Your search within this document for 'plan' OR 'di' OR 'lès' resulted in 13 matching pages.

You can restrict your results by searching for plan AND di AND lès.
1

“...•XXIV INHOUD. Befluit, ten opzlgte der akademifche lesfen aan de ftudenten in de godgeleerdheid; de affchaffing der collegie-gelden voor die faculteic enz. , van den i5den November 1820................................. Bladz. 65 Befluit, houdende, om aan .hen, aan welke de graden van candidaat en van doctor, door de onder- scheidene faculteiten, aan 's Rijks hoogefcholen , in het vervolg zullen worden toegekend, zoodanige di- ploma's te doen uitreiken, in welke, door gepaste onderfcheidingen , de mate van bekwaamheid, op eene eenparige en kennelijke wijze, wordt uitge- drukt , van den I4den Maart 1826.................... „ 68 Befluit, betrekkelijk het onderwijs der wiskunde, in de gymnafien en hoogefcholen, van den pden Sep- tember 1826.....'. ................................ „ 70 Befluit, wegens de vacantien aan de hoogefcholen, van den 8ften September 1827....................... „ 73 Befluit, wegens het toelaten tot het afleggen van examina, en het verkrijgen van getuigschriften enz....”
2

“...directeuren of onderwijzers bij de Koninklijke akademie der beeldende kunften te Amfterdam ................ . . . . . . . . ... „ 347 Reglement voor de teekenfcholen............... „ 350 Befluit, houdende aanwijzing' eener jaarlijkfche fom op ’s Rijks fchatkist, tot aankoop ,van kunst- werken van levende Nederlandfche meesters, van den 25ften Maart 1827.....:......................... „ 352 Befluit wegens het onderwijs in het reekenen, van den roden October 1829, n°. 82................... „ 353 Plan voor de inrigting van het onderwijs op de teekenfcholen..................................... „ 354...”
3

“...van jonge lieden tot kundige geestelijken voor de Roomsch - Katholijke kerk begunftigen en gemakkelijk maken; Gelet, dat de bepalingen, welke voorkomen in Onze beflui- ten van den 2den Augustus 1815, n°. 14, 25 September 1816, n°. 65, en 19 Februari} 1817, lett. z, betreffende de erkenning en regeling van Latijnfche fcholen en kollegien , eenigé aanvul- ling en wijziging behoeven; Öp het rapport van Onzen Minister voor het publieke onder- wijs , de Nationale nijverheid en de koloniën, en van den Di- recteur-generaal voor de zaken van de Roomsch - Katholijke eeredienst; Gezien het advies van Onzen Minister van binnenlandfche zaken; Den Raad van State gehoord; Hebben befloten en befluiten: Art. 1. Latijnfche fcholen, kollegien, of kollegien onder de benaming van achenaea, zijn al die inrigtingen, onder welken naam zij ook mogen voorkomen , waar de Latijnfche en Griek- fche taal voornamelijk geleerd wordt, en waar ook leerlingen verder worden voorbereid voor het onderwijs op de hoogefcho- len...”
4

“...na dagteekening van dit reglement, aan de gecommitteerden der hoofdcommisfie inzendende, die dezelve vervolgens aan het rabbinaal kollegie van examinatoren ter beoordeeling zullen doen toekomen. Art. 10. Het rabbinaal kollegie zal de, naar aanleiding van art. 9, bij hen van vermelde gecommitteerden ontvangen aandel» lingen en getuigfchriften nazien en onderzoeken , en die, naar ge- lang van omdandigheden, kunnen goedkeuren of verwerpen. In het eerde geval wordt aan den zoodanigen een rabbinaal di- ploma als oefenaar, bij art. 6 vermeld, na bij de hoófdcómmis* Ce te zijn gevifeerd, uitgereikt. In het tweede geval is • de zoodanige verpligt, zich aan een examen te onderwerpen, zonder echter genoodzaakt te zijn, de befcheiden, bij art. 4 vermeld, over te leggen. Zoodanigen echter hunner, die als leeraar (Magid) verlangen te worden erkend, zijn verpligt, na alvorens te hebben ingeleverd de befcheiden, bij art. 4 vastgedeld, zich aan het hieromtrent vastgedelde examen te onderwerpen. Art. ijl...”
5

“...IJ S. to S Besluit van den i2den February 1829, waarbij die van den 26fien December 1818 en den 2den De- cember *823 op alle Jlichtingen van beurzen toepasfelijk worden verklaard. Wil WILLEM, enz. Herzien Ons befiuit van den 8ften Mei 1814, n°. 147, hou- dende autorifatie op het departement van binnenlandfche zaken, om te befchikken omtrent alles, wat de begeving en bevesti- ging van gedane begevingen van praebenden, kanonisijen en der- gelijke beneficiën betreft, en zulks op dezelfde wijze, als di| heeft plaats gehad tot op de inlijving der Noordelijke provin- ciën van dit Rijk in Frankrijk; Herzien Onze befluiten van den 26ften December 1818 en den 2den December 1823, betreffende het beheer van dichtin- gen voor de ftudien; Op de voordragt van Onzen Minister van binnenlandfche za- ken ; Den Raad van State gehoord ; Hebben befloten en befluiten: Art. 1. Onze befluiten van den 2<>ften December 1818 en den 2den December 1823 zijn toepasfelijk op alle dichtin- gen van beurzen of andere Handgelden...”
6

