|
|
|
1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/05/12/00001/NL-0200050000_UBL10_00226_0010thm.jpg) |
“... De
onopgesmukte taal, het open vizier is niet
gewild; — men schermt zoo gaarne met het
masker......geene personaliteiten is de eeuwige
roep ! Wat mij betreft, ik zie geen beter mid-
del voor het herstel van misbruiken in re-
geringszaken , dan ze zonder schroom aan te
wazen, en volg in dezen de leer van Lord
verulam » que la censure, la satire meme,
soit la taxe que Vhomme en place doit au
public pour le seul fait de son élévation (1).
(1) By joüï. L’ingratitude politique. — Livre des cent-et-un....”
|
|
2 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/05/12/00001/NL-0200050000_UBL10_00226_0035thm.jpg) |
“...van
den handel, is voornamelijk aan dit wantrouwen
van den vreemdeling toe te schrijven. Er hebben
in den loop van de laatste 32 jaren te Curasao
en te St. Eustatius voorvallen plaats gehad, welke
in de overige deelen van Wist-Indïè eenen diepen
indruk hebben gemaakt. De overtuiging is daar
algemeen, dat de plaatselijke besturen in de Neder-
landsche koloniën tot alles .in staat zijn (1); —
(1) Hiertoe heeft onder anderen weder onlangs bijgedragen
eene brochure getiteld » Serias reflecsiones de un impartial
f...”
|
|
3 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/05/12/00001/NL-0200050000_UBL10_00226_0037thm.jpg) |
“...lement; het lust mij
hier een klein staaltje van die onafhankelijkheid aan te voe-
ren. — Ongeveer twee jaren geleden, wilde een Gezaghebber
geld hebben voor de reparatie van de wegen, ofschoon er
duizend gulden voor dat oogmerk op het budget van de kolo-
nie stond aangeschreven, weshalve bij den kolonialen raad deed
vergaderen, om gezamelijk te overleggen, hoedanig zich het geld
aan te schaffen. — De loontrekkende leden hadden als naar
gewoonte niets te zeggen, en de drie overigen, welke als plan-
ters er belang bij hadden, dat de wegen in goede orde werden
gebragt, stemden gereedelijk toe, dat het bedrag door de inge-
zetenen zou worden opgebragt. — Hierop merkte iemand aan,
die hoewel geen lid, echter in den raad zitting had, dat dit
niet kon geschieden, dewijl het uitdrukkelijk bij het regerings-
reglement bepaald was, dat geene belasting zal mogen worden
geheven, zonder daartoe de vergunning van den Koning ge-
vraagd en verkregen te hebben. — Men antwoordde dat het
geene belasting...”
|
|
|