Your search within this document for 'deus,ex' resulted in 42 matching pages.
 
1

“...Vaartuig by na onder het bereik van het Gefchnt van St. Euftatïus> als met be- trekking tot het falueeren der Americaanfche Vlaggen, en het laaten inneemen van eene Laading' Buskruit en andere Oorlogsbehoeftens ten gebruike van de Americaanfche Ar- mée, te avanceeren foodanige befchuldigingen, welken den Ondergeteekenden meer van naby en in fijn Perfoon en Charafter concerneerden en beleedigden; Soo is de Ondergeteekende althans met geene mindere bevreemding aangedaan geweeft, wanneer hem uit het Ex- traét der Refolutien van hun Hoog Mogende, het welk U Wel-Edele Groot Agtb. hem hebben gelieven te doen toe- komen, mitsgaders uit de Copie der Memorie van den Heer Ridder York, in dato u February 1777, te vooren quam, dat gemelde Heer Ambaftadeur York fig by hun Hoog Mog. hadden beklaagt, even als of de Ondergetee- kende niet alleen foude hebben toegelaaten eene onbepaalde Commercie met de Americaanfche Rebellen, maar als of hy ook een Engelfch Schip door eenen Americaanfchen Zeerover byna onder...”
2

“...gehaalt fullen moeten Wot den. Dog dat ook in die authenticqjle berivten geene probatie gevonden word van die den Ondergeteekenden aangewreeven conniventie in het equipeeren of uitruften van ocheepen op St. Eultatius door de Americaanen, lal wel ras aan U Wel-Ed. Groot Agtbaare evident zyn, als men reguardeert, dat de Praefident Greathead felve in fijne riet1VC* ten 8eieifie van die quajï authenticqjle be- T ° Chriltophers op den 31 December 1776 aan }jeorge Germain heeft afgevaardigt, en waar van Ex- ïact door den Heer Amballadeur York aan hun Hoog Mog. is overgeleevert, ten deefen annex fub Num. 4., vol- mondig erkent, dat hoe leer hy lig niet ontfiet daar by in^i °i?- re §e,evet? van de NB. baarblykelyke adfiftentie* h.iland bt. Eultatius aan fijn Majelteits rebellcerende , eroaanen verleent; hy egtcr geen uitdrukkëlyk pofitif be- e i£t*>e'wys had gëkreegen 3 dat de Kaper (die hy even te voo- en fiy die Miffiye gelegd had dat te St. Eujlatïus was uit- gerujt) een eigen dom. was van Hollandje...”
3

“...ver \let de Praetenle bewyfen deeler klagten, voor foo York JaaVvah eemge Rhyn uit de Byjaagen van den Heer gen 10ude kunnen geëlicieert worden, ter toetfe te bren- eauinLeenigj dai?’ dat tcn befooge van deèfe uitrufting of tins P Cnng der Scheepen door Americaanen op St. Êulta- NoórHniVan de voorgev*ende onbepaalde Commercie met de te hakv •encahnen uit de Byl-aagen van den Heer York van Wo 1S’ ^ou gevonden moeten worden in de Depofitie fen kcien Jongebug, genaamt John Trottman, ten dee- j~) ^ex onder Num. 7, verkBefl^r°ngeling’ oud Zeventien jaaren of daar omtrent, town ï inlVooraf gel'egd te hebben, dat hy te Prince- met eén^r r0VIeè,ie ?n New-Jerfay School lag) dat hy hdelnhf flJ?er Schoolmakkers op feekeren avond in Phi- de gaan vvandelen, door eenige Perfoonen in gedwonaenS?,te^her l7?6 W'erd gePreü’ en door defelve ruft door h T t B?°Ad te gaan van etn Rrigantyn, uitge- gecomm Fa Loulres •> genaamt de Andrew \Dor ias lag op de R?” d
4

