|
|
Your search within this document for 'factor,pusha' resulted in one matching pages.
|
1 |
|
“...de
in de natuur van mensch en maatschappij wortelende ongelijkheid
niet door voorrechten of voordeelen worden vergroot. Gelijkheid van
recht zonder aanzien van geboorte, sekse of bezit; gelijke aanspraak
op ontwikkeling van aanleg en krachten; wegneming van den druk,
dien het verworven bezit op het economische leven uitoefent. Als
gevolg van een en ander, omkeering der economische verhoudingen
in dien zin, dat de arbeid de leidende, het kapitaal (met inbegrip
van grondbezit) de ondergeschikte factor worde; dat niet meer het
loon van den arbeid worde teruggebracht tot de minimumgrens
van het strikt noodige tot levensonderhoud, maar het loon van
het kapitaal tot de minimumgrens, waar het motief tot sparen en
uitleenen zou gaan ontbreken. Werd aldus het tijdperk der ijzeren
1) De crisis. Vragen des Tijds, April 1883, bladz. 2....”
|
|
|