“...vereeniging of vergadering te houden , zonder autorifatie van den rector der hoogefchool , onder lastgeving tevens aan de'politie, om ongeoorloofde vereenigingen te weren? F. Materiële fubjidien. i°. Daar de verdeeling der fondfen, welke voor de inlland* houding en vermeerdering der verzamelingen worden toegeliaan, alsmede de aanwending derzelven, wel eens tot tnoeijelljkheden aanleiding geeft, hetzij door dat er gelijktijdig voorziening in verfchillende behoeften wordt verlangd , hetzij door dat de di- recteuren der verzamelingen zich beklagen , niet vrij genoeg over de fondfen te kunnen befchikken, zoo vraagt men: of, en zoo ja, welke wijziging de bellaande verordeningen dienen te ondergaan, ten einde zoowel de gepaste en tijdige aanwen- ding der fondfen in het belang van het onderwijs en der we- tenfchappen worde bevorderd, als een behoorlijke waarborg aanwezig zij, dat de gelden voor het oogmerk worden be- lleed ? 2®. Zouden de akademifche gebouwen niet kunnen en be- hooren te worden gebragt...”
7

“...LAGER ONDERWIJS. danige belooningen te bepalen, als, naarmate van buitengewone verdienden , aan den eenen of anderen fchool - onderwijzer, en tot verdere aanmoediging, zal geoordeeld worden te moeten worden toegewezen. Art. 15. De commisfien van onderwijs, binnen dit departe- ment , zullen dadelijk na publicatie dezes, des noodig na in- gewonnen advies van eenige der bekwaamde fchool - onderwij- zers , zich onledig h'ouden met het beramen van een concept- plan, tot onderdeuning van fchoolmeesters-weduwen en kinde- ren; dit concept-plan geformeerd hebbende, zullen zij hetzelve inzenden bij het departementaal beduur, hetwelk daarvan zoo- danig gebruik, tot oprigting van een algemeen fonds ten voor- fchreven einde, zal maken, ls het, tot bevordering dezer goe- de zaak, in deszelfs wijsheid meest raadzaam , diendig en uit- voerlijk zal oordeelen. Art. 17. Aan de dedelijke regeringen en gemeentebeduren der overige plaatfen wordt aanbevolen, om, zoo veel de om- dandigheden dit gedoogen en mogelijk...”
8

“...dat er, aan den anderen kant, ook genoegzame blijken voor- handen zijn , dat op dezelve geen acht is geflagen, en de plaatfelijke beduren daaraau telkens afzonderlijk hebben moeten worden herinnerd; terwijl zelfs onderfcheidene fchoolvertrekken zijn verbouwd geworden, welke, van den beginne af aan, reeds te klein en ondoelmatig zijn ingerigt geworden. Dat het niet alleen voor het belang van het onderwijs, maar ook voor de gezondheid der kinderen van het hoogde gewigc is, dat, te dezen opzigte, plan- en doelmatig gehandeld wor- de; niet alleen voor zoo ver de fcholen op kosten van de plaatfelijke kasfen, maar ook op die van kerke-beurzen of bij- zondere 'kasfen, worden gedicht of verbouwd. Dat, hoezeer de regelen voor de inrigting van fchoolvertrek- ken, bij het hovengemelde tractaatje opgegeven , in het . alge- meen , genoegzaam en voldoende zouden kunnen worden ge- acht, om in voorkomende gevallen, bij de bouwing van fchool- vercrekken, tot voorfchrift of rigtfnoer te kunnen drekken van...”
9

“...ke akademie van beeldende kunften te Amflerdam, met de injlructie voor de directeuren en het reglement voor de teekenfcho- len; en 20. benoeming der leden van den Raad van bejiuur. W11 WILLEM, enz. Op de voordragt van Onzen Minister van het publiek onder- wijs , de Nationale nijverheid en de koloniën; Gezien het befluit van den I3den April 1817, n°. 22; Hebben befloten en befluiten: Art. i. Het reglement voor de Koninklijke akademie van beeldende kunften te Amfterdam, met de inftructie voor de di- recteuren en het reglement' voor de teekenfcholen, zoo als die ftukken aan het tegenwoordige befluit zijn gehecht, worden goedgekeurd. Art. 2. Worden benoemd tot leden enz. Affchrift dezes, en van het goedgekeurde reglement, zal worden gezonden'aan den genoemden Minister, die met de uitvoering is belast. Gegeven enz. ! CO Het reglement van den aöften Maart 1817, ter uitvoering van deze wet, is te vinden in de AlgéM^Nkd» Coutant, A . 1817» n • 7*3» ^ het Bijvoegfel tot het Staatsblad, IV. .D. I...”
10