“...doem; maar teffens te regt denkende, dat ioodanige laaee en disrefpeélueufe befpottinge in Brieven van foo een fe* rieufe aard, als die over Nationaale faaken gefchreeven wor- den, en onder de Oogen van iouveraine Mogendheedeö •kunnen of moeten koomen, gantich niet te pas koomen; iweemende eerder na exprefiien* die in Theatrifche inter- ludes gebruikt worden, dan na de behoorlyke termen in ecne Nationaale Correspondentie gebruikelyk ; welke remar- que ook van dat effed is geweefi, dat gemelde fijne Ex- cellentie daar over eene apologie gemaakt heeft, foo als blykt uit Bylaage No. zz. Hier op ontfing de Ondergeteekende een Antwoord Vart den gemelden Admiraal, fonder datum, foo als blykt uit Bylaage fub No zz., met pofitive beloften van de noodige bewyfen* welke fijn Excellentie toen feide alleen te bedaart in gemelde Rails Verklaannge, voor het Britfche Admirali- teits Hor te Antigua gedaan, en waar tegen de Onderge- teekende alreeds, foo als hy (onder eorre&ie denkt) wel en te regt hier vooren...”
5

“...Vaartuig* in abientie van den Schipper, uit gemelde Baai gevoert, te ^ortola (een Eyland onder de Souverainiteit vafl fijne Groot-Brittanmfche Majefteit en ónder het Generaal Gouvernement van Antigua) ingebragt. Hier op addres- feerden fig de Lygenaars aan den Heere Vice-Comman- deur van St. Martin, die eefft aan den Heere Prmfident van Tortola daar over klagtig viel en het gemelde Vaar- tuig reclameerde; maar geen redres krygende, fijne klaetert vernieuwde, door aan meergemelde Generaal op fijn Ex- cellentie komfte tof het gemelde Generalaat te ichryven. Gemelde Generaal te Tortola zynde in den tour, die hy deed door de Eylanden onder fijn Generalaat, fchreef dan in gemelden Brief aan den Ondergeteekenden daar over, en oftereerde alle fatisfaflie over deefe baarblvkelvke Zeeróverye te geeven: foo als blykt uit Bylaage Nura. if. Hier op antwoofde de Ondergeteekende , in dato den sl iwlïtin7?’ órVesfts d« Vice-Commandcur van St. Martin die faak, als zynde m het Eyland onder fijn Ed. immediaate...”
6

“...maanden te vergeeffch daar op ge wage te «eoben) fig genoodfaakt vonden, om fig aan den Onder- getekenden by ampele Memorie over de geheele faak, ge- pielenteert, in dato den 4 October 1777, te addreffeeren, loo als blykt uit Bylaage No. 38. Het foude te wydloopig zyn, om den inhoud van ge- knelde Memorie hier te herhaalen, en daaróm neemt de ondergetekende de vryheid om hun Hoog Mogende tot gemelde Memorie te refereeren, en fal maar alleen hief me en* dat de gemelde twee Kooplieden daar in een ex- f°'e *an die gantfche gebeurtenis geéven en aantonen; dat net Couvernement van Tortola fig niet overeenkomliig net Regt der Volkeren ten opfigte van hun meergemelde ^'gendom; op een Piratifche wyi'e onder haar Jurisdiftiö tertl^8^ ^edraagen had ; vermits de gemelde Matrobferi gemell °P *uinne komfte met de gemelde Brigantyn door ïLma <',’ouvernement geapprehehdeert zynde* op exariii- • e menden, dat fy defelve uit de Haven van St. Mar- !n’,,fn. ,dus uit die Van een Vriend- en Nabuur - Mo- gend...”
7

