wit*c Vlag na Tortola afgefonden heeft, met bevel on* op te eiffehen de ongelukkige Manfchappen , di® i-eeroverlyk de Brigantyn de Marquis van Rocking" ham, toehoorehde aan Onderdaanen van den Konin# myn Meeflér, weggevoert hebben van de Rheede van St. Euflatius, Uw Excellenties Gouvernement’ én dat Gy gerefolveert en beefig zyt toebereidfel6** te maaken om defelve exemplair te firaffen. misdaad is feekerlyk groot; maar dus is de finneloo* ^ geettdryverye of enthoufiasmus van de misleyde in' ierieure Onderdaanen van myn Meefler; en fchoo^ fy door hunne rebellie fijne proteétie verbeurt hen' ben...”
4

“...geen noodiaa- kelykheid toe gehad heb, in de andere gedeeltens van myn Gouvernement. Öcn Uw Edele te overtuigen hoe opgegrond de gedagte is, dat deflelfs reprefentatien die uitwerking niet louden hebben, welke gy reede had daar van te verwagten, fend ik hier neevens Copien Van my- ne Brieven aan de Heer Cbalwil, en aan den Gol- ledeur van fijn Majeiteits Douane te Tortola, uit welke Uw Ed. myne bereidwilligheid en volllrekté beveelen lult fien. Vermits de Sloep Welcome aan- geklaagt was geweeft, di&eerende onfe Wetten de Proceduures tot haare reguliere decharge. Het is de particuliere pligt van fijn Majeiteits Geregts-Of- ficieren, deefe Proceduures te reguleeren; en deefe beval ik den Procureur Generaal na Tortola te ver- vaardigen door een geleegentheid die lig toen aan- bood. Den dag van myn te rugkomlt alhier vetfee- kerde my den Procureur Generaal dat defelve ge- depecheert waaren. Ik moet my felve verleegen bekennen eenige Wel- gegronde reprefentatie of klagte uit te denken, welke my...”
5

“...Num. 79* Tranüaat- ( ii» ) 'de Edele Abt. Chd- iWillj EsqOmm an de erende Ojfi* r/cT /di* *■■■■ re&ien van de Heer Procureur Generaal , no- pens het reftitüeeren van de Sloep Welcome en haaf Laading, vry van alle korten, het welk my flattee- ren, dat door een onmiddelyke nakoming fal gevolgt worden, vermits ik Brenger deefer, Abraham Hey* ger, Esq., expres heb afgefonden om defelve te ont' fangen. Ik heb de eer met veel eeerbied te zyn, Myn Heer i Onder ftond> U Edelens gehoorfaatnfte en onderdaniglte Dienaar. Nutn. 80. Tranflaat. Aan fijn Excellentie Gou- verneur de Gsaaf. Tortola den 2 6 Nov. 1777* Myn Heer, fp'Er gehoorfaaming aan de begeerte van fijn cellentie den Generaal Burt, en in conformity van het advis en de direöien van de Edele Procureur Generaal, is de Sloep Welcome en haa Laading overgegeeven aan Abraham Heyliger, ES(U welke Heer door fijn Excellentie afgefonuen is oa\ defelve te...”
6

“...indigniteit de Vlag van hun Hoog Mog. aangedaan, fonder uitllel ter (IrafFe moogen gebragt werden als Veragters van fijn Majelleits Inllrudien, en Verhoorders van de Vroe- de en harmonie fubfiüeerende tuflchen de Koning van Groot-Brittannien, en hoogll deffelfs natuurlyke en aloude Geallieerden. De onaangenaame noodfaakelykheid waar in my; gebragt fie om Uw Excellentie te interrumpeeren met foo meenigvuldige herhaalde klagten van deefe, natuur, is ten uiterüe fmertelyk voor my: maar al^ pligt defelve di&eert blyft niets voor my over dan te gehoörfaamen. Ik heb de eer te zyn, &c. ' i' •> Foor de Ed. Johannes de Num. 83. Graaf j Esq. Gouverneur over de Eilanden St . Eujtatius „ Saba en St, Martin, &c. &c. &c. TTEede zyn de den tweeden dag van December, •*-A in het jaar 1777, compareerde, in Perfoon ,A1- bertus Swain, Stuurman, en Job Coffin en Stephen Paddack, Matroofen , laat.lt behoord hebbende tot de Schoener Liddy, gecommandeert door Salomon Bunker, van en uit het Eiland van Nantuckit, wel-...”
7