“...on- derwijs van al hetgeen de graveerkunst aangaat. Hij zal zor- gen ,. dat zij, die zich op deze kunst toeleggen , niet ophou- den gebruik te maken van het onderwijs, bij de eerfte klasfe., in het teekenen naar het levend model, en bij het beoefenen der graveerkunst geene andere, dan voorbeelden van goeden fmaak volgen. Hij zal hun daarbij tevens aanwijzing doen van het fchoope en gebrekkige, hetwelk men in werken van die kunst aantreft. Wegens het onderwijs in het ftempelfnijden zal de vijfde di- recteur met den vièrden werkzaam zijn. De zesde directeur zal, bij zijn onderrigt in de bouwkunst en doorzigtkunde, zorgen, dat een eenvoudige en zuivere fmaak vooral worde ingeboezemd. Hij zal, in eene geregelde'volg- reeks van lesfen, de geheele kennis der bouwkunst en door- zigtkunde verklaren, en daarin onderwijzen. Voorts zal hij niet uit het oog verliezen, het noodige onderrigt in de onderfchei- dene foorten van materialen, berekeningen van kosten tot den 'opbouw noodig, de verfchillende...”
11

“...nut- tige kunften. Art. 2. Onze Minister van binnenlandfche zaken wordt gelast, om aan de belluren mede te deelen een hierbij gevoegd plan van inrigting, onder uitnoodiging, om het onderwijs, zoo veel moge- lijk , naar de beginfelen van dat plan te doen geven. Art. 3. Behalve de medailles, uit te reiken aan de leerlingen, welke in de fchoone kun den de meeste vorderingen hebben ge- maakt, zullen er ook ’s jaarlijks, in Onzen naam, worden uitge- reikt aan diegenen der leerlingen, welke, met de meeste vlijt en vrucht, het onderwijs in vakken, tot de nuttige kunften behoo- rende, zullen hebben genoten. Art. 4. Onze voornoemde Minister zal daar, waar hij zulks zal doelmatig achten, een’ deskundig’ perfoon zenden, om raad te geven, en teregtwijzingen te doen. Onze Ministervaan binnenlandfche zaken is belast met de uit- voering van dit befluit. Gegeven enz. PLAN voor de inrigting van het onderwijs op de teehenfcholen (1). A. Voorbereidend onderwijs voor eerstbeginnende leerlingen. aj Het lijnteekenen...”
12

“...op de gewone vergaderingen van het cóllegie van directeuren. § 12. Na de verkiezing wordt door den fecretaris aan den verkozenen hiervan kennis gegeven, met verzoek om berigt, of dezelve 'genegen zij, die verkiezing aan te nemen. In geval van aanneming, wordt hem door denzelven het diploma toege- zonden. Hetzelfde heeft plaats na de verkiezing van gewone leden, VIERDE AFDEELING. Honoraire leden. § 13. Het getal der honoraire leden is onbepaald. § 14. Dezelve worden verkozen door het cóllegie van di- recceuren uit de meest verdienftelijke mannen, in de Nederlan- den woonachtig, en voornamelijk uit dezulken, welke door hunne betrekking en beftuur, wetenfchappen en kunften in het vaderland befchermen en bevorderen. Zij zijn, gelijk de bui- tenlandfche leden, vrij van de intréepremie en contributie. Het diploma van hun lidmaatfchap wordt hun, zonder voorafgaande aanvraag, door den oudften fecretaris toegezonden. De namen der buitenlandfche en der honoraire leden worden in een bij- zonder boek...”
13

“...bijvoegen. §37. De ftukken, betrekkeljjk tot de oude letterkunde, poëzij, gefchiedenis enz., en in het Latijn gefchreven, zullen bijzonder onder den titel van acta literaria gedrukt worden, en op dezelfde wijze als de Nederduitfche verhandelingen; zullen- de bij de uitgaaf daarvan insgelijks telkens eene lijst der nieuw verkozene leden gevoegd worden. TIENDE AFDEELING. Algemeene vergadering. § 38. In de maand Junij zal er eene algemeene vergadering van alle leden van het genootfchap gehouden worden. De di- recteuren zullen dezelve bepalen in de gewone vergadering van de maand Maart, en de fecretaris zal zulks ter kennis brengen van alle gewone en honoraire leden. § 39. De werkzaamheden van deze algemeene vergadering zullen beftaan: i°. In een verflag van den voorzitter van het collegie van directeuren van den ftaat van het genootfchap, en van hetgene er gedurende het genootichappelijk jaar is voor-...”