“...foo ven en plunderen te dekken en te be- neden- het welk het gemelde Gouvernement v4n Tortola K?nd?j^e^aan h^ben, met kennilfe van het geval en van gemelde reclame aan delïelfs Superieur of Commandant en Chef té geeven; het welke de Ondergetcekende * niette- genftaande den Heere Generaal Burt het contrarie denkt, onder corre&ie fuitineert, dat het Gouvernement van Tor- tola in deefen behoorde gedaan te hebben, op dat dus de Eygenaars fonder eenig andere fchaade, behalveh die uit net deperilTement ex natura rei refulteerde, en waar ever *n deefen niét geklaagt wierd, hun Eygendom föuden hebben kunnen recouvreeren. E)e Ondergeteekende erkent , foo wel als dë Héér Genei raai, dat men fig aan het Opperhoofd van een Gouverne- ment in diergelyke gevallen kan en diende te addrefleeren * maar dat niet gedaan zynde, kan wel een reeden Wëefen, waarom men niet eerder, daar de Etiquetten en Ordres dus iyn i regt erlangt \ foo als te vooren aangemerkt is 5 maar geen voldoende reeden , waatom dat de klagende...”
8

“...blèrden, öËerêert defelve te fenden» (d’Qg Vaar- van dè Ondergeteekende egter tot heeden toe niets van fijn Ex- cellence ontfangen heeft) terwyl hy voorts onder andereft feer ampel den Ondergeteekenden onderhoud en prylt over bovengemelden maatregul, van Borgtogt te ei Ach en van dé Americaanfche gearmeerde Vaartuigen, op de Rheede teh Anker koomënde, voor hun goed gedrag onder het bereik 'van het Gefchut > defelve maatregel feerwys noemende, en befluitende met eene verfeekeringe, dat fijn Excellentie ver was van te denken, dat de Ondergeteekende by fijne ken- nifle of permiffie eenig Vaartuig fouden dulden geëquipeert te worden in de Haven van des Ondergeteekendens Gou- vernement, om te kruiflen tegens de getrouwe Onderdaa- nen van fijn Koninglyke Meeller? contrarie dat hy ver- trouwde, dat de Ondergeteekende dusdanig een handel- wyfe deteftëerdë en foude tragten te beletten. De Ondergeteekende kan niet nalaaten alhier op den in- houd Van deele laatfigemelde Brief van den Heer Generaal...”
9

“...deed wankelen; egter foo liet het de Ondergeteekende hier niet by5 maar den gemelden Rofs, een vagebondeerend Kaapers Galt zynde en geen fecuriteit voor deflelfs ver- fchyninge voor den Raad kontiende praefteeren; foo ordon^ neerde hem de Ondergeteekende in civile bewaarittge te ftellen tot den 6 Augulty, als wanneer den Raad by een gekoomen zynde, ter inltantie van den Ondergeteekenden gemelde Rols op Interrogatorien gehoord wierde, foo als blykt uit Copie daar van met deflelfs Responfiven en Ex- traft uit het Regifler der Notulen, Bylaagen No. 49. enyo. Waar uit volkoomen blykt, dat het geen hy voor den Ondergeteekenden in praefentie van gemelde Heer Salo- mons, tot elucidatie van lijn meergemelde befchuldiging ge- geeven hadde, het lubllantieele van fijn Responfiven uit- maakte, praetendeerende hy fulks te hebben van hoor en feg- gen, en een Perfoon noemende, met wien hy wilt dat hy toen niet kon geconfronteert worden, en repeteerende dat hy niets pojitïefs gefwooren hadde, fonder ’er...”
10

“...hy dien nagt, wanneet een gedeefe van fijn Equipagie het gemelde fait geperpe- treert hadden, aan de Wal was gebleeven) egter fig aan fiet felve foude fchuldig gemaakt hebben, met ordres ten dien einde aan fijn Stuurman of Lieutenant te geeven, waarom de Ondergeteekende den gemelden Thomas Che- ney insgelyks in detentie had lasten nee men. Hier op ontfing de Ondergeteekende een nadere Brief van de gemelde Heer Generaal, in dato den 6 Augufiy 1777, foo als blykt uit Bylaage Num. 58. waar in fijn Ex- cellentie meld, dat de Examinatien van de Equipagien van gemelden Brigantyn van Tortola, alwaar de Brigantyn (foo als reeds gemeld is) d< or een Engellche Kaper hernomen, opgebragt was, ontfangen hebbende ; fijn Excellentie dén Ondergetekenden overfond Copie van de Copie-Authenticq van feekere diredie,of order,welke de gemelde Thomas Che- ney aan fijn Lieutenant, eenen James Kennedy, loude gegeeven hebben, met fijne eigen hand onderteekend, om gemelde Brigantyn na Noord-America te vervoeren; foo...”
11

