|
|
Your search within this document for 'tim,maneho' resulted in one matching pages.
|
1 |
|
“...27
ten. Des namiddags trad Ds. mollek andermaal voor
de gemeente op en sprak insgelijks eene toepasselijke rede
nit over 1 Petr. II: 5. // Zoo wordt gij ook zelven, als
levende steenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een
heilig priesterdom, om geestelijke offerhanden op te offe-
ren, die Gode aangenaam zijn door jezos Christus.”
De inleiding was genomen uit 1 Tim. III: 15 op het
einde: »Een pilaar en vastigheid der waarheid.”'‘Vooraf
werd gezongen Ps. LXXXIV en bij het einde Ps. CXXXII
de drie laatste verzen. Deze beide psalmen zijn niet in
het Luthersch gezangboek opgenomen. Psalm LX XXIY
begint in het Hervormd gezangboek aldns:
" Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot,
O Heer der legerscharen God!
Zijn mij Uw huis- en tempelzangen.”
Het ÏO*' vers van Ps. CXXXII luidt aldus:
//’k Zal Sions, ’k zal der armen spijs
Hier zeeg’nen op de ruimste wijz’,
Hier zal Ik, Mijnen naam ten prijs,
De priesters met Mijn heil bekleen
En ’t volk doen juichen wel te vreên.”
//Dus werd die dag,” aldus eindigt...”
|
|
|