Your search within this document for 'seguridat,na' resulted in eight matching pages.
1

“...aanval van een Engelsch oorlogsfregat afsloeg, — waarheid is het, dat de burgers van St. Martin in 1794 het Fort van Marigot op de Franschen ver- overden, — doch in den tijd, waarin zij zich aldus moediglijk in het gevaar begaven, beschouw- den zij de vijanden van Nederland ook als de hunne, dewijl zij van dat land regten hadden ont- vangen , wier hezit de mensch hooger schat dan het leven! Wie echter zal uit het gebeurde van vroegere tijden het gevolg trekken, dat zij het- zelfde zullen doen, ook na dat hun die regten ontnomen zijn ? — In sommige dezer koloniën heerscht eene verbittering, welke zich lucht geeft in » Curses not loud but deep!” — in anderen is het volk in doffe moedeloosheid verzonken; in alle heerscht haat tegen het Nederlandsche gezag, welke bestendig gevoed wordt door de afpersing...”
2

“...11 wier schepen hunne stukken met meel zullen laden! — Slechts eenige weinige kleine oorlogs- vaartuigen, boven winds van onze eilanden gepos- teerd , zijn genoegzaam, . om allen toevoer van provisie af te snijden; — en ziedaar een alles afdoend middel, om dezelve te dwingen, zich het eene na het andere, of alle te gelijk, in weerwil van forten en batterijen, zonder slag of stoot, aan den vijand over te geven! Men bedenke zich dus tweemaal alvorens de dwaasheid te herhalen, die in 1825 aan Nederland ettelijke millioenen heeft gekost, om Curapao on- voltooide Fortificatiën te geven. — Wat gedaan is, is niet te herroepen, doch men neme zich in acht voor het vervolg. — De geschiedenis onzer overzeesche bezittingen en die van vreemde natiën over het tijdvak van 1780—1813 bevat eenen schat van heilzame lessen op dit onderwerp. — Zij leert ons bovenal, dat zonder eene talrijke en door de innigste banden aan het moederland gehechte bevolking, elke kolonie in weerwil van de sterkste landmagt, steeds...”
3

“...» Dat oock alle diegenen dewelcke hierna sigh op de voorsz. coloniën sullen komen ter neder te stellen, voor gelijcke tien jaeren sullen hebben gelijcke vrijheyt en exemptie. » De voorzegde tien jaeren verloopen zijnde, sal men niet vermogen oyt of te oyt eenigte lasten of impositiën op te stellen of te hellen buyten die van vijftigh pont suyker voor yder opgeseten soo blancke als negros wegens Hooftgelt jaerlijcks en twee en een half pro cento van de waarde van alle goederen dewelcke van daer na dese landen sullen worden versonden; ten waere uyt noot ende tegelijckelijk met vry en liber consent van den Gouverneur en den politycquen Raet aldaer, de- welcke mede ten dien eynde door de coloniers selve, ende uyt de beste onder haer geformeert sal werden. » Dat de compagnie niet en sal vermogen ten...”
4

“...18 eilanden den handel deed bloeijen, beide in eene mate, welke de bewondering en de afgunst van den nabuur opwekte. — Vrijheid om te gaan en te komen, om handel te drijven of gronden te ontginnen, vrijstelling van belasting voor den tijd van tien jaren en zekerheid, dat hem ook na dien tijd niet meer dan een matig bedrag onder dien naam zou worden opgelegd. *— Dit waren de echte middelen om kolonisatie te bevorderen, de bevol- king wies dan ook met elk jaar, zonder dat het Gouvernement zich met de leiding van vereeni- gingen behoefde in te laten, — wildernissen ver- anderden in bloeijende velden, naakte rotsen werden rijke stapelplaatsen, en in stede van het Moederland subsidien te kosten, bragten zij niet weinig toe, tot vermeerdering van den nationalen rijkdom. Met het jaar 1816 sloeg men een geheel ver- schillenden weg in van die, welke men vroeger bewandeld had; — men koos het stelsel van Gou- vernements inmenging in alle handelingen van den onderdaan en de zoo vrijgevige instellingen...”
5