“...ob- fervatie te maaken op des gemelden Heer Generaals wan- begrip of verkeerde fuftenue ten opfigte van des Onder- geteekendens meening, weegens de Plaats of Jurisdi&ie, alwaar het Bergloon voor het herneemen van de Brigantyn loude gedecideert en betaald worden ; om dat dien Heer foo opinatre in dit fijn wanbegrip is geweeff, dat mert ial vinden, dat hy de goedheid heeft gehad van lig feer ampel en felfs op een onbevoegde manier daar over aait den Ondergeteekenden uit te laaten, bylondér iti lijn Ex- cellentie voorengemelde finguliere Brief van den zo Ofto- ,ber 1777 (Bylaage Nutii. 141) waar in lijn Excellentie in- floot een Extract van des Ondergeteekendens Brief van den 11 Augufty aan lijn Excellentie (Bylaage Num. <5y) waar uit fijn Excellentie meent fijn fuffenue goed te maaken; Maar (loo als reeds gefegt is) des Ondergeteekendens woorden in die Brief, foo min, als in dien aan den Heer Chalwell te Tortola, van dien felven datum, geeven fulks tc kennen, foo als aan een ieder, die defelve...”
12

“...bedankt te hebben voor de forge betoond voor her interefl van Britfche Onderdanen; dat de Brigantyn in quaettie veiliger was te Tortola dan in de Rheede van Sr. Eufiatius, en dat hy gefchreeven had aan den Heer Chai- well, om defelve niet op te leeveren, en aldaar, te Tor- tola, volgens de Wetten het Bergloon van defelve te de- cideeren. Wat het Point van het Bergloon aangaat, dat is klaar genoeg getoond, dat de Ondergeteekende niets daar tegen hadde gemeld, om eenige fchyn van reeden aan fijn Ex- cellentie verkeerde fuflenue van des Ondergeteekendens meening daar omtrent te geeven. Maar wat aangaat fijn Excellenties weigering van de opleevering van de Brigantyn in quaeflie, op des Onderge- teekendens reclame daar van, en fijn verbod daar omtrent aan den Heer Chalwell ; de maniere waar op dit gedaan was, was, foo de Ondergeteekende vertrouwt, feér on- heufch, want het Bond nog aan fijn Excellentie, noc* aan den Ondergeteekenden, om te decideeren, of de gemelde Brigantyn veiliger te Tortola...”
13

“...een Allen Hopkins, eeïien van de Equipa- ge van de gemelde Cheney’s Bark, en in abfentie van de Capitein, en opgemaakt door den fel ven Hopkes en James Kennedy, eenen van de hoofden van de Meedepligtigen; bet welke ly beiden in judtcio bekenden en den gemelden Cheny gantl'ch en gaar van het fait fuiverden, foo als ook de andere Meedepligtigen deeden; waarom ook de gemelde Cheny, die te voren maar in civile, maar toen in criminee- 3e dementie was, uit defelve wierd ontflaagen, foo als blykt uit Ex trad des Regiders der Sententien en'Refolutien van St. Eudatius, Bylaage No. 69., van welken uitdag, ten op- flgte van de befchuldiging tegen gemelden Cheny, de On- dergeteekende aan den gemelden Heer Generaal kennis gaf in de bovengemelde Brief van den 20 September 1777» Bylaage No. ft. 11 Zynde de Crimineelen én weefentlyke Meedepligtigen geftraft geworden; hoewel met geen capitaale draden, ioO als den Ondergeteekenden R. O. geëifcht hadde, maar de Hoofden met Geedeling, Brandmerken, en de Strop...”
14

