1 |
 |
“...loopt geleidelijk af -aar den ,6,
De bladschijf is over een groot gedeelte van de lengte even
breed en heeft een toegespitsten top Ficus Krugiana 167
Ficus Brittonii Bold.
Boom of baan met langwerpige, tot 10 cM. lange 3,5 clL breede
bladen waarvan de grootste breedte boven het midden ligt of die
over de geheele lengte even breed zijn; de bladstelen zijn ruim
2 cM. lang; de schijn vruchten zijn tot 0,5 cM. in doorsnede en
staan op 0,6 cM. lange steeltjes in de oksels der bladen.
Curasao, Bonaire : Mata paaloe; ook gekweekt.
Boom of'heester met diep handlobbig ingesneden bladen die zeer lang gesteeld
7iin een zwak hartvormigen voet hebben en tot 25 cM. lang en U >
de meestal vijf-lobbige bladen hebben leervomuge lobben en zijn zacht be-
haard; de schijnvruchten hebben een grootte van ± b cM.
Curasao: Vijg; gekweekt....”
|
|
2 |
 |
“...Bataat a die poorko, Mata poorko, Waada waada,
Waada waada maatxjoe.
Boerhaavea erecta L.
Hoog oDgroeiend, overblijvend kruid met ovale of ovaal-lancetvormige,
aan den onderkant witte bladen, die 2 — 6 cM. lang en 0,5—3,5
cM. breed zijn; de bloemen staan 3—5 bijeen aan het eind van
steeltjes, die een zeer wijd vertakte pluim vormen met tot 3 cM.
lange internodien; het trechtervormige bloemdek heeft diepe, be-
haarde groeven.
St. Eustatius, St. Martin.
Curasao, Aruba: Bataata die poorho, Mata poorko, Waada waada,
Waada waada maatsjoe.
Boerhaavea paniculata L. Cl. Rich.
Overblijvend kruid met ovale of rondachtige bladen, die tot 3 cM.
lang gesteeld kunnen zijn, 2 — 4 cM. lang en 1 — 3,5 cM. breed
zijn; de bloemen zijn 3 — 6 bijeen geplaatst aan het eind van
steeltjes, die een zeer wijd vertakte pluim vormen; het bloemdek
is trechter- of knotsvormig, van groeven voorzien en geheel bedekt
door klierharen.
St. Eustatius, Saba, St. Martin.
Curasao, Aruba: Bataata die poorko, Mata poorko, Waada waada...”
|
|
3 |
 |
“...kegelvormig; de bloem-
hoofdjes zjjn alleenstaand; de peul is gekromd.
St. Eustatius: Dutch casha.
Curaqao, Aruba, Bonaire: Oébaada, Waabi.
Acacia villosa Willd.
Heester zonder stekels of doornen; de hoofdsteel draagt 5 —10 veer-
vormig saamgestelde bladen, die ieder tien-tot vijfentwintigjukkig
zijn; de blaadjes zijn 0,5 cM. lang; de bloemhoofdjes zijn op een
zeer dunnen steel geplaatst en staan in schermvormige bloeiwijzen
bjjeen; de bruine, perkamentachtige peulen zijn zeer plat.
Curasao : Mata galienja, Nigieta die Malpais, Watapana sjimarón,
Wild dividivi.
3447. Leucaena Benth.
Leucaena glauca Benth.
Boom met dubbel veervormig saamgestelde bladen; de hoofdsteel
draagt 4 — 8 saamgestelde blaadjes, die ieder tien-tot twintigjukkig
zijn; de spitse blaadjes zijn 1 cM. lang; de bloemen staan in...”
|
|
4 |
 |
“...de
peulen zijn 4,5—5,5 cM. lang en 0,5 cM. breed.
St. Eüstatiüs, St. Martin.
Cüraqao, Aruba, Bonaire : Mankeman seeboe.
3734. Gliricidia H. B. K.
Gliricidia sepium Steud.
Boom met negentien- of meertallige, oneven gevinde bladen, waarvan
de ovale blaadjes 4 cM. lang en tot 2,5 cM. breed zijn; de bloemen
hangen. in dichtbloemige trossen in de bladokseis of aan oudere
takken en hebben tweebroederige meeldraden; de kelk is afge-
sneden met korte punten; de peul is gesteeld.
Cüraqao : Jeerba tónka, Mata ratón, Ratoneera; gekweekt, misschien
verwilderd.
3745. Cracca Benth.
Cracca caribaea Benth.
Kruid met meestal elftallige, veervormig saamgestelde bladen; de
ongesteelde, lancetvormige zijblaadjes eindigen in een stekelpuntje
en zijn tot 2 cM. lang en 0,5 cM. breed; de bloemen staan in
okselstandige trossen en hebben tweebroederige meeldraden; de
platte, van dwarse strepen voorziene peulen zijn 4,5 cM. lang en
0,3 cM. breed.
St. Eüstatiüs, St. Martin.
3747. Sesbania Scop.
Houtige planten met ...”
|
|
5 |
 |
“...dunne steeltjes;
de bloemen hebben kleine bloemkroonbladen; de stijl is draad-
vormig ; het vruchtbeginsel is bijna geheel door den kelk omsloten.
Curaqao.
Ammannia latifolia L.
De bladen zijn 2 — 8 cM. lang'en 0,2 —1,5 cM. breed; de bloemen
staan in kortgesteelde, onvertakte bloeiwijzen in de bladoksels;
de kogelvormige vruchten staan na het afvallen der bladen in
dichte kransen, die eindelingsche schijntrossen vormen; de bloe-
men hebben geen bloemkroonbladen; de stijl is kort en dik.
Cueaqao: Mata Tcomblees.
