|
|
Your search within this document for 'bo,plan' resulted in three matching pages.
|
1 |
 |
“...(63 )
gcr van den Brief aan den Heer Chalwell gevveeft, foo als
uir d en Brief, Bylaage Num. 64, blykt, en die ook het
Bergloon aldaar te Tortola vereffent en betaald heeft (ten
biyke van den Heer Generaal 5s wanbegrip weegens de On-
dergeteekendens meening omtrent dat Point) En wanneer
de gemelde Heer Generaal weigerde om de gemelde Bri-
gantyn op te leeveren, foo vvaaren de gemelde Kooplie-
den, welke de directie daar van hadden, verpligt om hec
Plan van operatien met defelve te changeeren , en defelve:
van Tortola dired haare gedeltineerde reife te laaien ver-
volgen.
Syn Excellentie meld verders in deefen Brief (Bylaage
Num. 66) dat’er niets fal vergunt worden op Requifitien,
gedaan aan een gel'ubordineerc Gouvernement, en dat hy
verloekt fülks in het toekomende niet moge gefchieden?
maar was dit gefchied? laaten de twee Brieven , over deefe
laak aan den Heer Chalwell door den Ondergeteekenden
gefchreeven, met attentie geleefen worden, en men fal
lien, dat des Ondergeteekendens but...”
|
|
2 |
 |
“...de Confonante Getuigéniflën van agt differente
Perfoonen, wraar van feeven direft bewyfen, dat het Schoe-
nertje Laazel door het gemelde Schip Rattle Snake niet
onder het bereik van het Ge [chut van voornoemde Batterye,
maar aan een gantlch andere kant van het Eyiand, en wel
digter aan het Eyiand van St. Chrifioffel dan aan dat van,
St. Eultatius (zynde het Gahaal tuffchen beiden drié uuren
of neegen Engellche mylen wyd, foo als bekènd is) was
genomen; de agtile Per loon getuigt het geen, gelyk^ bo-
vengemeld is, tullchen den Ondergeteekende en den Capi-
W ï , tëin...”
|
|
3 |
 |
“...omtrent, den ter (ten dag van deefe te-
genwoordige maand 'December 3 hy Deponent vertrok-
ken is van dit Eyland na St. Eullatius in een klein
twee Malt Bood, toebehoorende aan en gecomman-
deert door John Charles van dit Eyland; aan Boord
van het welke me ede vertrokken twee andere Blan-
ken j als Pafdgiersj welke beide onbekent waar en aan
den Deponent, en welkers Naamen hy niet weet; en
fegt den Deponent, dat onder ander Converfatie,
gediiurende hunne palïagie na St, Euftatius,m* van de
Hh x bo-
Vid. Infra, Ia
verbis: één van de
bovengemeld/), &c.
en in verbis: welks
daar o$ overluid,
occ....”
|
|
|