“...te laateo, voor fijn vertrek, by weege van affcheid, niet konde nalaaten (foo als de Ondergeteekende oök aan de gemelde Generaal meefmaalen gefegt hadde te fullen doen) by weegen van recapitulatie niet alleen dien fingu~ lieren Brief van den io October 1777 f Bylaage Num. 141.) maar de onderwerpen van verfcheide Brieven van fijn Ex- cellentie feedert ontfahgen in dato den 7 en 2,8 Novem- ber, van den 3 en den 10 December 1777» Bylaagen Num. 73, 143, 41 en 144, fpeciaalyk en nader te beant- woorden y op dat fijn Excellentie uit gemelde Recapitulatie* Brief (vergeleeken met fijne gemelde vyf Brieven) duiden lyk konde fien, het geen de Ondergeteekende aan fijn Ex- cellentie meenigwerf hadde gemeld; dat namelyk de On- dergeteekende op een feer onheufche; onbevoegde en felfs onbettaanbaare manier, in eene correspondentie van deefetl ferieufen aard, door fijn Excellentie was behandeld. De Ondergeteekende heeft boven by het deduceerett vatl de klagte weegens de Bark Chriftiana en de aporyphe ge*...”
15

“...den Ondergeteekende gereguleert te hebben; het contrarie van dien (te weeten, dat de Ondergeteekende niets anders ge- wild hadde, dan dat de bepaaiing van dat Bergloon te Tortola gefchieden foude), gegrond was op den fiti en meening van des Ondergeteekendens exprelfe woorden, ten welken einde fijn Excellentie lig beroept op de Sens Communs, als wanneer de Ondergeteekende verfeekert is, dat niemand, die die woorden van den Ondergeteekende leelt, foodanig befluit daar uit foude maaken, als fijne Ex- cellentie kan goedvinden te doen, nademaal de Onderge- teekende opleeveringe van die Brigantyn getMfcht had (foo als voren gelegt is) mits het Bergloon daar voor betaald wier de, in het Engelfch upon payment of the lawful falva- ge, het welk de conditie zyndé, waar aan de verfogte op- leevering gehegd was, en die opleeveringe tc Tortola moe- tende gefchieden, ook alloo daar ter Tlaatfe, en niet te St. Eullatius, de reguleering en betaaling van het Berg- loon moeite volbragt worden; op dat vervolgens...”
16

“...Bewyfen hy fijne klagten verfterkt heeft * en welke geringe fatisfadie de Ondergeteekende heeft kun- nen krygen; immers foo verre aan den Ondergeteekehderi gebleeken isï Uit dit narre fal onk blykbaar gewéeft zyri, óp wélke eene onvoegfaame en onheülche wyfe men fig veel al vati de ^yde der Engelfchen in het aanfchryven aan den On- dergetéekenden gedraagert heeft j foo dat, indien de Onder- geteekende van fi|n kant in fijne antwoorden nu en dari wat fcherp fig uitgedrukt heeft* fulks natuurlyk en .te ex- cufeeren is, daar hy voor fig felven bewüft was, dat hy, voor foó ver fijn capaciteit en vermogen toelieted, fijne pogingen altoos aanwende om alle reedenén van klagten uit den weg te ruimen of voor te komen; fonder egter eene Commercie (die de Ondergeteekende geen ordres had j om, mits dat dat delelve binnen de paaien van eene ge- permitteerde Handel bleef, op St: Euftatitius te ftremiijen, en fonder welke dat , Eyland niet kan befiaan ) fort te doen; hebbende ielfs de Ondergeteekende met den...”
17

