Your search within this document for 'aparato,òf,left,pa,hisa,hende,òf,pisá' resulted in two matching pages.
1

“...( in ) woorden perfifteert met v folemneele eede te beves^- tigcn. Deefe voorenftaande Vraagen en Antwoorden left overitaan van Raaden gedaan zynde* foo heeft den Geinterrogeerde hier op en by geperüfteert* Soo waarlyk moejl hem 'Depofant God Almagtig helpen. Dcs t’oirkonde deel'es door ons Raaden en Secret laris eigenhandig onderteekent. Aftum St. Euftatius in het Fort Orange den December 177$. Was geteekent* Johannes Heyliger. ^Pieter Runnels. Oliv. Oyen. *Dirk G. Salomon*, jacobus Seys. Onder itond, In kennille van my^ Was geteekent, Alexander le Jeune. Secretaris. - Laager itond* Accordeert met de Örigï- neele ter Secretarye van deefen Eilande berulten- de. A&um St. Euftatius ! den 10 December 1776, Quod Alt eflor. Geteekent* Alexander le Jeune. Secretaris. Imerrogatorien gedaan mad- ken by den ÏVel-Edele Gefirengê Heer Johannes de Graaf j Gou- verneur over dit en onderhoorige Eilanden Saba en St. Martin j op en jegens den Perfoon van de Heer William Patterfon* Koop- man alhier woonagtig...”
2

“...( *4° ) „ van Bibber, the CongrefF Agent at St. Euftatia, „ put Several men on board his Schooner from „ other American VefTels (then lying in St Euftatia „ Road) and fend hint out to fea alter a Hoop be- „ longing to the Island of Antigua , Loaderi With „ Cotton, &c. that had juft left St. Euftatia, an „ fays, this matter was done Publickiy, and in nn, „ wife hindered or forbid by the Governement or „ Euftatia, and that in Jeff than three hours he ca- „ me up with and tooke as prife the afone named „ (loop laden with Cotton, &c. . . Waar op Gouverneur en Raaden gedehbereert hebbende, den felve Abram van Bibber hebben laaten ontbieden, die in de Vergaderinge verfchee- nen zynde, hem door den Heer Praefident wierd afgevraagt, of hy den bovengemelde Amerïcaanfcuc Schoener Jenny, alhier met niets had geadfijleerd. Waar op van Bibber ten antwoord gaf, met niets anders als agtien of twintig Johanneffen den felve te heb- ben gefourneert; voorts gevraagt zynde, of hem van Bibber niet bekend was...”