Your search within this document for 'informal,entre,dos,persona' resulted in two matching pages.
1

“...( f43 ) moogen verwagien, dat Uw Excellenties billyfcheid too een harde berisping fou hebber, verfchoven tot dat volleediger informal en daar omtrent fou ontfan- gen hebben; by my fel Ven- overtuigt zynde dat had het feit doo publicq bekent geweeit als Rails gefegd word het felve gedeclareert te hebben, de verdien- de üraffe, Uw Excellenties klagte fou geprasvenieert hebben, en gevolgelyk ook de tegenwoordige Re- cjnifitie der Bewylen. Was ik geneegen ligt geraakt te zyn, fon ik my kunnen inlaaten in eenige remarques op het Addres van Uw Excellenties laartte Miifive, vervat in be- woordingen, onbegaanbaar met.de agting en attentie door een Perfoon in een pubhcq Caraéter aan den anderen verfchuldigt; dog hartelyk begeeng alle las- tige altercatien te vermeyden, fal ik alleen feggen dat ik niets van dien aard verdient heb, door eenig Ad- dres van myn kant aan Uw Excellentie. Abraham Ravene Esq. Commandant van het Gar* mfoen en de Forten op dit Eiland, fal de eer heb- ben met deefe Brief fijne...”
2

“...tuiTchen dé tiuren Vart tien en elf in de voormiddag van Sondag den 30 November laatttleeden, hy gefien heeft feekere Schoe- ner, welke hy naderhand verdaan heeft de Liddy genaamd te zyn, van of uit het Eiland Nantucket* gecömmandeert door eeUen Solomon Bunker* leg- gende binnen de Boom en Haven van het voorfz Eiland St. Martin, omtrent een halve Musqüetfchoofc Van Land af, welk befprongen en weggevoerd is door de Equipagie van feekere gewapende Britfche Schoener, die hy feedert verdaan hééft de Entre- prife genaamd te zyn, thuishoorende op het Eiland Tortola, en te dier tyd gecömmandeert by eeneti Charles MolineuX; en dat de Kogels uit het Ge- fchut van het Fort Amfterdam gefchöoten ten tydé der befpringing, meer dan een halve myl over de voorfz Schoener Liddy zyn gegaan i en verder de- clareerde niet. het Zeegel van het Gouvernement in het Eiland St. Euftatius, den dag en het jaar boven gemeld. Geteekent, Johannes de Graaf,\ Olfteren, op myn terugkom!* uit de Kerk, heb VJ ik ontfangen U Edeles...”