“...Generaal, waar in fijn Excellentie verfoekt; dat de Ondergeteekende de gemelde perrtiiffie op verfoek van gemelde Heeren wilde accordeeren; (eggende, dar hy geinformeert was, dat de Ondergeteekende volfirekt geen Buskruid, bonder te weeten waar voor het was, wilde, laa- ten uitvoeren, uit vreefe dat de Noord-Americaanfche Rebel- len daar meede mogte gefupplecrt worden en teffens (foo als vooren gemeld is) den Ondergeteekende folemneelyk be- dankende voor die pryswaardige pracautie j gelyk fijn Ex- cellentie het noemt, foo als te fien is uit dien Brief, in dato den 10 December 1777 (Bylaage Num. 144.) Aangaande nu des Ondergeteekendens gedrag en direc- tie, gehonden ten opfigte van de Ammunitie en Wapenen Van Oorlog; daar omtrent had de Ondergeteekende, ter voorkoiüinge van den Uitvoer van defelven, na de meerge- melde Colonien, en op dar geene Americaanfche Vaartuigen daar meede mogte. Voorben worden, eenen van de Clerc- quen van den Wagtmeefier, genaamt John le Favour, be- noemt tot Vifitateur...”
18

“...ten opftgte der Noörd-Americaanfche Coldnien eri der fel- ver Scheepen; als weegens des OndergeteekendenS gédrag; géduurende fijn Commandement, by de Verhandeling van dit laat fie Point gegeeven, én door de geannexeerde By- langen beveiligt, allefints blykbaar is, dat hoe feer dé cre- ticque eonjonfluuren van tyden én gefchapenheid van faa- ken, by den aanvang varl des OndergeteekendenS Com- mandément, foodanig waren, dat het ervaarëndfte Opper- hoofd in die Ge wellén én tyden fonder explicite öf ex- prefié oi’dres te hebben, die égtér feer moéylyk Vallenj om gegeeven te worden voor ieder Voorkomende geval eii by ieder geleegenheid, voor de niéuwe Toheelen van ge- beurteniftèn dikwerf verfiomd föude hebben moeteh zyn en llille liaan, niet weeténde wat te doen; ten einde aan den eenen kant geen gegronde reedén te géeverï tot Na- tionaale klagten tegens fijn gedrag, en om aan deri andere kant eenen Handel, welke nimmer verboodén ed, exept den uit voer vart Ammunitie van Oorlog, geoorlooft was...”
19

“...aan te mbedigen in hun onregtmatig en weederfpannig gedrag tegens hun Voedlterland: Dog, Myn Heer, het is thans op authentique berigten, dat ik uit naam van myn Ko~ ninglyke Meefter Uw moet klagtig vallen: Dat niet alleen voorraad van alle foorten van Pro- vilien en Oorlog - Ammunitien byna daagelyks en opentlyk door de Inwoonders van St. Euüatius aan fijn Majefteits gerebelleerde Onderdanen geleevert word ; maar dat felfs Scheepen geëquipeert en ten Oorlog uitgeruit zyn in dat Eyland, met het ex- pres en erkend voorneemen om op de Scheepen van fijne vreedfaame en getrouwe Onderdanen te kruyflen en defelve Prys te maaken; Dat, in het particulier een Sloep genaamt de Bal- timore Hero, dusdanig geëquipeert en uitgeruit, op °f omtrent den w November laatftleeden» onder A a % fee- Num. i....”
20

“...te hebben, of dat willens en weetens eeni- ge indigniteiren den Koning U Meefter zyn aange- daan, weet ik niet wat fatisfafUe ik te geeven heb; en wel verre van ooit eenige partialiteit beweefen te hebben of nog te bewyfen, ter geleegentheid van de ongelukkig fubfilïeerende onlulten tullchen Groot- Britiannien en haar Noord-Americaanfche Colonien wenfche ik opregtelyk, dat defelve gelukkig tot ge- noegen van beiden uit de weg geruimt waren; ________ maar het moet niet verwagt worden, dat fonder ex- prelTe orders van de Mogentheid , onder welke de eer heb te prefldeeren, ik op my fou neemen eenig befwaar te leggen op een Commercie en Navigatie, die ik my vtrieekert houde, dat hun Hoog Mog. riet Pullen dulden dat geinterrumpeerr worde, en dus de Colonien onder myne direftie, en dar &e- deelte van de Commercieele belangen der Holland- fche Natie, door de Heeren Diredeuren der Edele Wellindifche Compagnie myne forg aanbevoolen, te beleedigen. Wat betreft het falut of de receptie, door de bortereflen...”