Your search within this document for 'un,beter' resulted in three matching pages.
1

“...Nederlanden Gouverneur ad interim over de eilanden St. Eustatius, St. Martin en Saba, en Raden van Politie van het eerstgemeld eiland, Aan alle degenen, die deze zullen zien, of hooren lezen, salut! doen te weten: In ervaring gekomen zijnde, het regt alhier op den verkoop, ruil of mangel van slaven, meermalen geëludeerd, en de verplig- tingen deswege bij publicatie van den* 12den April 1817 voor- geschreven , gebrekkig worden nagekomfu en hierop van tijd tot tijd fraudes bestaan; En ten einde beter te voorzien, Ons als een doelmatig middel is voorgekomen te bepalen, dat alle verkoopingen van slaven voortaan, in stede van onder ’s hands te geschieden, ter secre- tarie dezer kolonie te doen verlijden en passeren, Zoo is het dat Wij hebben goedgevonden te ordonneren en sta- tueren, zoo als Wij ordonneren en statueren bij deze, dat een ieder, die bij verkoop, bij donatie inter vivos, of op welke andere wijze het ook moge zijn, zijn regt van eigendom op eenigen slaaf of slaven op een ander overdraagt...”
2

“...West-Indische bezittingen, Allen, die deze zullen zien, of hooren lezen, salut! doet te weten: In aanmerking nemende, dat sedert eenigen tijd zich zoo vele voorbeelden van zeerooverijen hebben opgedaan, dikwerf onder valsche, verval’schte of onvolledige zeepapieren gepleegd; dat men met geene te groote ernst en strengheid tegen die afschuwelyke misdaad, of de schuldigen daaraan en hunne handlangers of .mede- pligtigen kan waken; dat het gewenschte doel, de uitroeijing van alle zeerooverijen, niet beter zoude kunnen worden bereikt dan wanneer bij alle beschaafde, in vrede levende volken de havens voor de kapers en derzelver zoogenaamde prijzen wierden gesloten en alle hulpbetooning aan dezelve geweigerd; Willende ten dien aanzien eenïge algemeene en gelijkvormige regelen voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen voor- schrijven,...”
3

“...komen; 2» dat aan de belasting van eèn percent op de ingevoerde koopmanschappen, welke onder de benaming van palentregt worden gepercipieerd, grootendeels het verval van den handel, welke zich bij de vrijstelling der haven alhier schijnt te wiüen vestigen, is toe te schrijven; 3®. dat Zijne Excellentie de Gouverneur-Generaal der Neder- landsche West-Indische bezittingen aan Ons heeft overgelaten, daaraan zoodanige veranderingen over het jaar 1830 vast te stel- len als geoordeeld mogen worden beter met de plaatselijke om- standigheid en het welzijn der ingezetenen overeen te stemmen; 4®. dat hoe meer eene belasting zich ^ over alle ^ personen en voorwerpen, welke werkelijk belastbaar zijn, uitbreidt, hoe dra- gelijker dezelve voor de bevolking wordt,...”