“...banden, welke de willekeur en drieste heersch- zucht van onwaardige menschen het hadden aan- gelegd, werden niet geslaakt. Met inzigt, om de bevolking in de bekostiging van het bestuur te gemoet te komen en het een voorbeeld tot navolging te geven, ging de Baron van gouver- nementswege den landbouw beoefenen en landhuis- houdkundige proeven nemen, die de eene na de andere mislukten; eene zoutpan aanleggen, die men reeds vooraf wist, dat nimmer zout kon geven; (NB. deze alleen kostte ƒ36,000) en eene artesische put graven in een koraalrif op slechts weinige voeten afstand van de zee. Welke vruchten heb- ben deze werkzaamheden gedragen? Na twaalf jaren proefnemingen is de subsidie, welke Ne- derland jaarlijks aan die kolonie verstrekt, nog even groot, de armoede der bevolking steeds toe- genomen! — Wel is waar zoekt de gezaghebber van Curapao dezer dagen de natie en het Gou- vernement de oogen te verblinden door het be- rigt, dat thans het bestuur van Curapao voor de waarde van eenige duizende...”
6

“...verstaan. — Met betrekking tot de bewe- ring van het plaatselijke bestuur, dat het Gou- vernement met het op Curapao, ‘ Bonaire en jiruba ingevoerde stelsel van kuituur voordeel behaalt of kans heeft voordeel te behalen, dient men eens vooral in het oog te houden, dat eerst en voor en aleer iets daarvan aan te nemen, er eene volledige rekening van alle daaraan bestede gelden en gemaakte kosten, zoo wel als van die van het jaarlijks onderhoud dient te worden over-, gelegd, of openbaar gemaakt en dat na de goed- making van de eerstgemelden, men er op zal behooren te kunnen rekenen, dat uit die kui- tuur jaarlijks eene zuivere overwinst voortvloeit van niet minder dan f 170,000, voor en al- eer men er aan kan gaan denken, om de in- gezetenen eenige verligting van hunne drukkende balasting te bezorgen. -— Dit is een resultaat, hetwelk geen mensch van bezadigd oordeel en naauwkeurige kennis van het klimaat en den bo- dem van gezegde eilanden voor mogelijk zal hou- den, doch aannemende, dat het mogelijk...”
7

“...het behoud, en dapper in de verdediging van hetgeen het als deszelfs regten beschouwt. — Slechts weinige maan- den geleden verzette zich de schutterij van dat eiland, welke bijkans geheel uit die volksklasse is zamengesteld, tegen het bevel, om de militairen- gevangenis te bewaken, en het bestuur zag zich na te veigeefs al het mogelijke beproefd te hebben, om hen tot gehoorzaamheid te brengen, genood- zaakt, het bevel daartoe in te trekken. — Bij die gelegenheid bleek het volstrekt ongenoegzame, het nadeelige zelfs van het plan, hetwelk het Gouver- nement gedurende 24 jaren gevolgd heeft, van alle rangen in dat wapen boven die van gemeen, zoo veel mogelijk door ambtenaren en derzelver na- bestaanden te laten vervullen. — Hierdoor meende men zou de schutterij hare onafhankelijkheid ver- liezen; doch de uitslag heeft bewezen, dat zij hunne officieren als handlangers van het bestuur haten, en zij derzelver bevelen en smeekingen een- pariglijk weigerden gehoor te geven. Behalve dit hebben er...”
8

“...t oordeelde het be- ter , de koloniën elk een eigen wetgevend lig- chaam te geven, boven dat van koloniale ver- tegenwoordigers in bet Parlement op te nemen, een maatregel, welke met bet gelukkigste gevolg bekroond werd. — Wetten passend voor de maat- schappelijke behoeften, werden in de kolonie ont- worpen , belastingen geheven, onafhankelijk van den Gouverneur en van bet moederland en de verordeningen van plaatselijke aangelegenheid, ter bevestiging toegezonden aan den Koning, en ein- delijk na veeljarige ondervinding ontvangen wij de gewigtige verklaring dat » Colonies posses- sing local legislative assemblies are not only no drain on the British exchequer but a very great support to it (1).” Thans herhaalt een Nederlander, vele jaren in- gezeten van de Nederlandsche West-Indische eilan- den dezelfde woorden ten behoeve van deze. De tijd zal leeren, of men zijne stem gehoor geeft, dan of men de Nederlandsche kolonisten van 1848 in verstandsontwikkeling lager stelt, dan de En- gelsche...”