1 |
|
“...Iedere afdeeling is verdeeld in districten; de di-
strictshoofden worden op voordracht van den resident,
in overleg met den regent, door den G-ouverneur-generaal
benoemd; zij voeren eenen blauwen pajoeng met twee
vergulde randen. Soms zijn de districten in onder-
districten verdeeld. -
Elke dessa der Javanen, en elke kaloerahan der
Soendaneezen (§ 32) heeft een dorpshoofd, verkozen
door de bevolking uit de aanzienlijkste ingezetenen; de
resident moet die keuze bevestigen. Ook elke negari
(§32) heeft een' eigen hoofd, kap al a geheeten.
In de Vorstenlanden hebben we nog steeds den soe-
soehoenan van Soerakarta, den sultan van Djokjokarta
en de beide prinsen Mangkoe Negoro en Pakoe Alam
(§ 35). Aan den alouden glans hunner hoven paart zich
thans echter alleen een schijn van macht. De troonsop-
volging is geregeld in overleg met ons; de eerste staats-
dienaar van den soesoehoenan en den sultan, door ons
rijksbestuurder geheeten, wordt door den Gouvemeur-
generaal benoemd en ontslagen en door...”
|
|
2 |
|
“...247
voor Inlanders met rheumatische en huidziekten zeer ge-
zocht;-de warme bron bij Solok, in de Padangsche Bo-
venlanden , heeft de hooge temperatuur van 42° C.
Kratermeren vindt men op de vulkanen van Sumatra
niet veel; echter ontmoet men zeer groote meren in eenige
ingestorte kraters, n.1. het Toba meer, het meer van
Maniendjoe, het Singkarah meer, het meer Ta-
lang en het Danau di Baroeh, en het meer Ra
nau; bij de beschrijving van het bergland zullen we ze
achtereenvolgens ontmoeten. Echte kratermeertjes vindt
men b. v. een paar in den dubbelvulkaan Singallang-
Tandikat, waarvan het zuidelijkste geene zichtbare af-
vloeiing heeft.
Op de niveauwijzigingen bij het begin van de kwartaire
periode werd reeds de aandacht gevestigd. De andesiet-
reeks aan de westkust verdween voor een groot deel
onder het water; het overstroomde bovendien de kleine
vlakten der westkust. Waar nu namelijk zeediluvium
en alluvium wordt gevonden, was in het kwartaire
tijdvak het zeewater. Een deel der uitwerpselen...”
|
|
3 |
|
“...geven. Het begint in ’t westen met het plateau van
Alahan Pandjang, dat 15 a 1600 M. hoog ligt, enmet
een paar meren, tusschen welke de waterscheiding der
beide genoemde hoofdstroomen doorloopt, getooid is, n.1.
1. de Danau di Baroeh, het fraaiste van al de meren
der Bovenlanden, 1 uur gaans lang, 1/2 uur gaans breed,
ruim 300 M. diep en bijna 1500 M. hoog; het is het
diepste der Bovenlandsche meren en vertoont in den ke-
tel vorm met zeer steile wanden duidelijk het bekken van
eenen ingestorten krater; de kam er om heen ligt tot
bijna 800 M. boven het meer, zoodat de vulkaan voor de
instorting waarschijnlijk + 3000 M. hoog was; het water
van het meer wordt door de Selajoe of Lembang
naar het noorden afgevoerd en behoort dus tot het stroom-
gebied der Koeantan; 2. de Danau di Atas (= boven-
meer), eene door vroegere uitwerpselen van den vulkaan
van het vorige meer opgestuwde watermassa, welker af-...”
|
|
4 |
|
“...belangrijk ge-
worden. Niet ver beneden den Lematangmond begint de
getijrivier, echter alleen in den drogen tijd; in den regen-
tijd voert de rivier zooveel water af, dat er van de ge-
tijen niet veel is te bespeuren; dan wast het zuid-noor-
delijk deel van Tebing-Tinggi tot den Eawasmond wel
eens 13 en meer meters. De Ogan, welke even boven
Palembang de Moesi bereikt, is zeer breed en goed be-
vaarbaar; de straks genoemde bootjes gaan bij hoogwater
tot Batoe Radja. Het bed der eveneens breede Kome-
ring is echter vol ondiepten en in den oostmoeson dik-
wijls geheel onbevaarbaar; ze is in den benedenloop in
den regentijd op verschillende plaatsen met de Ogan, en
door de Babatang (zie p. 291) met deMasoedji verbonden
en verdeelt zich in de Peladjoe, welke naar de Moesi,
en de Padang, welke in een eigen bed naar zee gaat;
de laatste zendt eenen zijtak oostwaarts naar het meer
Lebak Deling, dat door de Siloempoer afvloeiing
heeft naar het zuiden van Straat Bangka. De hoofd-
deltamond der Moesi...”
|
|
5 |
|
“...Benkoelen; Seloema; Manna en Pasoe-
mah Oeloe Manna; Kaoer, en Kroë, elkmeteenen
controleur.
TTT De residentie Lampongsche Districten,
groot 475 □ m- en met 120000 inwoners; ze bevat zes
afdeelingen, n.1. Semangka; de Ommelanden
van Teloq Betoeng; Katimbang; Sikampong;
Sepoetih) en Toelang Bawang, elk met eenen con-
troleur.
IY. De residentie Palembang, 2558 □ m. met
628000 inwoners. Ze bevat zeven afdeelingen, n.1.
Palembang; Tebing-Tinggi; Lematang Oeloe,
Lematang ilir en de Pasoemahlanden; Kome-
ring Oeloe, Ogan oeloe, Inim en de Ranau-
districten; Moesi ilir;"Ogan ilir, Komering
ilir en Blidah, en Iliran en Banjoe Asin, en
bovendien het sultanaat van Djambi, groot 1218 □
m., met 766000 bewoners. In de eerstgenoemde afdeeling
wordt de resident bijgestaan door eenen adsistent-resident
voor de politie, de drie volgende afdeelingen staan onder
adsistent-residenten, de drie laatste onder controleurs. De
sultan van Djambi, door een contract met ons verbonden,
heeft naast zich een Politiek...”
|
|
6 |
|
“...636
Danan 234
danau’s (dano’s) 377, 378
Danau di Atas 258
Oanau di Baroeh 258
dangder 193
Dani (Tji) 116
Dano (meer) 89
Danoe Tamblingan 228
Daoe 480
dari’s 468
Darvel baai 399
dassen 158
Dasar 110, 491
dati stelsel 511
Datoe (kaap) 355, 393
datoe’s 320
Dauw 480
Dawat 367
declinatie 42
Defensie (fort) 502
Delftshaven 495
Delhi 481
Deli 279, 20®, 330
Deli-maatschappij 300
delta’s 248
Demak 127, 132, 199
Demak (riv. van) 102,127
demarcatielinie 419
Demerara 599
Demmeni 328
Dempo 246, 253
Dempoe (straat) 337
dendeng 178
Dent (A.) 400
departementen van bestuur
540
Depok 561
dessa 186
devonische periode 19
dewa 231
Dewa Batoer 229
Dewall (von) 386
Dewi Batoer 229
dextrose 161
diabazen 20, 241, 570,
611, 615
diamanten 359, 366
Diamant punt 304
Diard 64
dicotyle loofboomen 52,
577
Diemont 327
Diëng plateau 99, ÏOO
Diepo Negoro 107
Dilli 475, 481
Dindang 350
Dipa Negara 208
directeuren 541
districtsgerechten 541,542
districtshoofden 211
divi-divi 611
Djagaraga 232
djagoeng 193
Djakarta 199
djakat...”
|
|