1 |
 |
“...per gezin.
Noch dit gemiddeld getal per gezin, noch het totaal-
cijfer der bevolking van 415 personen wijst op een groote
vruchtbaarheid, die men toch zeker zou verwachten, let-
tend op de zeer humane behandeling, die de bevolking
hiervan de Spanjaarden ondervond, en op het feit, dat de
Indianen hier niet zooals elders een bovenmatig zwaren
arbeid te verrichten hadden. Het totaal cijfer der bevol-
king zou men na ruim een eeuw van rustig bezit zeker
veel grooter verwacht hebben. Maar men weet wèl, dat
het eiland ±1513 geheel ontvolkt was, en dat daarna
Juan de Ampiés met 15 (en later nog 10) Indianen den
grondslag heeft gelegd voor de nieuwe bevolking, en er
bestaat zelfs mogelijkheid, dat veel Indianen later van
Coro, aan de tegenover gelegen kust, dat getal nog zijn
komen versterken, doch veel sterker motieven bestaan er
om aan te nemen, dat de Indianen van Curasao de door
het verderfelijk regiem der Welsers (1527—1557) gedun-
de bevolking van het land van Coro hebben aangevuld.
Want...”
|
|
2 |
 |
“...Kaap Verdische Eilanden. Daarna
verneemt men er weinig positiefs meer van.
Don Ruy Fernandez de Fuenmayor, de nieuwe Gouverneur van Ve-
nezuela, die in Januari 1638 (misschien al een paar maanden vroeger) aan
het bewind kwam, schreef den 2en Februari 1638 aan denKoningvan
Spanje, dat hij al spoedig na zijn aankomst de fortificatiën van deze haven
(La Guayra) geïnspecteerd had en ze in zulk een erbarmelijken staat be-
vonden, dat ze bij het eerste schot zeker in elkaar zouden storten, en dat
hij wèl een bezetting van 300 soldaten gevonden had, doch „sin arcabuses”,
zonder geweren. Daarom vroeg hij om wapenen en munitie. In de „Kon.
Raad van Indië werd deze brief van de volgende kantteekening voorzien,
die op die vloot zinspeelt: „Sépase que armas y municiones bolbieron las
ureas, que fueron S. Curazao y que se a echo de ellas”, d. i. „Men weet,
dat de schepen, die naar (te) Curasao waren (gegaan), wapenen en munitie
weer mede hebben teruggebracht en wat men er mede gedaan heeft,” enz.
(E....”
|
|
3 |
 |
“...van
Cura9ao geweest en een aanval gewaagd heeft, is niet waarschij nlijk. Ik heb
er geen enkel bewijs voor kunnen vinden. Maar de Hollandsche berichten
van die jaren omtrent Curafao, vertoonen een groote gaping. De Laet
breekt bij het einde van 1636 zijn geschiedenis af, en Hamelberg heeft
in het archief der West-Indische Compagnie niets omtrent deze vloot ge-
vonden. Hij vermeldt er althans niets van. Doch zijn berichten omtrent
het eiland tusschen de jaren 1635 en 1643 zijn uitermate sober. Wèl
werden door Van Walbeeck door middel van gevangenen en spionnen en
onderschepte brieven telkens geruchten opgevangen, dat een Spaasche
vloot op komst was, zelfs, dat ze al te Cumani gereed zou liggen, maar
dat alles gebeurde al één jaar vóórdat die vloot van Spanje uitzeilde.
Uitgesloten is, dat die vloot schipbreuk heeft geleden, omdat het
bovenstaande bericht in den Kon. Raad duidelijk zegt, dat de vloot weer
de wapenen naar Spanje heeft teruggebracht. Eveneens achten wij 't uit-
gesloten, dat...”
|
|