“...krygen ; waar in de Gouverneur bewilligt had, dog den Officier van de Brig gelatte met Sonnen opgang den volgenden ogtend te vertrekken, of dat hy op de Brig fou dóen fchieten en in de grond booren ; en verder declareert deefe Deponent, dat Ailoway hem feide dat hy den Gouverneur aan den Kanonnier Jofeph Wyeth de orders had hooren geeven, om na het kort te gaan om op de Brig te fchieten en haar in de grond te booren, en dat de gemelde Ailoway declareerde, dat hy al de fatisfaéiie ontfangen had, di^hy van den Gouverneur kon vervVagten. En ver- der legt deefen Deponent niets. W as geteekent, Jacob Diaz Delgado. Bèëedigt in onfe pre- fentie den 23 January 1778. Geteekent, The o dor us Ketter ling. ( L. S.) John Salomons Gibbes. St, Eultatius. PToor de Ed. Johannes de Num. 109 Graaf j Esq. Gouverneur van de Eilanden St. Eujiatius Saba en St. Martin, &c. tjc. &c. /"'‘Ömpareerde in Perfoon Louis Charles Boswel» ^ Inwoonder van dit Eiland St. Euftatius, welke» oed gedaan hebbende, fegd; S s s z...”
8

“...■ ■ ,, •, . XU6 ) . v, I fijn Wel-Ed. Geftrenge fulks bemerkende, terftona den Conftabel van het Fortres by fijn Wel-Ed. Ge- ftrenge liet koomen, en hem ordonneerde Tonder di- lay Op gemelde Americaanfche Kaaper te vfturen, dat daar op het Fortres hadde beginnen te vuuren, en na dat het tweede Schoot op haar gedaan was» tóaaktede fy Seyn van zeylen, en binnen de twintig minuten waren Ty onder zeyl, geduurende welke tyd het Fortres op haar continued vuurde. Verders ver- klaart den Comparant dat hy verfcheidene Kogels heeft fien vallen kort voort en by de gemelde Ame- ricaanfche Kaaper; alle het welk voortfz ftaat ver- klaart den Comparant de fuivere en opregte waar- heid te zyn, daar op en by folemneelyk perfifteeren- de. • Soo warrlyk tnoeft hem ‘Depofant God Almagtïg helpen. ^ Des t’oirkonde deefes door ons Gouverheur en Secretaris eigenhandig onderteekènt en mét het ge~ woone ’s Lands Zeegel beveiligt. St. Euftatius den 30 January 1778. Was geteekent, Johannes de Graaf. Onder ftond, In...”
9

“...beëediSde Declaratoir door den Heer Requirant geteekent, en met Com- f;fheebbee:g8térvof;?t,gt- H?t weik ik puna“- Aélum St. Euilatius den ly IVdey 1778. Was geteekent, C. M. Schultz. Tranflaat. Aan de Edele Johannes Num.iC2. de Graaf j Gouverneur van St. Euftatius. Myn Heer, I^\x?MrdieriA/f 3un de ordres van fijn Excellentie William Matthew Burt, Captein Generaal van fknteha^aJe kln tferrd Charibbée Eylanden, geef ik thans aan U Ed. kennis, dat ik overeen gekomen ben iet de Heer Webbe Hodfol°B^*di!3£ Kkkk z om...”