5493. Lagerstroemia L.
Lagerstroemia indica L.
Boom met eivormige of ovale bladen met ronden top en wigvormig toeloo-
pende basis; de eenigszins leerachtige bladen zjjn 2,5—5 cM. lang en 1,5—2,5
cM. breed en kort maar duidelijk gesteeld; de groote bloemen staan in
schermvormige trossen in de oksels van kleine bladen en hebben een
zestandigen, klokvormigen kelk, 5 of 6 lang genagelde bloemkroonbladen,
een groot aantal meeldraden en een vijfhokkig vruchtbeginsel met vele
zaadknoppen;...”
|
|
6 |
 |
“...cM. breed
Jacquinia barbasco 313
Bladen donker, bruinachtig, meestal minder dan 1 cM. breed
Jacquinia Berteri 313
Jacquinia barbasco Loefl., Syn. Jacquinia armillaris Jacq.
Boompje met lichtgroene, dik-leerachtige bladen, die aan den rand
duidelijk omgekruld zijn, veelal 5,5 cM. lang en 2 cM. breed, maar
dikwijls grooter of kleiner zijn; de bloemen staan in lange, rijk-
bloemige trossen; de kogelronde vruchten zijn 1,2 cM. lang.
St. Eustatius, St. Martin : Picrous bark.
Curaqao, Aruba, Bonaire: Mata piskaa, Paaloe hóekoe, Sjiengool,
Steenhout.
Jacquinia Berteri Spréng.
Boompje of heester met donkere, leerachtige bladen, die aan de
randen heel weinig omgekruld zijn, en 2,5 — 4 cM. lang en 0,5 — 1
cM. breed zijn; de bloemen staan in armbloemige trossen; de iets
langwerpige vruchten zijn 0,7 cM. lang.
St. Martin.
Fam. 236. Myrsinaceae.
Heesters met leerachtige bladen en bloemen, die bestaan uit een
vier- tot vijfdeeligen kelk, een vier- of vijflobbige bloemkroon met
buis en zoom, 5 meeldraden...”
|
|
7 |
 |
“...(Bov. W. Eil.) . . Croton flavens.
Ma.gVi mellow ...... (Bov. W. Eil.). . Sida cordifolia en Waltheria
americana.
Masjiboeri................ . (Ben. W. Eil.) . . Pisonia bonairensis.
Massamby ........ (Bov. W. Eil.) . . Gynandropsis pentaphylla.
Mastic tree . . . . ... . (Bov. W. Eil.) . . Sideroxylon foetidissimum.
Mata galienja..............(Curagao).... Acacia villosa.
Mata komblees..............(Ben. W. Eil.). . Ammannia latifolia.
Mata paaloe................(Ben. W. Eil.) . . Ficus Brittonii.
Mata piskaa................(Ben. W. Eil.) . . Jacquinia barbasco.
Mata poorko................(Ben. W. Eil.) , . Boerhaavea erecta, Boerhaavea
coccinea en Boerhaavea pani-
culata.
Mata ratón ................(Ben. W. Eil.) . . Glincidia sepium.
Meloen.................... . (Ben. W. Eil.)'. . Cucumis Melo.
Melon die seeroe.....(Ouracao en
Bonaire) Melocactus.
Milky tree..(Bov. W. Eil.) . . Tabemaemontana citrifolia.
Millerwood..(Bov. W. Eil.) . . Quararibea turbinata.
Miminet....................(Bov...”
|
|
8 |
 |
“...Mammootika 383. Marrow . 245.
1 Mampoerietoe 399. Marsypianthes chamaedrys. . 51, 350.
I Man better man ...... 178. Martynia annua . 46, 364.
I Mangeniel tree 252. Martyniaceae . 83, 364.
I Manggel 304. Mash mellow 275, 283.
I Manggel blanko 304, 347. Masji boeri . - . 183.
I Manggel die sabaana .... 173. Massamby . 196.
I Manggel tdn 303. Mastic tree . 316.
1 Manggo ..... 257. Mata galienja . 206.
I Mangifera indica 31, 257. Mata komblees . 302.
I Mango tree 257. Mata paoloe. ...... . 166.
I Manhoge 337. Mata piskaa . 313.
1 Manihot carthaginensis . . . 55, 251. Mata poorko . . 182....”
|
|
9 |
 |
“...440
REGISTER.
Bladzijden. Bladzijden.
Mata ratón 217. Mitracarpus villosus . . . 381.
Maurandia semperflorens . | 10, 360. Moesti sambo 183.
Maytenus elliptica . . . . . 71, 259. Mollugo verticillata. . . . . . 54, 186.
Maytenus Sieberiana . . . . 62, 259. Momordica Charantia . . . . . 11, 383.
Maytenus Yersluysii . . . . 62, 259. Monkey tail 140.
Medicago sativa ...... . . 17, 215. Monocotyledoneae. . . . 110.
Melampodium bonairense . . 47, 393. Montdnja 208.
Melastoraataeeae . . . . . . 78, 309. Moora 294.
Meliaceae. . . 87, 235. Moraceae . . 85, 165.
Melia azedarach . . 24, 236. Morinda Royoc . . 64, 378.
Melicocca bijuga 9.9. 263. Moringaceae . . 80, 199.
Melocactus . . 9, 297. Moringa oleifera . . 24, 199.
Melochia nodiflora . . . . . 36, 282. Moringo 199.
Melochia pyramidata . . . . 50, 282. Morisonia americana . . . . . 71, 198.
Melochia tomentosa . . . . . 37, 283. Mountain cabbage .... 139.
Meloen 384. Mountain cotton 393.
Melon die seeroe 298...”
|
|