Your search within this document for 'di' OR 'mas' OR 'plat' resulted in three matching pages.

You can restrict your results by searching for di AND mas AND plat.
1

“...waarschijnlijk voor, dat zij genomen is naar een voorwerp, tot den stam der ]\1. communes behoorende, en de naam Tte d'Anglais wijst ook op een afkomst van de bovenwindsche eilanden. Op de eilanden onder den wind (Curasao enz.) heeten de Melocacti Indianenkoppen; op St. Eusta- tius en St. Martin hoorde ik den naam Englishmans heads, ook Pope-heads, de Engelschen zelven (Jamaica, sloane 1 hl. 20) noemen ze Turks-heads, en op het vaste land en de Spaansehe en portugeesche Antilles schijnt Cabeza di Frade gebruikelijk. Indien clusius, naar mij waarschijnlijk voorkomt, ook reeds voorwerpen van den stam der M. communes heeft gehad, is dat van tournefort vermoedelijk het tweede afgebeelde van dien aard. Sloane, die in 1687, op zeven-en-twintig-jarigen leeftijd, als lijfarts den nieuwbenoemden Gouverneur van Jamaica, den Hertog dalbermarle, werd toegevoegd, en als zoodanig, na Madera, Bar- bados, Nievis en St, Christophorus (St. Kitts) te hebben aangedaan, een drietal maanden in Jamaica doorbracht...”
2

“...38 YIERBE BIJDRAGE TOT DE KENNIS DER MELOCACTI. 26 cM. crasso, et ultra), novellis cepkalaploris coronato; spinis in novellis brevwrbus, ceterum iis in caule primario conformibus. Hab. eodem loco. De voorwerpen van St. Martin (zie PI. II fig. 2,. 4, 5, 6), waarvan ik een aantal zeer jonge, nog plat koekvormige en on- vruchtbare, en eenige volwassene vruchtbare, n- en meer hoofdige, ontving, zijn van tweerlei aard, ofschoon in hoofdzaak onderling overeenstemmend. Zij hebben, evenals die van St. Eustatius, een zwaren stengel, ongeveer even hoog als dik, maar minder en doorgaans breeder ribben, slanker en langer dorens en ijler uitziende dorengroepen, niet slechts doordien de dorens als regel in minder aantal aanwe- zig zijn, maar ook doordien de randdorens wijder, soms bijna vlak uitstaan. Een in t oog loopend onderscheid is ook, dat de dorengroepen bij die van St. Eustatius in de secundaire koppen kort en betrekkelijk dik, schuins opstaande gebundeld zijn, terwijl zij zich bij die van St...”
3

“...Cacteen-verzameling had, beschreef in zijne Enumeratio diagnostica Cacteareum ook nieuwe Melocacti, lemaire te Parijs beschreef (niet altijd volledig) de voorwerpen, die de Fransche edelman de monville in zijne verzameling kweekte; gar- dener verzamelde den M. depressus, dien hooker beschreef, in Bra- zili; wendland, directeur van den koninklijken tuin bij Hannover, ontving en beschreef den M. griseus en caesius van Laguayra, miquel, toen te Rotterdam, beschreef voorwerpen van Curasao en St. Tho- mas, terwijl hij eene monographic van het geheele geslacht samen- stelde. Daarna trad een betrekkelijke rusttijd in, totdat ik zelf ge- legenheid had, een aantal vormen op de Nederlandsche West-Indische eilanden, deels zelf te verzamelen, deels door aldaar aangeknoopte betrekkingen toegezonden te verkrijgen. Door al deze onderzoekingen is thans verreweg het overwicht ge- komen aan de zijde van die soorten, welke niet tot den stam der M. communes behooren. Evenzeer als uit het hier gegeven overzicht...”