|
|
Your search within this document for 'kaso,suheto' resulted in one matching pages.
|
1 |
|
“...’t oog en onder-
scheiden zij zich van die der gematigde gewesten, maar over
’t geheel missen zij het muzikaal talent onzer zangvogels, en
vervullen zij de bosschen door hun scherp krassend, gillend ge-
fluit of door eentonig klagend getjilp. Echter worden er ook
enkele zangvogels aangetroffen, die zich aangenaam doen hooren,
vooral in de hooger liggende gewesten. Mr. Koobdebs verhaalt
van het liefelijk gekweel van tallooze zangvogels, waarvan hij
op een reis door de Preanger genoot; de Manoek kaso
(Muscicapa cantatrix) is bekend door liefelijk gezang.
Toch zijn dit uitzonderingen.
Bij de vogels kunnen wij schier niet stilstaan, maar enkel
wijzen wij op eenige bijzondere vormen. De mannelijke Para-
dijsvogels zijn onovertroffen in schoonheid en schitterende,...”
|
|
|